GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vragen en zoeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen en zoeken.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraagt naar den Heere en Zijne sterkte. Zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. Psalm 105 : 4.

Hier hebt ge een vermaning van den Oud-Testamentischen zanger, die wel altoos voor onzen geest mag staan.

Want er is geen dag in ons leven, waarop wij niet zouden behoeven goddelijk hulpbetoon en de ervaring van Zijn kracht.

Maar thans toch in 't bijzonder. Vraagt naar den Héére! Den Verbondsgod! Den grooten Helper en Redder van Israël! Den machtigen • Verlosser van het Sion Zijns welbehagens! Abrahams Vriend, Jacobs Uithelper, Israels Bewaarder! Den God van het tienvoudige wonder in Egypte, die Israël bevrijdde van het slavenjuk en Kanaan hun opende als het beloofde land!

Vraagt naar den Heere, Die aan Zijn gunstvoilk voorrechten gaf boven duizenden. Die hen boven all© andere volken zegende met Zijn Verbond, dat van geen wankelen weet.

Zoo wekt P: s. 105 Israël op, om tóch alleen den Almachtige aan te loopen en van Hem alle heil en hulp te verwachten.

Deze P!salin is niet maar een mooi lied, dat voor ©en deel althans, zeer bekend is in Gods Gemeenr ten, maar hij is een onderwijzing met illustraties, die ontleend zijn aan de roemruchte geschiedenis van het Bondsvolk.

Zoo moeten ook wij dien Psalm lezen, opdat hij zijn plaats vinde in de samenkomst van Christus' Gemeente en in 't hart van ieder kind des Heeren.

Bij 't lezen komt ge onder den indruk van Gods sterkt© en almacht. Van Zijn onweerstaanbare bemoeienissen met Zijn uitverkoornen. En als vanzelf maakt ge de opmerking dat dit heerlijk lied bewaard is, opdat het de eeuwen door een bron van vertroosting wezen zou voor des Heeren kinderen. i

Als er nu maar waarlijk een vragen is'naar God! Een zoeken van Zijn aangezicht! Een begeerig uitzien naar zijn openbaring en daden. Een grijpen des geloofs naar de sterke armen van onzen trouwen Jehova!

Maar helaas, hoe weinig merkt ge daarvan! Vraagt niet schier heel de wereld naar de sterkte van het zienlijke; naar de macht van wat toch vergankelijk zal blijken te zijn?

En hoe vaak wordt zelfs in de gemeente nog gevonden het aangrijpen allereerst van wat voor oogen is; terwijl dan pas op het uiterste GodjS hulp wordt ingeroepen!

Dat moest niet zoo zijn onder ons!

In dezen zijn we ni©t te prijzen!

T© minder waar toch zoo telkens blijkt, dat 'smenschen heil ijdelheid is. Al wat d© mensch sterk noemt, het is reeds zoo dikwijls bewezen onbetrouwbaar te zijn.

Heeft de oorlog en de tijd daarna niet bewezen, dat de sterkste dam der beschaving den invloed van den haat niet kan tegenhouden? Heeft de verdwazing van dezen tijd niet klaar getoond, dat alle menschelijke wijsheid, waarop wij zoo prat gingen, tenslotte bitter teleurstelt en geen bevre^ diging geven kan?

Heeft de Heere niet getoond de eeuwen door de sterkte en uitredding Zijns volks t© wezen?

Diezelfde kracht wil Hij ook nu voor Zijn volk openbaren, hun ten goede!

Diezelfde kracht zal eenmaal blijken de goddelijk© dam geweest te zijn, waarop alle revolutie, all© vervolging, alle aanvechting, alle geweld des Satans t© plett©r is geloopen.

Van Gods sterkte verwachten wij de beteugeling van den wereldnood, de besturing van het wereldleven, de terugkeer van den wereldvrede en de wereldwelvaart, — ook de uitleiding van Zijn volk — de eeuwige ontsluiting van de zaligheid.

En daarom, wie weet dat de sterkte Gödes is, di© wanhoopt ni©t.

Die overwint z'n twijfel, z'n aanvechting, z'n beproeving, z'n levensleed, door den geloofsblik op die onmetelijke en onverzettelijke al beheerschende macht van zijn Verbonds-God.

En di© zoekt ook Zijn aangezicht, gedurig-1 ij k. Altoos weer. Met verlangen! Door het gelootf. In den weg der Schriften. In de levende gemeenschap met den Heiland.

O, mocht heel ons leven, wat we zien en doorleven, ons altoos maar .weer opwekken tot dat zoeken! Wie zijn wandel in de hemelen heeft, di© weet, dat de sterke armen des V^aders hem nimmer loslaten. En dat de Heere zich vinden laat van allen die naar Hem vragen...

M'n lezer: is Gods kracht uw troost, of uw verschrikking ?

Zoekt gij Hem altoos weer, . — ondanks de wolken en d© donkerheid, die rondom Hem zijn? Dan zult ge ervaren, dat wie op Hem betrouwt. Hem vreest. Hem zoekt, niet ijdel hoopt, niet bouwde op een zandgrond, maar al zijn verwachting stelde op den Rots der eeuwen, die niet wankelt in der eeuwigheid.

Vrees niet, geloof alleenlijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Vragen en zoeken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's