GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vragen en vragen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen en vragen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Het is geen wonder, dat onze jongenienscheai vragen. Immers het geloof is zelfs niet voor volwassenen zoo maar kant en klaar. Gelooven is niet een zeker dogmatisch schema als logisch sluitend aanvaarden. Maar gelooven is in de eerste plaats een bezitten, een door genade bezitten van d© overwinning. Ook van een overwinnen over de tegenwerpingen van het eigen natuurlijk verstand. En wanneer de denkers en de leiders het eiken dag weer moeten erkennen, dat de strijd en de worsteling in hun leven niet ontbreekt, is het dan wonder, dat onze jongemenschen vragen hebben?

Daarbij komt nog iets.

A.1 te dikwijls moeten de jongemenschen van sommige leidende personen den indruk krijgen, alsof wij in onzen geloofsinhoud te doen hebben met een systeem dat af is en dat voor verdere uitbreiding niet vatbaar is; alsof wij te doen hebben met een remedie, dat alle vragen en moeilijkheden in een handslag oplost. In zulke gevallen krijgen onze jongenaenschen wel eens den indruk, dat ouderen geen oog hebben voor de vragen. Zij krijgen den indruk, dat één van twee gevallen feit moet zijn: óf dat zij zelf wel heel erg ongeloovig zijn en van de beteekenis van het geloof in het leven nog niets verstaan, óf dat die ouderen een zekere gemakkelijkheid hebben in het over de vragen heenleven, ook over de vragen, waarmede zij eiken dag zitten.

En daarom doet het onzen jongemenschen zoo goed, wanneer zij eens iemand ontmoeten, die tenminste met hen meevoelen kan, die hun vragen als echte vragen, zij het dan soms ook misschien als vragen van jonge menschen, doorleeft.

Nu ligt er in de goede vraag van een jongmeusch voor een oudere steeds ook iets verkwikkends.

Niet opdat hij zichzelf in een zekere hooghartigheid ophaalt en omhoogtrekt aan het feit, dat hij toch maar al die vragen niet heeft, maar wel in dien zin, dat er uit elke ernstige vraag, waarmede een jongmensch tot een oudere komt, blijkt, dat het jongmensch ernstig zoekt, ernstig streeft om het licht te vinden.

En dat te ontdekken is waarlijk vertroostend. Immers wij willen zoo gaarne, dat veel jongemenschen vinden het heil en het hcht in hun leven.

En de eerste stap op den weg om te vinden is het zoeken en wie zoekt, die vindt.

Nu staat echter onmiddellijk bij de belofte „die zoekt, die vindt" , , en die klopt, dien zal opengedaan worden".

Dat beteekent ook iets voor het karakter van de rechte vraag.

De vrager, die vau het vragen een zekere sport maakt of die vraagt met de bedoeling om eens te laten zien, hoo diepzinnig hij wol denken kan, maakt van de vragen geen ernst.

Misschien wordt hij door zijn vragen gewichtig in de oogen van anderen, misschien brengt hij enkele andere jongemenschen aan het twijfelen een wijle, misschien scherpt hij zijn intellect door zijn vragen, maar echt en innig vragen doet hij niet.

Wie waarlijk door een vraag is aangegrepen, worstelt met die vraag. Maar wie worstelt met een vraag, komt met zijn vragen ook voor den Troon der 'Genade.

Daarom zou ik jongemenschen, die zoo vol met vragen zitten, in de eerste plaats een wedervraag willen doen en wel deze: „Jongemenschen, als gij uw vragen stelt, hebt ge die vragen ook den Heere reeds gedaan en hebt ge reeds licht gezocht bij Hem en bij Zijn Woord? "

Wie zoo echt vraagt, maakt ook werk van zijn vragen. Die lanceert zijn vragen ook niet zoo maar eens bij gelegenheid van een ontmoeting met een oudere, van het bezoek van predikant of ouderling, maar die gaat onderzoeken.

De echte vraag maakt actief.

Vragen is immers willen weten?

En wie wil weten, onderzoekt naarstiglijk bij alle gelegenheden, waar hij denkt iets te kunnen vinden, dat hem een antwoord kan zijn.

En dan weet ook het jongemensch, dat d© vragen in de eerste plaats beantwoord worden door het Woord Gods zelve.

Veel te weinig lezen onze jongemenschen den Bijbel zelven. Want duizendmaal meer waard© dan het lezen over den Bijbel is toch altijd nog het lezen in den Bijbel.

En dan onderzoeken zij ook die boeken, welke hun principiëele voorlichting geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Vragen en vragen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's