PERS-SCHOUW.

De Gereformeerde Studentenbeweging.

Inzage vaar het jongste nummer van „Fraternitas" (Congresnummer) bracht me geen moment in de verleiding, in deze rubriek nog nader in te gaaai op de kwestie, die ik in „Kerkelijk Leven" ter sprake bracht. Eerst hoor ik' den heer Dl Sch. te Leiden gewagen van een „advies" dat ik aan het corps N. D. DL D. zou gegeven hebben; en daarmee bewijst de heer D-. Sch. dat hij ietwat slordig • gelezen heeft, of anders van wat hij secuur las een onnauwkeurige herinnering bewaarde. En vervolgens is de heer v. d. N., die blijkbaar mijn onderschrift onder een artikel van den heer Tee-uwen niet verkiest te g, elooven, heusch er toe gekomen, te, zeggen, dat ik „de hulp' ingeroepen heb" van een „student, zich noemende Chris W. J. Teeuwen". De heer v. d. N. zij bedankt voor het vroolijke moment, den hulphehoevenden Reformatie-redacteur bezorgd; en leere voorts, dat een scribent, die „zich noemt" met in den kop van zijn blad niet weer te vinden initialen, niet behoeft te vertellen, dat een redacteur, wiens naam in dien kop wèl ten volle vermeld staat (de heer Chr. W. J. Teeuwen) niet iemand is, die „zich noemt"'ZOO' en zoo. Fraternitas. En sanita.s.

Dan is er ook nog de veritas. Van een student, die wegens militaire plichten geen congres bijwonen kon (ik vernam, dat de heer v. d. N. dit wist) wordt nu gezegd, dat het brutaal fs, dat hij, die .nooit een congres bijwoonde, niet in de studenten-, maar in de kerkelijke pers schrijft. Toevallig had ik van denzelfden student_ nog pas een artikel in de studenteiipers gezien.

Ja, ja. A^andaag klaagt men, dat de kerkelijke pers geen nota nemen wil van wat zich roert in de studentenwereld, en morgen moet - diezelfde pers, eer zij iemand het woord geeft uit die studentenwereld zelf, eerst een imprimatur vragen bij, , ja, ik weet niet bij wien. En dan zelfs als het iemand betreft, die met naam en toenaam in de redactie van Fr. vermeld staat en dus door de heeren zelf aangewezen is en_ aanvaard als hun woordvoierder.

De kerkelijke pers heeft meer eerhied voo-r het vrij© leven, dat in de G. S. B. werkt, dan deze schrijver in het studentenblaid. Ook herinner ik me wel eens klachten over kerkbodes. Risum teneatis amici. Het kerkje in de kerk? En het redactie-tje in de redactie? Het gaat opi een synode ietwat hoffelijker tegen geëxcommunicieerde bro-eders dan het in „Fraternitas" gaat tegen niet-geexcommuniceerde redacteuren.

Een enkele uitlating uit het artikel van den heer Joh. H. Scheurer volge hier:

We moeten ons verheugen in een volk, dat zelf wil en geen stemvee is. Het is me meermalen opgevallen, dat hatelijklieden aan 't adres dier „erkend© autoriteiten" eigenlijk voortkomen uit jalouzie wegens zelf niet verworven vertrouwen. En ja, vertrouwen kan men niet maar eischen. Niemand mag dat zoinder meer doen. Vertrouwen moet nu eenmaal verdiendi worden. Dat geldt vooral bij - de eenvoudige, breed© massa, op wie de gestudeerde o-nwillekeurig een keninisvoorsprong heeft. De toetssteen der massa zal uitteraard slechts eenvoudig zijn, maar ze is onmisbaar en zeer goed bruilcbaa, !. Dat is het intens lage van de methode van velen, die hun nieuwe begiippen den) mienschen willen ingieten door ze te schuiven onder oude termen. Ook in onzen kring bezonaigen sommigen zich nog wel aan dit gedoe, dat zichzelf oordeelt en dat vrij uitgaat, zoolang het niet is betrapt enj ontdekt.

Als C. G. M. de vriendelijke woorden in de polemiek alleen als huichelarij kan zien, als decor, dan kent hij het hart van 't geref. volk al bitter slecht. Een strijd van eeuwen maakte inderdaad den calvinist tot geboren vechter, maair toch is zijn treffen en dooden heusch geen geestelijke bloeddorst. Ik kan me begrijpen, dat personen als deze, die het doen van het Cah^hiistischc volt niet • and': : rs nog-.'•a.gcïi dsa: hier wordt verteld, in dat volk geen vertrouwen wekken. Ze hebben dan ook niet eens het recht, het te eischen. Later nog:

Als men in geref. kringen scherp let op kleinigheden, dan komt dat, omdat door wat voorafging al het vertrouwen is gescholrt. En vraag dan toch asjeblieft niet met een theatraal martelaarsgeibaar of die anderen vooral goede wU zullen toonen, om uzelf te begrijpen en te waardeeren. De gestudeerde heeft juist om zijn meerdere kennis de eerste te zijn in het toonen van goeden wU, zijn gedachten duidelijk en begrijpelijk te maken. En als er dan wantrouwen .rijst, vraag uzelf dan ook eens af, of de fout missjchien ook eens aan de zijde van uw wijsheid en inzichten kan liggen. Misschien, dat we dan verder komen. En dan moet men niet beginnen met die aridersdenkenden terstond lagere motieven te insinueeiren. • Insinuatie is een wapen, dat in den regel 't gevaarlijkst is voor wie het wil hanteeren. Dan woirden N.B. menschen buiten 't geref. loven als be'wijzen voor die lage motieven aangehaald, alleen omdat ze ©r geen zakelijke in kunnen ontdekken.

Tenslotte geef ik uit de „Geldersche Kerkbode" nog een uitlating van Dr J. G. Scheurer weer. Df Sclieurer zegt, handelende over het a.s. congres der G. S. B.:

Er zal van dit congres, naast een gereformeerde ook een andere invloed uitgaan. Een invloed minder gewenscht voor een goede gereformeerde vorming, 't Is te hopen, dat de gereformeerde studenten in deze • beweging, en die zijn er nog vele, krachtig de hand aan den ploeg zullen slaan om in 's Heeren kracht aan de Gereformeerde Studentenbieweging een grondslag te geven, beslist en welbelrjnd.

Doch ook onze Gereformeerde ouders, wier zonen studeeren, hebben toe te zien in welke kringen hunne, , kinderen zich bewegen.

De Heere eischt van ons, dat wij ook voor ons kroost wakende en biddende zullen zijn en meer dan ooit zij thans onze bede voor onze studenten. Wij zijn er niet van af, door enkel kritiek te maken. In leer en leven hebben de ouderen de jongeren voor te gaan, ook in het vasthouden aan en in de liefde voor de Gereformeerde beginselen. Hier geldt geen halfslachtigheid en het eten van twee wallen.

En in het algemeen merkt Dr Scheurer over den loop der dingen op:

De historische hjn en de worstelstrijd onzer Kerken voor de zuiverheid dar leer worden vergeten om plaats te maken voor een z.g.n. oplossen ivan probleemacliüge piroblemen beïnvloed door een verderfelijk •subjectivisme..

Niet alleen voor onze Gereformeerde Kerken, doch ook 'voor de Calvinistische Staatkundige partij als de onze, bestaat er van hun kant groot gevaafri Zoo gevaarlijk als dat vervagen der objectieve normen is voor de belijdenis der Kerk, zoo-gevaarlijk is het ook voor de strenge. Calvinistische beginselen der

Anti-revolutionaire partij. De anti-gereformeerde Cfeelkerkiaaaisclie richtiiag zoelct juist onder de studenten hare ideeën te propageeren. En wanneer wij dan bedenken, dat uit die studentenwereld straks de leiders onzes volks moeten voortkomen, dan verstaan wij de moeilijkheden, welke daaruit kunnen voortkomen.

Maar wij verstaan tevens de groote beteekenis van deze Gereformeerde Studentenbeweging, indien zij worde een bolwerk vooir onze Gereformeerde beginselen, en voortbrengt stoere mannen met een besliste Gereformeerde levens-en wHsreldbeschouwing, vasthoudende aan liet absolute gezag van Gods Woord, Daarom zijn wij eenigszins onaangenaam getroffen door de lijst van sprekers, die op het a.s. congres bet woord zullen voeren.

Inderdaad, de lijnen teekenen zich al duidelijker af. Indien het niet-gerefofmeerde element in de G. S. B. gelijk recht krijgt met het gereformeerde, dan is het barmhartig, ik herzeg: barmhartig, consequenties te trekken. De tijd drhigt. De mogelijkheid om een ander iets te geven, ligt alleen in de beleving van het gereformeerde zijn.

Citaten van dr A. Kuyper.

Verleden week gaf ik enkele citaten uit een zeer officieel stiik van Dr A. Kuyper: zijn Memorie van Antwoord. Ze hadden betrekking op' de 'bekende kwestie, die de piers de laatste weken hier aansneed, speciaal ook met wat te dier zake dr Kaajan en ik tegenover elkander opmerkten. Reeds die citaten gaven te zien, dat dr A'. Kuypier in het .algemeen eigen opinie verdedigde, dat hij standpunt koos niet in de i-echten en plichten van deu staat, doch in die van de wetenschap; zelf. Hiermee werd reeds het „grof geschut" (de uitdrukldng is van dr Kuyper's Kamerdebatten en bedoelt, gelijk hij ..aantoont, niets onvriendelijks.), buiten werking gesteld, dat door dr Kaajan tegen mij in stelling gebracht werd, toien hij zeide, dat ik sta, at en kerk verwarde, en daardoor dr Kuyper niet begreep. Hier nog enkele uitspraken:

1. „De opmerking van den geachten afgevaardigde, den beer Van Dedoin, dat het onderwijs aan een Hoogescliooi een lager karakter zou dragen dan dat aan e-en Univörsiteil, mo-et ik priitcipiëel bestrijden. Met een gradueiel verschil hebben wij hieir in geen enkel opzicht te maken. Dt • b*edoelLng van hooger onderwijs is altoos om in te leiden tot in de diepste motievein, die het verschijnsel, dat men onderwijst en ondêirzoekt, beheerschien. Op de Hoogeschooi — en dus ook te Delft — igaat dit onderzoek even diep als op de Universiteit, ©r mag geen diepte ongepeild en ongeboord gelatetó w-orden.... Er is dus in graad tusschen het onderwijs aan een Universiteit en dat aan een Hoogosohool niet het allerminste vei-sdiil." (Handelingen 1903/4, bl. 1469.)

2. „De drie andere faculteiten — gelijk Kant het keurig heeft aangetoond — bestaan, om te voorzien in de behoefte aan drie groote klassen van mannen, die de leiding onder het volk hebben. De theologische faculteit voor de predikanten..." (1459) (denk aan: Seminarie contra wetenschapsinstituut. K. S.).

'3. „Het universiteitsleven berust niet daarop, dat men bij allerlei faculteiten eens rondloopt en teir mai-kt, gaat; neen, de universitaire inrichting berust ook op het stelsel van examens van diplomaten, van doctoraten, en nu kan niet een deel haar wettigen koers krijgen, wanneer twee of drie faculteiten daartoe zouden moeten medewerken."

4. Voorts valt ten aanzien van do zaak nog .op; te merken:

a. dat dr Kuyper dr Bos dankte voor diens steun (Handelingen, 1903—4, 1458).

b. het citaat over de ingenieurs-opleiding staat op blz. 1473, dat over de studenten en liun voorkeur op blz. 1475; dat over „nenüne contradicente" op bl. t458). e. Mijn opvatting wordt erdoor bevestigd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen