GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Milton en het Puritanisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Milton en het Puritanisme.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door bijzondere omstandigheden moet de serte hoofdal tikelen van Prof. Waterink worden onderbroken. Na afloop van deee tusschengevoegde wordt ze weer vervolgd

I.

Het is misschieïi iiiet o-ngewemscht, om de verhouding van Milton tot het Calvinisme en het Puritanisme nog eens aan de orde te stellen.

Dr A. Kuyper Sr heeft Milton geannexeerd voor het Calvinisme. In zijn Het Calvinisme en de Kunst (1888) spreekt hij van „de eenheid van de Calvinistische gedachte" bij Milton i) en zegt verder: „ongetvrijfeld is Milton èn als wijsgeer èn als dichter de schoonste openbaring van het consequente Calvinisme".

Dat laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. "Voorts blijkt uit een zijner Stone-leizingen, n.l. Het Calvinisme in de Historie, dat voor hem Puritanisme Calvinisme is. Daar toch schrijft hij: „Het terrein, waarop ge dit Calvinisme ziet optreden, is dan ook veel breeder dan enghartige Cionfessioneele opvatting vaak waant. Juist de weerzin tegen het zich als Kerk noemen naar een mensch, werd oorzaak, dat men in Frankrijk sprai van „Hugenoten", in Nederland van „Geuzen", in Groot-Brittannië van „Puriteinen" en „Presbyterianen", straks onder u (d.i. de Noord-Amerikanen; V.) van „Pilgrimfathers"; en dat toch alle deze uitingen van het reformatorisch, en op ons beider continent, van het Geireformeerde leven, van Calvinistische herkomst waren. Zelfs mag de omvang van het Calvinistisch gebied niet beperkt worden tot deze zijn meer zuivere openbaringen". ^)

Volgens Dr Kuyper behoort dus het Puritanisme tot de meer zuivere openbaringen van het Calvinisme. We moeten zien of deze beide gedachten van Kuyper: Ie. Milton was Calvinist, en 2e. Puritanisme is Calvinisme, juist zijn.

In de tweede plaats is het noodig ons rekenschap te geven van Miltons geestesrichting met het oog op do Milton-critiek der laatste jaren, die den dichter van Paradise Lost tracht te ont-"rooven aan het Puritanisme, en hem beschouwt als een typisch kind der Renaissance^.

Deze „nouvelle école", zooals een barer meest bekende representanten, Professor Denis Saurat van Bordeaux, haar noemt, telt, behalve den genoemden Franschman, ook den scherpzinnigen Zweed Liljegren, Hoogleeraar te Lund, onder haar vertegenwoordigers.

Evenals Kuyper gebruikt ook Liljegren de woorden Calvinisme en Puritanisme 3) voor elkaar in de plaats.

Daarbij komt bij Liljegren echter een absoluut valsche voorstelling van het Calvinisme, zooals ik indertijd in Neophilologus tegenover hem heb trachten aan te toonen.*) In zijn Studie in Milton noemt hij Milton een Calvinist, maar tevens „meer een discipel van de Romeinsche stoa dan een Christen" s), welke wonderlijke combinatie verklaard wordt door het feit dat hij in het Calvinisme een sterken invloed van de stoa ziet.

Daar het nog overbodiger zou zijn dan het dragen van water naar zee, en voor mij gevaarlijker dan die onschuldige bezigheid, indien ik hier ging spreken over het wezen van het Calvinisme, mag ik me gevoeglijk — en genoeglijk — van deze taak ontslagen rekenen.

Wat ik thans zal doen is dus in de eerste plaats iets zeggen over het Puritanisme, terwijl ik daarna zal trachten Miltons plaats ten opzichte van Ptaritanisme en Calvinisme te bepalen.

Het schijnt buitengewoon moeilijk te zijn om het er over eens te worden wat eigenlijk het P|uritanisme is.

Ik geloof dat de verwarring, die ^r op dit terrein heerscht, mede veroorzaakt wordt doordat men niet voldoende onderscheidt tusschen het Puritanisme zooals het zich in de geschiedenis van Engeland als godsdienstig en politiek verschijnsel heeft geopenbaard, en den naam Puritanisme als meer aanduidende een ethisch begrip, en als zoodanig van een veel ruimere beteekenis.

Natuurlijk is het één niet van het ander los te maken, want de ethische waarde, die het woord Ptiritanisme gekregen heeft, is een gevolg van den eigenaardigen verschijningsvorm van het Puritanisme in de historie, als godsdienstige en daarna en daarbij ook politieke beweging, die in het Engeland der 17e eeuw haar hoogtepunt en in zekeren zin haar eindpunt bereikt.

Tot recht verstand van het Puritanisme moet niet uit het oog verloren worden, dat het historisch een typisch Engelsch verschijnsel is. Het Engelsche volk, met zijn insularisme, en zijn in 't algemeen weinig philosophischen, maar bij uitstek practischen zin, heeft er zijn eigenaardig cachet aan gegeven.

Het Pausdom heeft in Engeland nooit erg vasten voet gehad.

Nadat de heidensche horden der Angelen en Saksen in de vijfde eeuw de eigenaardige, met sterk Keltisch-paganistische elementen vermengde Christelijke beschaving der Britten in hun woest doordringen hadden weggevaagd, begon de Christianisatie van Engeland van twee kanten uit opnieuw: vanuit het Zuiden en vanuit het Noorden. Aan het einde der zesde eeuw zette een beweging in vanuit Rome, toen Augustinus, als gezondene van den Paus, Koning Ethelbert van Kent tot het Christendom bekeerde. Vanuit het Noorden namen lersche zendelingen via Schotland het werk der Evangelisatieverkondiging ter hand.

Deze twee stroomingen, het lersche Christendom met zijn zeer los verband der kerken, en het Roomsche Christendom met zijn strenge organisatie, worstelden langen tijd om den voorrang.

Totdat in 664 op de Synode van Whitby de zaak beslist werd ten voordeele van Rome.

Nu is het zeer eigenaardig, dat het te Whitby uiterlijk ging om uiterlijke dingen: om de lersche of Roomsche tonsuur, om den lerschen of Roomschen tijd van Paschen.

Maar in 't wezen der zaak was het een beslissing, die van onberekenbaren invloed was op Engelands toekomst: Rome of Ierland, d.w.z. orde of de chaos.

Wat te Whitby gebeurde en de wijze waarop, is profetisch voor de toekomst van het Engelsche volk, dat toen nog in wording was. De Engelschman strijdt voor of tegen iets zichtbaars, iets tastbaars, maar hij weet, al kan hij het dikwijls niet zoo uitphilosofeeren als zijn Teutöonsche broederen van over zee, toch heel goed, in elk geval voelt hij heel goed aan, om welke machtige dingen het gaat, wanneer het er op aankomt! In den tijd der Reformatie zullen we hetzelfde zien.

Intusschen bleef Engeland een eiland, en Roane was heel ver, en al kreeg men, tot heil van 'Tiet vroeg-Middeleeuwsche leven, de stevige kerkorganisatie van Rome, die ordenend werkte op het heele volksleven, toch had men vroeg neigingen tot zelfstandigheid, tot het kiezen van zijn eigen weg.

En toen het bederf intrad onder de geestelijk­heid, toen trad in de tweede helft der 14© ©eoiw John Wyclif op, Engelands eerste Protestant, die reeds kwam tot ontkenning der transsubstantiatie en een soort van „souvereiniteit in eigen kring" verdedigde, die consequent moest leiden tot een terugdringen van de Kerk tot haar eigen terrein, tot het poneeren van de directe verantwoordelijkheid van den individueelen mensch aan God zonder tusschenkomst van de Kerk, en tot het belijden van den Bijbel als eenigen grond des geloofs, en het opeischen van het recht voor ieder persoonlijk om den Bijbel te lezen. Hij wendde zich tot het volk in de taal van het volk, en gaf hun den Bijbel in hun eigen taal, en zijn Lollarden droegen zijn ideeën verder; ideeën die wegens hun democratischen inslag door de vijanden beschouwd werden als de grootste oorzaak van den volksopstand onder Wat Tyler; ideeën die ook in de literatuur gedeeltelijk weerspiegeld werden, in het beroemde „Visioen van Willem betreffende Piers den Ploeger" op de heuvels van Malvern, dezelfde heuvels — o spel der historie! — die inonze dagen gezien hebben de opvoering van (ïeorge Bernard Shaw's Apple Cart.

Hier, in de „Gezichten van den Ploeger", en bovenal in Wyclif's leer en werk, heeft men reeds de eerste stralen die den opgang aankondigen van dat democratisch getinte Pliritanisme, dat pas in de 16e eeuw zijn naam kreeg, en in de i7e eeuw onweerstaanbaar doorbrak, schitterde en onderging; onderging, niet uitdoofde.

Ik ben dus thans gekomen tot den eigenlijken tijd van het Puritanisme. En nu moet ik iets uitvoeriger wezen.

Toen Hendrik VIII in de eerste helft der 16e eeuw de Engelsche Kerk losrukte van Rome: , en de bezittingen der Kerk confisqueerde, toen deed hij daarmee slechts iets, waarmee in „Piers de Ploeger" reeds gedreigd was, en dat Wyclif verdedigd had, wat dus reeds in de 14e eeuw door en naar het hart des volks gesproken was. Ook was het in overeenstemming met de insulaire neigingen der Engelschen en ontmoette dan ook ^een verzet van beteekenis.

Hendrik liet de leer der Kerk Roomsch; zijn zoon Eduard, geleid door Cranmer, maakte z© Pïotestantsch; zijn dochter Maria kon slechts een bloedroode streep trekken door de geschiedenis van Engelands Kerk, maar den gang der ontwikkeling kon zij niet keeren: haar zuster Elizabeth herstelde Eduards en Cranmers werk en de Church of England kreeg haar 39 art., die haar maakten tot een Protestantsche Kerk.

Maar de Koning bleef aan het hoofd der Kerk^ en het Bisschoppelijk bestuur en veel van den Roomschen ritus bleven bestaan.

Zoo was Engeland als met één slag Ptrotestantsch geworden en had zijn geloofsbelijdenis pasklaar ontvangen, van boven af.

Dit is iets, dat goed in het oog moet worden gehouden. •

De Engelsche belijdenis is niet, als onze 37 artikelen, in de worsteling van het volk zelf om en voor zijn geloof geboren en later officieel erkend.

De koning en de bisschoppen maakten het alles gereed voor het volk en gaven het een mooie belijdenis in optima forma, waarop Calvijn en Knox niet veel aan te merken konden hebben. De theorie van de Confessie was schoon. Het kwam nu maar aan op wat in de practijk gezien werd. Dit, ger voegd bij den reeds genoemden toch al practischen zin van het Angelsaksische ras, maakte dat, toen er strijd kwam, het ging — uiterlijk tenminste — om practische, concrete dingen, niet zoozeer om dogma's; dat het formeele principe van de autoriteit van Gods Woord voor kerk en leven meer op den voorgrond werd gesteld dan het materiëele beginsel der Schrift; dat op dogmatisch terrein geen nieuwe perspectieven werden geopend; — zooals ook terecht wordt opgemerkt in Dr Ralph

Bronkema's dissertatie The Essence of Puritanism.

De strijd, waarop ik doelde, kwam weldra, en in dien strijd werd het Puritanisme geboren en ontving het zijn naam.

J. VELDKAMP.


") Pag. 30.

') Stone-Uzingen (1898), pag. 7.

^} Stemmen des Tijds, 1926, pag. 363.

'') Neophilologus, 1924.

') Sttwiies in Milton, pag. XL; zie ook pag. 140.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Milton en het Puritanisme.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's