GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Feng Yu Hsiang, de Christen-generaal, die zooveel van zich doet spreken ten gevolge vaa de troebelen in China, wordt zeer verschillend in de pers beoordeeld. In sonnnige bladen van de groote pers wordt hij kortweg de Christen-verrader genoemd, nu hij; den rug tieeft gekeerd naar zijn vroegeren chef-genisiraal Wu Pei Fu. 't Ligt in den aard der zaak, dat de naam van maarschalk Feng veel meer in de Engelsche en Amerikaansche pers wordt genoemd dan bij ons. Ook de ChiisteUjke pers aldaar schrijft veel oveir hem, te meer daar de Zending in China hoofdzakelijk wordt gedreven door het Angelsaksische ras, al is het waar, dat ook ons land daar niet geheel buiten staat en zelfe meerdere vooraanstaande personen in den Zendinigsarbeid in China van Nederlandschen oorsprong zijn. Tijdens den Boxer-opstand was Feng nog een heiden en heeft in «igen persoon veel Christen-inlanders gedood. Eens dreef aij een veertig personen, mannen, vrouwen en kinderen tegen den muur en schoot ze dood. Deze martelaren stierven zonder dat zij; een kreet lieten, doch veeleer stierven ze terwijl ze overluid baden. Dit maakte op Peng een diepen indruk. Toen John R. Mott zijn vergaderingen in Peking hield, deelde deze Feng mede hoe het fflogelijlt was, dat deze Christen-inlanders zoo gelaten den marteldood konden sterven. Feng Icsvam tot beifeering en sindsdien heeft hij zich geheel gegeven om anderen voor Christus te winnen. Het kamp van generaal ï'eng is zeven mijlen ver van de kerk gelegen. Hij ontziet geen kosten om zijn soldaten de gelegenheid te schaffen ter kerk te kunnen gaan. Voor den dienst taieleu een twintig officieren en manschappen in de *snt van hun generaal!

Ook in China zelf wisten de zendingsmamien eerst •liet wat zij; van den politiefcen ommekeer van Feng hadden te denken en wat te zeggen van hetgeen er gaande is tusschen Feng en Chang. Daarom is een hunner op onderzoek naar Peking gegaan en wel George T. B. Davis.

Deze nu schrijft aan een van zijn vrienden: „De jongste gebeurtenissen in China hebben geen smet geworpen op Fengs karakter. Hij verdient onze hoogachting, na den staatsgreep van Pekmg, nog evengoed als daarvoor en dit beide als een ernstig Christen en als een goed patriot." Alzoo oordeelt de kanselier van de Nederlandsche l(^ati6 in Peking, wiens zuster in dienst is van de zending der Gereformeerde Kerk van Amerika, gedreven in China. Op verzoek van generaal Feng heeft de schrijver van het zoo even medegedeeld oordeel omtrent den generaal, Gods Woord verspreid in diens leger en elders. Over heel China jaagt een storm va.n critiek op en veroordeeling van den persoon van Feng. Het oordeel van den Nederlandschen kanselier, die omtrent den toestand aldaar op de hoogte is als weinig buitenlanders is, dat „Fengs leger geheel verschilt van andere Chineesche legiers. De andere legers vallen en staan met hun leiders. Ze worden alleen maar door hun gage bij elkander gehouden. Doch Fengs leger houdt zich staande door den g; emeenschappedijken band van hun Christenzin en de liefde tot het welzijn van het vaderland. Wat zedelijkheid, christelijken geest en karakter betreft blijft dit leger oen unicum in de wereld, 't Is verdubbeld in getale en telt wel 80.000 man. Het goed werk door Feng aangevangen zetten zijn brigadegeneraals voort, die in en rond Peking belangrijke stellingen in handen hebben." De kanselier waarschuwt Feng en zijn leger niet te beoordeelen naar den maatstaf van onze christelijke denkbeelden. Hem lijkt het, dat Feng eerder naar oud-testamentische beginselen handelt en dit in overeenstejjoming met de geschiedenis en de gewoonte des lands en zoo voelen ook Feng en de zijnen, dat zij, hard noodig hebben de studie en de onderwij, zing van het Nieoiwe Testament. Een andere beoordeelaar van Feng zegt, dat naar zijn overtuiging Feng een ernstig Christen is, die alle eigenbelang opoffert aan wat hij; het algemeen belang acht; en hij is van meening, dat Feng gelijk had met maarschalk Wu te verlaten; daarom wekt hij de christenen in Amerika op Feng en de zijnen in hun gebeden te gedenken, gelijk ook hiji zelf twee-of driemaal des daags voor hem bidt.

In Bethel bij Bielefeld is de eerste feestweek gehouden in Westfalen van de „inwendige zending". Stond de officieele kerk, de kerk in haar ambtsdragers in de verloopen decenniën vaak eer tegenover het werk der evangelisatie, dan dat zij het bevorderde, dit is anders geworden. Thans staan niet minder dan 47.000 personen in dienst van dit werk. Zoo kan de kerk zich in Duitschland niet meer stellen tegen deze actie; het gaat zelfs niet meer aan om de positie van ©en welwillend toe^ schouwer in te nemen. Ds F. Stange uitte in zijn voordracht de klachte, „dat in de volkskerk de duidelijke onderscheiding tusschen hen, die moeten worden bearbeid en hen die zelf den arbeid der evangalisatie ter hand hebben genomen, ontbreekt. Missionairen en heidenen, of laten wij ons zoo uitdrukken : bekeerden en onbek eerden zijn beiden leden van de volkskerk met gelijke rechten. Daaruit volgt, dat de evangelisatie-arbeid front maakt tegenover de kerk. De boodschap des evangelies zal het noodzakelijk gevolg hebben de scheiding in de kerk zelf. Het werk der kerk nam steeds meer het karakter aan van een arbeid der liefdadigheid en daardoor verloor het immer meer zijn oorspronkelijk piëtistisch karakter: het evangelie den onbakeerden te prediken en werd het vervlakt tot algemeen menschelijke naastenliefde. Het werk der evangelisatie werd door vereenigingen gedreven en de meeste kerkleden volstonden met hun contributie te betalen." Hij; is van meening, dat zoolang de volkskerk ook omvat hen, die bearbeid moeten worden (dit zijn ongeloovigen en onbekeerden) zij niet kan zijn de draagster van het werk der evangelisatie. Derhalve moet de kerk eerst weer komen tot herstel, zij moet worden: vergadering der ware christgeloovigen. Dr Jager schetste als roeping der kerk: de koningsheerschappij van Christus weer te verkondigen al zou, zij dan ook moeten komen tot een breuke met het volk. Wie maken de kerk uit? zoo vroeg hij: de ambtsdragers, gedoopten en die hun kerkelijke bijdrage betalen of alle de geloovigen te zamen? Ook andere sprekers onderstreepten de noodzakelijkheid te komen tot „kemge^ meenten", dat wil zeggen: tot de ecclesiola in ecclesia, tot een soort van kleine gemeente van geloovigen binnen de grenzen van de groote volkskerk.

Wij slaan deze beweging met de grootste belangstelling gade, doch vreezen, dat als het bij dergelijke beschouwingen niet komt tot reformatie, velen 't zullen zoeken bij de secten en dat het oude Labadisme onder verjongden vorm de kerk zal ondermijnen. In Reformatie worde het heil gezocht tegen de verlammende kracht van wat een huis tegen zichzelf verdeeld doet zijn.

Wat afgespeeld is in Bazel met betrekking tot de eeuwen-oude theologische fakulteit doe toch eindelijk eens de OiOgen opengaan van zoovele zeloten in ons land, die maar niet af kunnen leeren naar ons en ons alleen te zien met nijdige blikken. In den raad van Bazel zijn de communisten met het voorstel gekomen da theologische faculteit af te schaffen. Zij 'kregen den steun der Roomschen en zoo werd daartoe besloten met 56 tegen 52 stemmen. De minister van onderwijs moet ook voor de sluiting van deze 400-jarige instelling zijn.

Het protestantsche volksdeel in Zwitserland is door dit feit in beweging gekomen. De eindbeslissing moet nog worden uitgemaakt door een referendum van het gansche volk.

Terzelfder tijd verneemt men, dat met steun van de Amerikaansche dominikaner-orde het plan om te Salzburg een Roomsche Universiteit te stichten haar verwezenlijking nabij komt.

Bazel beeft een goeden naam gehad eeuwenlang. Salzburg is berucht door de gruwelen van zijn bisschop uit de dag: en der Jezuïten-contra-reformatie!

In verband met het bovenstaande neem ik uit een Amerikaansch Zendingsorgaan iets over van wat Ds Van Overbosch mededeelt in de „Zondagst)ode van Noord-Holland" omtrent de verroomsching van Noord-Holland. „Geen steenen gooien, lieve vrienden, maar leeren. Geen uitgezochte, hoogdravend© rede houden tegen Rome, dat helpt toch niet. Om de Roomsche kerk te bestrijden moet men het zuivere woord Gods prediken en den Christus brengen. Dat zijn de middelen om Rome te bestrijden. En wie zijn het, die Rome zoo fel bestrijden? Zijn het niet meestal onze moderne predikanten? Gaat ze maar eens na. Ja, ik zie dan toch liever een Roomsche kerk, dan een leeggepreekte kerk. van ons."

Dan geeft deze predikant een staaltje van het kerkverwoestend werk der modernen en voegt er de opmerking aan toe: „Rome heeft vroeger de Bijbels laten verbranden omdat ze wel degelijk wist, dat van den Bijbel een kracht uitging, maar mij werd een vrijzinnig predikant genoemd die zei: Je hoeft niet te gelooven wat in den Bijbel staat, ik geloof het ook niet." Dan verder schrijft deze man de rake opmerking: „In „De Protestant", het orgaan van de evangelische maatschappiji, las ik, dat een boer zijn knecht ontslagen had, omdat hij niet Roomsch was. Is dit nu zoo erg? Wat gebeurt hij ons? Omdat Protestanten naar de Evangelisatie gaan om daar Gods Woord te hooren wordt hun door Protestanten, de plaats opgezegd, het werk ontnomen of de huur van hun huis opgezegd, enz. ©nz. En dat zijn dan vrijzinnige Protestanten uit de leerschool van vrijzinnige predikanten, die niets dan liefde preeken."

Ds Van Overbosch zal ook wel weten, dat deze moderne predikanten geflankeerd worden door den uitersten vleugel van rechtzinnigen in hun ontalrtischen strijd tegen Rome. 'Maar ik krijg steeds den indruk, dat hun strijden tegen Rome niet Rome bedoelt maar ©en anderen tegenstander; dat hoort en dat voelt men uit lederen krijgsroep en uit eiken klap. En ondertusschen laten zij stillekens den grootsten vijand zijn troepen verzamelen en wat zij, onoordeelkundigen als zij zijn, niet veirmoeden, dezen zijn geweldigen macht vereenigen met Rome, dat altijd naar zijn utilaristisch beginsel, weet te wachten, te accomodeeren en te winnen. Wat doen deze zeer rechtzinnige zeloten voor Brabant en Limburg tegen het overheerschend Rome? Wie stellen zij daar naast hun moderne collega's of zeer slap ethische ambtsbroeders in schier elke stad en in vele dorpen?

Deze vraag stellen is haar beantwoorden. Of liever nog: zelfs daar in Brabant en Limburg zien zij" nog ©er op den vermeenden vijand en loeren op hem en laten Rome haar gang' gaan, in haar ontzaglijk alle waarachtige godsvrucht doodend formalisme, in haar alle waarachtige zedelijkheid doodend© slappe moraal.

Bazels stout stuk van samenwerking der uitersten van Communisten en Roomschen vormt een leerrijke tegenhanger van het zich raken der uitersten, der modernen en 'der zeloten onder de rechtzinnigen, in hun schijnbewegingen tegen Rome, terwijl zij een anderen tegenstander bedoelen.

Verkwikkend is het te lezen hoe kras de 80-jarige professor E. Doumergue nog is en dat hij den bloei mag beleven van zijn Institute Jean Calvin t© Montauban, waarvan het aantal leerlingen reeds tot de 70 steeg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1925

De Reformatie | 8 Pagina's