GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dwergscholen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dwergscholen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Voor we enkele lijnen trekken, die o.i. een bezuiniging kunnen waarborgen, zonder dat evenwel de vrijheid van richting wordt aangetast, willen we het woord geven aan Dir van der Vaart Smit zelf, die enkele opmerkingen tegen het door ons beweerde wenscht te maken.

Maar voor we dat doen, m& eten we onze laatste bezwaren, die meer détailpunten betreffen, toch nog even naar voren brengen.

We beginnen dan met op; te merken, dat alle getheoretiseer vruchteloos is, zoo het niet aan de practijk wordt getoetst.

Als voorbeeld nu van een eigenaardig theoretisoh beweren, zonder dat er een zicih indenken in de practijk is geweest, noemen we een uitdrukking van Dr v. d. V. S., die we ook een vorig maal reeds bespraken, — het is de uitdrukking, dat, ingeval van de stichting vlan een óhristelijke school van speciale richting naast de reeds bestaande, de bijdrage uit de staatskas „piondspondsgewijze" zou kunnen worden vierdee1d.

Nu vraag ik, hoe denkt de schrijver zich toch dat „pondspondsgewijze”?

Immers er staat een schoiol. Die school is betaald met gemeentegeld. Die school is gegeven aan het bestuur. Stel op die school gingen driehonderdi kinderen. Nu wordt er een school van honderd kinderen naast gesticht, zoodat er nog tweehonderd op; de oude school overblijven. Moet nu de gemeente op een of andere wijze aan dat oud© bestuur weer een derde deel van de stichtingsko'Sten afhandig zien te maken? Moet er een derde va^n de school beschikbaar worden gesteld voor het nieuwe bestuur? Iets wat immers schier nooit zal kunnen? Hoe heb ik dan todh dat pondspondsgewijs te vatten? De bouwkosten vormen immers al dadelijk een der belangrijkste posten voor schoolstichting!

Pondspondsgewijze dat is bovendien al iets heel wonderlijks, wanneer men bedenkt, wat dat in de practijk zou zijn. Dan moet ik .een optelsom hebben van de kindertjes van de beide scholen, voor zo over ze, ingeval de scholen één gebleven waren de oude school zouden hebben bezocht. Over die kindertjes sla ik dan de totaalsom om, en dan ga ik naar de verhouding van hun aanwezigheid op beide scholen verdeelen. Maar hier kunnen leuke puzzles gemaakt worden. Stel er wordt aan de tweede school een "hoofd benoemd! met vier schoolgaande kinderen. Het is duidelijk dat die kindertjes nimmer op de eerste school zouden zijn gekomen. Maar hoe moet het nu met de bepaling van het subsidie?

Kan iemand die puzzle oplossen? Tellen zie mee of niet? Die vier kinderen kunnen oorzaak zijn, dat er precies een leerkracht meer komt. Hoe gaat het dan? En stel de nieuwe school wordt een e'indje verder het dorp in gepilaatst, b.v. een twintig minuten, zoodat kinderen, die tevoren een andere schoiol bezochten, b.v. een openbare, nu deze bezoeken gaan. Wat dan? Hoe moet dit toch practisch geregeld worden?

Men moet o.i. wel gevoelen, dat dat zoo gemakkelijk neergeschreven „pondspondsgewijs" een op de studeerkamer lichtelijk vlug uitgesproken woord is, maar dat het ons stelt voor pracitisohe onmogelijkheden.

Een tweede kwestie.

In het, in ons tweede artikel overgenomen, citaat spreekt de schrijver (Pag. 42 brodfi.) van relatieve neutraliteit. Men zie dat citaat maar

in, dan wordt duidelijk, diat de sohrijiver voor buurtscliappen scholen van „relatieve neutraliteit" wil. Het aantal buurtlfinderen is zoo klein, zegt hij, dat er in den regel maar één school kan zijn. Historisch is dat een Ov& rheidssohool. Maar 't monopolie der Overheidsschool kan en mag door ons niet worden aanvaard. D'us, zoo zegt hij, moet ©r een oplossing gevonden. Deze is dan hierin gelegen, dat zulk een buurtschool het beginsel der relatieve neutraliteit aanvaarde, en dat het onderwijs worde gegeven in overeenstemming met den wensch der ouders, en slechts in zooverre neutraal, dat de overtuigingen der daar wonende ouderS'worden ontzien. En tweedons bepaJe men, zoo ziegt Dr Smit, dat de thans aanwezige Overheidsschool kan overgaan in handen van een schoolbestuur, onder verplichting van relatieve neutraliteit.

We willen heel voorzichtig zijn, maar toch moeten we zeggen, dat het ons een raadsel is, dat een voorslag als deze door een gereformeerd mensch kan worden gedaan. We' twijfelen dan ook geen oogenblik, of Dr S. zal, bij eenig nadenken over datgene, wat zijn voorslag practisch beteekent, zelve de .onhoudbaarheid daarvan toegeven.

In de eerste plaats zouden we willen vragen: wat is „relatieve neutraliteit”?

„De gevoelens van andersdenkenden moeten worden ontzien." 'Goed. Stel in de buurtschap woont één Jood, één Roomsche, één socialist-vrijdenker, die elk één kind op school hebben. Verder is er een groepje van drie vrijzinnigen, dat vijf kinderen stuurt, terwijl overigens het dorpi gereformeerd is. Uit de gerefoTmeerde gezinnen komen veertig kinderen. Bij het onderwij's aan die veertig kinderen moet het geVoelen van den Jood, den Roomsche, den socialist en de vrijzinnig-godsdienstigen worden ontzien. Ra, ra, wat is dat? Is dat practisch iets anders dan de onde openbare school, waartegen onze vaderen zoo^Tiebben gevochten?

Ten tweede — verstaat de schrijver niet, kiat bij een regeling als hij voiórslaat, op zulk een dorp nimmer oftenooit een vrije school komen kan, in handen van een christelijk bestuur? Of het moest zijn, dat men de geheele school zelf zou kunnen en willen betalen. Immers ieder christen zal toch moeten weigeren plaats te nemen in een schoolbestuur, dat de verplichting op* zich heeft te nemen, te zorgen, dat er in school gezwegen wordt van hem heilige dingen, gezwegen wordt van den Heiland, Die het sprak: „laat de kinderen tot Mij komen" ? De eenige, en zeker haastelijk aangegrepen mogelijkheid is dus, dat de zes andersdenkenden gauw het schoolbestuur in lianden hebben en daarmee is de oude school der liberalen heerscheres en meesteres in de buurtschap. De eenige mogelijkheid, die er dan voor de behjiders overblijït is, dat ze weer beginnen op dezelfde manier als onzie ouders beginnen moesten in de dagen van Kappeyne.

Zal niet ieder meelevend vader en moeder zeggen: „dat nooit!"?

Bovendien komt het ons voor, in verband met een eisch, die de schrijver elders stelt (pag. 44), dat de vereeniging, die een school ovemeemt als neutrale school, ook al het personeel in functie moet overnemen, dat hij ook hier bedoelt, dat het personeel mee zou oviergaan. Wat dat beteekent in de practijk, behoef ik niet te zeggen. Het is eenvoudig ©en onmogelijk maken van schier elke overname.

Dit geldt ook voor de „overname" in grootere plaatsen van een neutrale school door een z.g. neutrale vereeniging. Wie ter wereld zou tocJi vermoeden, dat men er nog 'eenig belang bij zou hebben een school over te nemen, wanneer men de , §, chool eenvoudig met al zijn hebben en houden op het dak kreeg. Zou ér wel eenige vrijzinnige richting zijn, die tot dusver zioh wel eens waagde aan het stichten van bizondere scholen, die daarmee vooTtging, walmeer ze communisten en socialisten, die ze nu veelal weren wil van haar school, eenvoudig mee moest aanvaarden? Of zou er wel een, socialistische vereeniging zijn, die een söhool zou willen overnemen, zooals hij thans is? De enkele gevallen, die er zonden zijn, zonden dap. tevens het doen bezoeken van die school door hun kinderen voor vele vrijzinnige ouders onmogelijk maken; — geld voor een eigen school zouden ze dan volgens den voorslag van den schrijver niet kunnen krijgen; gevolg, dat waarschijnlijk wij hun kinderen'op scih ooi kregen!., op, de „protes tan tsch-chris lelijke school", het liefelijke allegaartje, dat toch al aan z O' o v e e 1 gevaren b 10' o^ t staat.

Zoo zijn er veel meer dingen te noemen in de brochure, die we besprakm, die eropi wijzen, dat de schrijver zich met zijn voorstel heeft geplaatst buiten de practijk van het leven. Bovendien er is nu een bepaalde toestand, pe jaren sinds '20 hebben ons al zooveel gebracht, dat duur is. Hoe denkt men zich dan de ho'uding ten opzichte van het bestaande?

Tenslotte — we waardeeren zeer veel in de bro^chure-Smit. Niemand denke, dat er nu letterlijk niets goed in is. De eerste 35 pagina's geven een zeer goied overzicht van den stand van zaken, en formuleeren allerlei bezwaar heel duidelijk. Maar constateeren van "feilen is nog iets anders dan een oplossing geven voor de moeilijkheden. En dus vervalt met het goede ons groofe bezwaar niet.

De diagnose moge goed gesteld zijn door Dr van der Vaart Smit — zijn medicament is helaas erger dan de kwaal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Dwergscholen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1925

De Reformatie | 8 Pagina's