UIT DE SCHRIFT

Een levensstijl.

God heeft den mensch recht gemaakt. Wat wil de prediker er mede zeggen? Wil hij' spreken over den rechts-staat van den mensch of over het recht-zijn van den mensch als oorspronkelijke gave Gods? Blijikhaar over het laatste. De menscli is „van huis uit" — komt hij niet uit het paradijs? — recht in den zin van een-voud-ig, niet gecompliceerd; al zij'n woorden en daden zijn te herleiden tot eigenlij'k één woord en één daad — de glorie Gods. Zoo gij' de wet Gods kent moet die paradijs-mensch voor U geheel doorzichtig worden, moet hij' voor U één levensstijl vertoOTien, zoodat gij' hem volgen kunt op al zijn levenswegen, morgen en overmorgen, tot aan het einde toe — de ééne wet van God brengt hem tot één levensstijl. Zoo is er niets gecompliceerds aan dezen paradijs-mensch, zijn hart is ongedeeld, hij is altijd dezelfde, zoo ge zijn levenswet weet — de wet Gods — gij' kunt in hem lezen als in een open boek, gij kunt zijn gang ea treden van te voren reeds weten, gij kunt op hem aan, want hij - is „oprecht tot Gods dienst genegen", met dezen paradij'smensch is omgang mogelijk om tezamen tot opbouw te komen. M.a.w. van den mensch moogt gij — zoodra ge let op de „plaats" vanwaar hij komt — verwachten, dat hij, wat hij vandaag goad noemt, morgen en overmorgen ook goed noemt, en wat hij nu verkeerd vindt, straks ook nog verkeerd vindt; als hij vandaag zegt: ik beu tegen U, hij morgen nog Uw tegenstander is, en omgekeerd etc. De wet Gods is eenvoudig, m het vele steeds het ééne aanwijzend, goed of kwaad, en de mensch is eenvoudig, hij moet „van huis uit" het vele immer weer herleiden tot het eene, is het goed of kwaad, hij moet doorzichtig blijven, omdat de wet inzicht geeft; God mag van den mensch één levensstijl vragen, omdat God één is en de wet Gods ook.

Maar nu de klacht van den prediker? Zij hebben vele vonden gezocht. Gij zult niet vinden de eene levensstijl uit de ©ene wet van God, maar de vele levensstijlen naar de vele belangen onder de menschen. En da, n nog niet zoo, dat ieder opzichzelf een eigen stijl vertoont, en zoo toch weer doorzichtig wordt, als ge zijn levensbeginsel maar kent, maar zoo, dat ieder verschillende „stijlen" in zich vereenigt — dus stijlloos is — al naar gelang zijn belang, zijn voordeel is. Vandaag hoort ge den mensch zoo spreken, maar morgen heel anders, want zijn belang is anders geworden, va, ndaag zal hij uw vriend zijn, morgen uw tegenstander — een kwestie van utiliteit. En dat telkens-anders-spreken, dat immer-weervan-tront-veranderen, dat altijd-weer-sprekennaar-zijn-bélang, daar zijn zij allen handig in, in deze kunst zijn allen kmistenaars. Maar zoo is de mensch „dezer wereld" gecompliceerd' geworden, onberekenbaar, gij weet niet, hoe hij morgen is, of overmorgen. In plaats van den schoonen levensstijl uit God, naar de wet Gods, die den mensch zoo eenvoudig, zoo simpel, zoo doorzichtig maakt, ziet ge in de samenleving de handig-opgetrokkenlevensstijlen-van-den-dag overeenkomstig de eiken dag ^weer wisselende belangen onder de menschen, in plaats van den „rechten" mensch ontmoet go den gecompliceerden menseh, en moet ge leven in een gecompliceerde samenleving, die nu vermoeiend kan worden tot den, dood toe — niemand een-voud-ig, niemand doorzichtig, niemand op-recht: de vele vonden in plaats van den éénen levensstijl voor den levensomgang tot den levensopbouw — de wereld van belang en tegenbelang, de wereld van stijUooze menschen lieeit ook den prediker zoo moe gemaakt.

En ook in dezen „vicieuzen, cirkel" is Christus terecht gekomen. Voor stijllooze menschen heeft Hij moeten bewai'en dien sch, oonen stijl van den Middelaar Gods en der menschen, voor het Sanhedrin, voor Pilatus, voor Herodus, voor het volk. Als ge kent Zijn levenswet — den wil des Vaders voor Hem, den Middelaar — weet ge dan wel, hoe een-voud-ig, hoe doorzichtig, hoe „recht" Hij is? Het is alles zoo simpel aan dezen Heiland gehoorzaam geworden tot den dood des kruises. Hij is zoo verschrikkelijk een-voud-ig, het vele herleid tot het ééne — het recht van God. Hij spreekt en handelt en worstelt niet naar i, eigen belanig" maar uit dit ééne: Ik ben gekomen om Uwen wil te doen o God! Daarom zal Hij Zijn leven geven voor de schapen. Simj> el, eenvoudig, doorzichtig

En nu heeft Hij ons in de kerk gezet, ons de wet weer opgelegd, ons Zijn kracht toegezegd, opdat Zijn triumf over de samenleving „dezer wereld" blijke uit het leven Zijner kerkmenschen — de ééne levensstijl uit de ééne wet van God, simpel, doorzichtig, klaar voor God, en enigelen en menschen. Want het vele is den Heere een gruwel — het is zich omttrekken aan de wet Golds — maar het ééne in het vele is den Heere aangenaam — het is buigen volor de wet Gods! Simpel, doorzichtig, het kan nu, want Christus geeft krachten, het moet nu. want Christus heelt rechten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen