GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

..Christus' Antwoord op het Communisme".')

(E. Stanley Jones.)

In ziin boek „Ontredderde Wereld" zegt de bekende Russisch-Amerikaansche journalist, Maurice Hindus, dat de bolsjewiki in het werken voor de gemeenschap, zooals zij dat hebben georganiseerd, een van de voornaamste middelen zien om den godsdienst uit de harten der menschen te verdrijven. De werkers worden bezield door „het geloof in nieuwe tijden, in een nieuwe beschaving, in een nieuw geluk en voor nieuwe mensclien — hier op deze aarde, nu en voor alle stervelingen". Volgens Hindus is dat geloof voor hen, die er deel aan hebben, „een werkelijkheid en een macht, die boven al het andere uitgaat in hun leven, boven alles wat de menschheid hun te geven heeft" en hij noemt, den bolsjewistischen veldtocht tegen den godsdienst „een goed voorbereide poging om er alle beteekenis en aantrekkingskracht aan te ontnemen", „een uitdaging, zooals de godsdienst nog noodt te beantwoorden heeft gehad, in geen enkel land".

Het „Groot Offensief", de naam waai-mede de schrijver in een later verschenen werk het „Vijfjaren-plan" karalcteriseert — richtte zich daarom ook tegen de religie in al haar verschijningsvormen. Alle lichamelijke en geestelijke energie, waarover de Rus beschikte, moest hij in dienst stellen van het Plan: de strijd met de aarde om de schatten die zij bevatte, eischte immers al zijn krachten op. Wie wilde meehelpen om de nieuwe wereld te bouwen, moest God verlaten. „De aarde had hem weder", hem werd geen vrijheid gegeven om nog „aan een hemel te gelooven". 2)

Evenals Hindus ziet ook Stanley Jones in het maatschappelijk werk van het bolsjewisme een groote bedreiging voor het Christendom. Want „het communisme kritiseert niet alleen het Christendom, zooals velen dat in het verleden hebben gedaan, maar het stelt er een program tegenover, tot in bizonderheden uitgewerkt".

Rij een reis door Rusland is de Amerikaansche zendeling, wiens werk in Britsch-Indië zooveel bekendheid heeft verkregen, diep onder den indruk gekomen van de Icracht, die het communisme ontwikkelt. Hij heeft daarom gezocht naar het antwoord op de verkondiging van de boodschap der proletarische revolutie, naar de tactiek die het verder voortdringen van het „marxistisch atheïsme" zou kunnen verhinderen; het resultaat van zijn zoeken deelt hij ons nu mede in een boek: „Christus' Antwoord op het Communisme".

Het program van het Russische communisme heeft, volgens Stanley Jones, over de geheele wereld een verlangen gewekt naar een nieuw maatscliappelijk systeem, het is voor sommigen zelfs de uitwerking van een christelijk beginsel: „de Russische communisten weten op een onchristelijke wijze iets te bereiken, dat de christenen hadden moeten doen, maar waartoe deze niet in staat zijn gebleken". Stanley Jones vergelijkt de communisten met den zoon uit de gelijkenis, die weigerde om in den wijngaard van zijn vader te werken en die tóch ging, terwijl de Christenen hem dikwijls doen denken aan dien anderenzoon, die beloofde dat hij gaan zou, maar die zijn belofte niet hield. „Want we hebben gezegd, dat wij in zouden gaan tot het Koninkrijk Gods en het zouden vestigen op aarde, maar we hebben in plaats daarvan iets anders gevestigd". De sclxrijver aarzelt zelfs niet om het eigen oordeel over Rusland te leggen op de lippen van Christus^ Dien hij langs de Russisclie wegen ziet trekken om herhaaldelijk Zijn instemming te betuigen met hetgeen Hem wordt getoond. „Ik denk, dat Hij Zijn goedkeuring zou hechten aan de poging om een maatscliappij te bouwen, waar geen parasieten meer zijn, die leven ten koste van de anderen, zonder zelf te werken of iets te jresteeren ... aan het schoolsysteem, waar de kinderen den geheelen dag blijven en verzorgd worden, terwijl de ouders aan 't werk zijn (!)... aan de volksrechtbank, waar in een atmosfeer, die vrij is van wettelijke haarkloverij, vragen worden beoordeeld naar billijkheidsgronden... aan het gevangenissysteem van de Sovjets, gevangenissen zonder muren, zonder wraakgedacïite, zonder brandmerk, waar de inwoners vrij zijn weg te loopen, als ze dat willen, maar ze doen liet niet (!)... aan een poging, een maatschappij te stichten die gegrond is op coöperatie en niet op concurrentie, waar niet het succes van den een het ongeluk van den ander bebeekent Op „dienzelfden weg" laat hij Christus straks ook afkeurende oordeelen over Rusland uitspreken.

Steeds machtiger klinkt het loflied. In vervoering roept Stanley Jones uit: „Christus is toch opgestaan! Zijn geest herleeft in de warme liefde voor alle onterfden, in het geloof aan de eenvoudigen en ontwikkelden, in het openstellen van de voorrechten die vroeger slechts voor enkelen bestemd waren, voor allen, die werken willen. Ik had het gevoel, dat dit alles meer te maken had met den geest van Christus dan de pracht en de glorie van de gesloten kathedralen". In een ware geestesverrukking aanscliouwt hij een zwaren steen, die voor de gesloten deur van een der gegrendelde kerken was gelegd, de gedachte overweldigt hem dat die steen misschien genomen was van het graf van Christus, waardoor het voor den Gestorvene „gemakkelijlser zou zijn om op te staan uit het graf en terug te keeren tot zijn oorspronkelijken geest...."

Heel dat kostelijke program der Sovjets wordt, volgens den schrijver, uitgevoerd met een overtuigingskracht, en een enthousiasme, zooals bijna nergens op aarde wordt gevonden. De werkers gelooven met hun heele hart in het ideaal, dat hen vervult, ze zijn bezield met een brandend verlangen om hun taak te volbrengen, zij staan optimistisch tegenover het leven, de deuren zijn wijd open, een grootsche toekomst wacht hen, zij verbreiden met vreugde de blijde boodschap van het communisme-dat-de-wereld-overwint.

Wellicht rijst nu de vraag, waarom nog weerstand moet worden geboden aan een stelsel, dat „zooveel bevat wat met 'het christelijk beginsel in overeenstemming is... dat God misschien gebruikt om het Christendom te wekken tot ietSj dat het in zijn eigen evangelie verwaarloosd heeft." Waarom is een verzet noodig, waarom bevorderen wij niet met aUe kracht de komst van de Sovjetheerschappij ?

Stanley Jones heeft een antwoord op die vragen. Heel het bolsjewistisch program wordt tenslotte beheerscht door den geest van een materialistischatheïstische wereldbeschouwing. Indien dit atheïsme de leiding neemt bij de , ', verandering der wereld", is het met het Christendom gedaan, zullen de ooren voortaan gesloten bUjven, wanneer het Evar^gelie wor3t verkondigd. „Ik ben er van overtuigd", zegt de schi-ijver, „dat het Christendom een crisis tegemoet gaat, misschien wel een, beslissende crisis. Zoo niet onze generatie dan "toch op zijn laatst die van onze kinderen zal te kiezen hebben tusschen het materialistischatheïstische communisme en het Koninkrijk Gods op aarde... Het Koninkrijk van den Atheïstischen Massamensch en het Koninkrijk Gods staan beide Voor de poort der wereld en kloppen aan. Misschien zal onze generatie moeten besUsseUj welke van die twee zal worden aanvaard". Wij worden tot een keuze en tot een krachtig antwoord gedwongen.

Argumenten helpen niet, met redeneeren komen we niet verder: „Tegenover een) radicale beweging moeten wij een wijzer en beter radicalisme stellen. Wij moeten iets beters weten te stellen tegenover het Marxistisch communisme, of wij worden er door overwonnen"; onze vrijheid kunnen we slechts behouden door „het scheppen van een betere samenleving, van een beter maatschappelijk systeem". „De e enige manier hen te verslaan is hen te overtr ef f en 2).... we moeten ons een programma weten te veroveren voor een wereldhervorming, want de toekomst is aan 't systeem dat het meeste voor de menschheid doet. Tegenover het realisme van het Marxistisch communisme moeten we een dieper en meer omvattend realisme zetten, het realisme van 't Koninkrijk Gods op aarde", s)

Het antwoord van Stanley Jones voorziet ©en „Christelijk Plan" voor welks samenstelling en uitvoering „een leger van denkers en werkers noodzakelijk is". Er is slechts weinig tijd beschikbaar: „Als Rusland zijn achterstand inhaalt en de andere landen voorbij begint te streven (en dat zal waarschijnlijk binnen tien jaar het geval zijn), dan zullen velen de oogen opengaan Men hoopt in 1937 den levensstandaard te hebben verdubbeld en wanneer zij met hun tweede vijfjarenplan even goed slagen als dalj met het eerste plan het geval is geweest, dan zullen zij hun doel bereiken. Dan zal hun levensstandaard op één lijn komen te staan met die van het Westen, • Ik waag het te voorspellen, dat er dan in het Westen een groote crisis zal ontstaan. Want dat is een argument, dat alle onterfden zullen verstaan".

Wie nu onder den indruk van al dien lof over het maatschappelijk werk der Sovjets en van al de voorspellingen van de aanstaande overwinning der wereld door het communisme, verder leest in het boek van Stanley Jones, zal zich dikwijls afvragen of wel steeds dezelfde schrijver aan het woord is. Want met dezelfde vrijmoedigheid waarmede het „Sovjet-werk" wordt geprezen, wordt het ook veroordeeld. De vrees dat het spoedig de wereld zal veroveren, wisselt af met de zekerheid dat het tengevolge van de eigen gebreken ten onder zal gaan.

„De bolsjewisten", schrijft Stanley Jones, ., hebben het bloed van anderen vergoten, hebben anderen doen Ijjden om daardoor hun nieuwe samenleving te vestigen. Zij veroverden door hun meedoogenloosheid gemakkelijk de plaatselijke heerschappij in Rusland, maar op hetzelfde o o g e n b 1 i k vernietigden z ij hun m o g e- lijkheden voor een veroveren van de geheele wereld" 2), zij hebben „de wraak opgenomen in hun programma, zij hebben wraak genomen op de bourgeoisie tot in het tweede geslacht; de 'kinderen der vroegere bourgeoisie deelen niet in de rechten en voordeelen van do kinderen uit het proletariaat, tenzij ze hun ouders verloochenen.... 't Is dus juist door zijn kwaadaardigheid, dat het Russische communisme betrekkeliik gemakkelijk zijn doel bereikte: allen, die het niet daarmede eens waren, heeft het eenvoudig opzij gezet. Maar terwijl het daardoor, althans voor het o o g e n b 1 i k zijn leven in Rusland zelf gered heeft, heeft het dit in de overige wereld verloren. ^) Want wat „de mensch zaait, dat zal hij ook maaien": haat wekt haat, wraak wekt wraak... wie het geweld gebruikt bij de oplossing van een probleem, raakt dat geweld niet meer kwijt. Middelen verdwijnen niet bij het gebruik, maar worden opgenomen in het doel".

Met instemming haalt Stanley Jones eenige woorden aan van Einstein, die deze geleerde ook op Rusland toepast: „Ik ben er van overtuigd, dat elk autocratisch systeem van geweld onvermijdelijk wordt gevolgd door degeneratie, want geweld trekt onvermijdelijk de slechte elementen in een volk aan. De tijd heeft bewezen, dat zelfs de meest superieure tyrannen alt ij d gevolgd worden door schurken."')

Hiet meest verbaast de schrijver ons na aL het voorgaande, wanneer hij op eenmaal zegt dat het „dwaasheid is om te spreken vaa een bereiken van een Christel ij k doel met marxistische wapenen, en dezelfde, die met zekerheid spreekt over het welslagen vaa het nieuwe vijfjarenplan, waarschuwt ons later, dat we er in moeten slagen om de nieuwe constructie van de wereld te stellen onder Gods leiding en macht, want anders „loopt alles in de war, zoo als nu in Rusland de boel in het honderd schijnt te loopen."')

Neen, opeens is er geen sprake meer van eenig vertrouwen: „Het communisme leeft op 'toogenblik van een stroovuurtje van optimisme, in den grond is het cynisch. Een eeuw van scheppend-sociale kracht is nooit tot bloei gekomen 3) op den stam van het cynisme."

Stanley Jones wisselt uitroepen van bewondering af met kreten van afgrijzen, beide reeksen van exclamaties hebben menigmaal betrekking op hetzelfde object. Soms richt Iiij zich tegen h»t Marxisme op een wijze, die de meest felle tegenstander hem niet zou verbeteren: „In de moraal van het bolsjewisme is de bitterheid, de haat en de wraakgedachte van Marx, den, stichter, opgenomen ... Dezen geest van den stichter vinden we terug in het geheele systeem, en het gif ervan heeft groote bloedvlekken van haat en wraak gevormd op het kleed van het communisme, die er uitzien als wonden, en ook in geest en wezen bloedvlekken zijn. En ze zijn nog ongen e z e n." ')

De impulsieve natuur van den. schrijver drijft hem tot een reeks uitspraken, waarin de eenheid wordt gemist. Zijn aphorismen werken daardoor verwarrend en verliezen hun kracht.

Het ideaal^ dat Stanley Jones zich stelt^ wordt evenmin bevorderd door de wijze waarop hij de sociaal-economische structuur van Rusland en van de Weslersche samenleving teekent. De voorstelling, die hij geeft, is wel zeer simplistiscli. Met geen woord rept hij over de gecompliceerde economische politiek van Stalin; over haar afwijkingen van het zuivere communistisch karakter, b.v. op het gebied van de loonen en van de distributie der goederen, lezen we niets. Stanley Jones schijnt slechts dat ééne verlossende • woord: coöperatie te kennen en hij meent waarlijk met dat woord het huidige Rusland te kunnen karakteriseeren, hetgeen hem wel niet verhindert om één keer de Russische maatschappelijke organisatie een door den Staat gesocialiseerd kapitalisme te noemen. Wie, zooals hij, het bolsjewisme afwijst om het gebrek aan vrijheid, om den dwang, om de meedoogenloosheid; om al het ruw vergoten bloed en om den materialistisch-atheïstischen grondslag, mag niet tegelijkertijd een samenleving, die doorwoekerd is met zulke gebreken, eeren als een j, maatschappij met een zedelij ker grondslag dan die van het Westen", mag haar zelfs geen oogenblik een coöperatie moemen. En evenmin is het boek van Stanley Jones geschikt om den lezer ook maar bij benadering een zuiveren indruk te geven van de Westersche samenleving. Het beeld dait 'daarvan is geteekend, bestaat slechts uit eea enkele Ujn, die forsch is getrokken, waardoor het geheel aandoet als een carricatuur. Die samenleving is niet te verklaren uit het zelfzuchtig streven om rijk te worden en de zwakken te vertrappen, in haar leeft niet alleen „het winstbejag en 'de concurrentie". Is het rechtvaardig om te zeggen dat bet „surplus van de industriewinst, die behoorde te worden aangewend om het levensniveau van velen omihoog te brengen, gebruikt wordt om van één man een berg te maken"? In onze samenleving met haar dynamisch karakter, met haar veelheid en verscheidenheid van motieven, zijn lang niet altijd „de bergen ontstaan ten koste van de dalen", vinden we zeker niet steeds „aan den voet van eiken berg van financieel succes het dal der finandëele nooden". De processen die haar gedaante hebben gevormd, kunnen miet eenvoudige geologische beelden niet worden weergegeven.

Stanley Jones roert ongetwijfeld zeer gewichtige vraagstukken aan, hij legt mienigmaal den vinger op de wondeplekken in onze samienleving, hij doet ons somis op een indrukwekkeude wijze luisteren naar de stem der „onterfden".

Maar wie de noodklok luidt, wie de Christenen van alle landen wil samienroepen om hen te bewegen als één m'an te strijden voor hun Koninkrijk, m'oet aan de schare betere voorlichting geven omtrent de gevaren, die hen van binnen en van buiten bedreigen, dan Stanley Jones in zijn nieuwste boe^k doet. Belangrijke gedeelten zijn slechts — helaas — geschikt om. verwarring te stichten. De principiëele bezwarein tegen mienige uiteenzetting en oplossing, die hij geeft, zijn bovendien talrijk; we denken b.v. aan zijn begrip „Kjoninkrijk Gods". Wij moeten die bezwaran nu laten rusten, vele aangehaaldei zinnen zullen bij de lezers reeds sterke tegenspraak hebben ontmoet De wijze waarop hij Christus laat oordeelen over de Russische toestanden en. de voorstelling die hij daarvan geeft, is eigenlijk verschrikkelijk. Waartoe moeten toch zijn oppervlakkige formuleeringen dienen, wie geeft hem; het recht hier in den naam van Christus te spreken? En wat moeten we denken van zijn verrukldng over „Christus' opstanding in Rusland"? Er zijn grenzen!

Men leze echter het |boek zelf om, een voUedigen indruk te krijgen van hetgeein de schrijver ziet als de „eisch van den dag" en oordeele.

Bi. t. B.


1) De Engelsche titel is: „Christ' and Communism".

2) V.g. Prof. Bonger: „De aarde heeft mij weder", raag en moet het socialisme van nu zeggen — een ieder zijn vrijheid latend om ook nog aan een hemel te gelooven." (Soc. Gids, 1927.)

3) Wij spatieeren.

3) Wij spatieeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1935

De Reformatie | 8 Pagina's