GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPliAIR-VEJEN-""^

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPliAIR-VEJEN-""^

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloofsgenezingen In Moettlingen?

VII.

Gottliebin Dittus en een „gebroken" pols.

Zoo zagen we dus, hoe Blumhardt, door Gottliebin met geweld de handen te vouwen tot gebed, en haar te bevelen te bidden, met de behandeling een aanvang gemaakt had. Een behandeling, die hem na eenigen tijd zóó in moeilijkheden bracht, dat hij wenschte, er nooit aan begonnen te zijn. Maar hij zette door, omdat hij niet meer terug kon: de menschen zouden er hém op aanzien, dat Gotthebin eer erger dan beter geworden was. Hij ging door, omdat hij anders een terugtocht zou moeten ondernemen tegenover „booze geesten", en dit zou getuigen van te weinig vertrouwen op zijn Heiland. Hij sterkte zich door gebed en vasten en Schriftlezing. Bizonder voelde hij zich zelfs gesterkt en tot zijn taak geroepen na het lezen van het tweede hoofdstuk van Jezus Sirach.

Hij kón ook moeilijk ophouden, , want hij werd telkens weer geroepen bij GotUiebin; soms bracht hij halve nachten bij haar door. Al spoedig echter ging hij niet meer aUeen, maar nam hij mee den dorpsburgemeester en een zekere Mose Stanger, den vader van Friedrich Stanger, den stichter en „Vader" van de reddingsark. Wie zien nu ook meer en meer, hoe totaal verkeerd Blumhardt de ziektesymptomen gaat interpreteeren. Als de patiënte in een acces de vuisten balt, en venijnig naar hern kijkt, denkt Blumhardt^ dat dit natuurlijk een booze geest is, die zijn misnoegen over de aanwezigheid van den predikant toont! Als Gottliebin haar stem wat verdraait, denkt Blumhardt, dat liet de stem is van een geest, die door Gottliebin heen spreekt. En hij betreedt een heel glibberig pad, door zelfs met dien veronderstelden, inwonenden geest te gaan spreken! De antwoorden zijn natuui-lijk van Gottliebin en van niemand landers, zij speelt haar rol prachtig! B.v. dien van de gestorven dorpsvrouw, met het doode kind op den arm, die blijkbaar sterke affecten in Gottliebin wakker roept. Blumhardt vraagt dan aan den „geest van die gestorven vrouw": „Hebt ge dan geen rust in het graf? " Er wordt geantwoord: „Neen". Blumhardt vraagt verder: „Is U alleen? " Antwoord: „Neen". „Wie is er dan bij U? " Toen aarzelde de stem, maar daarna wierp ze er snel uil: „De allerverschrikkelijkste". Ze zei dan voorts nog, dat ze de gebondene van den duivel. .\yas.

Bijna alles, wat Gottliebin nu in den vervolge zegt of doel, wordt dan door Blumhardt toegeschreven aan de booze geesten of aan den duivel. Soms sloeg Gottliebin de omstanders tijdens een insult in hel gezicht, ook één keer den biurgemeester; het is echter de duivel, die zich verweert tegen een mogelijke poging tot uitbanning. Als ze aan het e'ind van een insult met haar lippen spuwende bewegingen maakt, maakt Blumhardt Meruit op, dat er nu demonen door haar mond' uitvaren. Als Goltliebin haar, haar door Blumhardt gesuggereerde rol van demon, meesterlijk speelt, en met huilende, weeklagende stem zegt: „Gij verstoort onze heele bond met Uw bidden", merkt Blumhardt op, dat de duivelen dus sidderen voor de kracht van zijn gebed! En het wordt steeds mooier. Ze laat die demonen ook al in het Fransch antwoorden, een andere weer in slecht Duitsch, weer een andere een keer in (vermoedelijk) Italiaansch (Blumhardt zegt: althans naar den klank te oordeelen!) Eén „geest" is nog beroemd geworden, deze zou Gottliebin vroeger ook reeds in haar huis gezien hebben; hij kondigde zich aan als een „meineedige" en zei toen dit waarschuwende vers op (dat men later geschüderd heeft op hel huis der familie Dittus):

„O, Mensch, bedenk die Ewigkeit, Versaume nicht die Gnadenzeit, Denn das Gericht ist nicht mehr weit!"

Als Gottliebin zulke aanvallen kreeg, liet Blumhardt geestelijke lofzangen zingen, bad bij de patiënte en beval den geest uit Gottliebin uit te varen. Volgens Blumhardt voeren de geesten dan ook uit; in het begin 3, toen 7, daarna 14; later op een middag volgden snel op elkaar 175 en toen nog eens 425 demonen en nog later steeg hun aantal wel tot in de duizenden. Op een gegeven oogenblik zaten er zelfs 1067 tegelijk in GotUiebin. Het uitspuwen ervan ging meestal in veelvouden van 12 of 14 stuks tegelijk. Soms zag (alleen!) Gottliebin ze nog even door de kamer loopen, en diverse ervan herkende ze. Er waren zelfs Wel geesten bij uit Amerika! Eén ervan was een opperduivel in een kleedij uit overoude tijden en die had een „ungeheuer" groot boek onder den arm", waarin de namen stonden van hen, die in zijn macht waren.

Het wordt eigenlijk belachelijk, als we zien, hoe Blumhardt alles, wat Gottliebin in haar hallucinaties voor hem oplepelt, maar voor waarheid aanneemt. Het lijkt me niet mee te vallen, als men op zoo sensalioneele wijze zich temidden van de demonen bevindt, om dan ook nog eens heel snel te moeten gaan tellen tot 175 of tot 425! Laat slaan als het moet tot 1067!

Zooals gewoonlijk bij deze patiënten, , is iiun. repertoire met hallucinaties en accessen niet uilgeput. Braun zegt van het groot hysterisch acces, „dat het slechts de groote aria is in het raam van een zeer rijk programma, dat nog zeer veel aantrekkelijker nummers bevat!" ^i) Tot deze nummens mogen we rekenen het ontstaan van brandblaren in den hals, als ze hallucineerde door een gloeiende hand in den hals gegrepen te zijn. Verder het optreden van spontane huidbloedingen: ze voelde, of er van binnen uit met een scherp instrumentje tegen de huid geprikt werd: er ontstond echter geen wond, maar wel een bloeding. Ook de bloedingen, die ze een patu- jaar lang eiken Woensdag en Vrijdag had; zoolang echter Blumhardt notitie van haar genomen had, waren ze weggebleven; toen hij echter eens een tijdje niet van zijn belangstelling liet blijken, kwamen ze weer terug! Soms liep het bloed haar ook uil neus, oogen, mond en ooren en kwam het „boven uit het hoofd". Deze laatsten stopten, als Blumhardt diep zuchtte! Wc zien hier eenige overeenkomst met de echte stigmalisalie, zooals bij Louise Lateau en bij Therèse Neumann te Konnersreuth, die eiken Vrijdag, als het beeld van den Gekruisigde haar met overweldigende duidelijkheid voor haar geestelijk oog komt, de wonden van Christus vertoont en bloedige tranen weent.

We zien uit dit alles wel duidelijk, hoe al die symptomen psychisch „verankerd" zijn. Niet dat we daarmee willen ontkennen, dat die bloedingen geen echte bloedingen zouden zijn geweest; integendeel; men heeft bij Tlierèse Neumann zelfs meermalen dat uiUoopende bloed opgevangen en onderzocht en bevonden, dat het „gewoon menschenbloed" was; en de brandblaren van Gottliebin zijn even „echt" geweest, als wanneer ze zich aan de kachel gebrand had! We willen er echter op wijzen, dat die „gloeiende hand" als een werkelijke hand niet noodig geweest is, om die brandblaren te doen ontstaan; al deze symptomen kunnen ook langs zuiver psychischen weg ontslaan, b.v. in hypnose. Hierbij brengt de dokter een patiënt in een soort kunslmatigen slaap, waarbij hij echter contact houdt met den geest van den patiënt. In die hypnose zien we nu „b.v. zweet uitbreken bij de voorstelling „hitte"; ook als dü onderzochte in een ijskelder zit; kippevel krijgen bij de voorstelling „koude", ook als de onderzochte zich in een oververhitte kamer bevindt. Ook kan men in de hypnose zware anatomische veranderingen der huid, als brandblaren te voorschijn roepen (Kreibich, Heller en Schulz)". ^2)

Verder zien we bij Gottliebin allerlei paraesthesieën, als het gevoel, of ze geprikt of geduwd wordt; dan hysterische verlammingen: Blumhardt vermeldt n.l. dat ze soms „uitwendig zoo verlamd' was, dal ze geen harer ledematen meer bewegen

kon". En ten slotte zien we ools de hysterische anaesthesieën, d.w.z. dat de patiënt gevoelloos is voor pijn. Iedere arts heeft wel eens een patiënt gezien, bij wie men rustig ©en naald dwars door een huidplooi kan steken, zonder dat dit de patiënt ook maar leciiigszins pijn doet en... zonder dat het bloedt! GottUebin weet van deze anaesthesie een uitzonderlijk gebruik te maken, door naalden en spelden onder haar huid te werken èn ze ©!• dan in tegenwoordigheid van anderen weer uit \J6 halen! Dikwijls ook zonder bloeding! Blumhardt echter dacht, dat deze naalden, enz. er door leen booze geest „ingetooverd" waren, en Gottliebin neemt dezen gedachtengang gretig over en zegt, dat drie mannen op straat ze erin to o verden; zij zelf werd dan zóó, dat ze zich er niet tegen verzetten kon". Blijkbaar had ze ook veel spelden en naalden en stukjes ijzer doorgeslikt, die ze in tegenwoordigheid van Blumhardt opbraakt; er blijven er wel eens steken en Blumhardt moet dan een handje helpen. Als de lezer dit doorslikken te vreemd vindt, dan wijs ik er op, dat in de chirurgische kliniek te Leiden nog altijd een „bak oud roest" staat, waaronder zich beitels, ijzers van , hamers, stukjes ketting, enz. bevinden, die een patiënt indertijd naar binnen gewerkt had, jaren lang in zicli om gedragen had, en die ten slotte < loo-'- wijlen Prof. Zaaijer uit de maag gehaald zijn!

Kort voor de „ontknooping" zien we dan nog, dat GotQiebin hallucineert, dat ze verre reizen doet, en over eilanden zweeft; daar ziet ze dan de uitbarsting van een vulkaan, terwijl in den krater gesmeten worden de oppergeest met het groote boek en nog een duizend andere booze geesten met hem. Blumhai-dt vermoedt, dat die eilanden wel zullen behooren tot West-Indië (alsof er geen andere 'eilandenrijken zijn, die aan die vage beschrijving beantwoordden!) en het wordt hem tot ztdierheid, als hij in de krant leest, dat er in West- Indië een vulkanische uitbarsting geweest is! In zijn officieel rapport aan de „KönigUch Württembergischen Oberkirchenbehörde", waaraan ik al deze gegevens ontleend heb, knoopt liij dan ook aan deze laatste hallucinaties de meest bizarre denkbeelden vast!

Ten slotte heeft GotUiebin dan noj ^eens een poging tot zelfmoord gedaan; ze heeft ook nog eens met een mes haar j, buik opengesneden" om er weer van die naalden enz. uit te halen, en hierbij zou ze zelfs haar maag doorgesneden hebben: vriendinnen hadden het eten door de wond af zien hiopen! (misschien een spoortje overdrijving? ); en dan wordt GottUebin rustiger en is later een trouwe ir.edehelpster geworden van Blumhardt, zoowel in iMoettlingen als in Bad Boll. In dezen tijd echter, |oinstr6eks Kerstfeest 1843 kreeg haar zuster Catha- Irma nog wat hysterische symptomen, die Blumhardt ook hield voor bezetenheid van duivelen, maar deze duurden maar 3 dagen. Toen op 28 Dec. 1843, 's nachts om 2 uur brulde Catharina hevig en werd rustig toen ze gezegd had: „Jesus ist Sieger", Jezus is Overwinnaar!

Hiermee hebben we dezen „Kampf", zooals Blumhardt dezen strijd bij voorkeur noemt, belicht, zooals onze hedendaagsche kennis van zaken 'dit toelaat; het blijkt dan ook hier weer, dat er niet de minste noodzaak is, een direct Goddelijk ingrijpen te aanvaarden. Dat deze ziektegeschi& denis zoo „christelijk gekleurd" is, behoeft niet te verwonderen, waar GottUebin Dittus ©en begaafd meisje was uit piëtistisch christelijke kringen, terwijl Blumhardt er nog het zijne aan toe deed, om het verloop te doen gelijken op een strijd tussclien demonen en booze geesten eenerzijds en de „krachten van den verrezen H|eer" andererzijds!93)

Er resten ons nu nog een paar verhalen van „genezingen" in het tegenwoordige Moettlingen nader onder de oogen te zien.

Ik citeer eerst volledig het volgende verhaal van Geigers vrouw, s*) „Het gebeurde in September 1927 dat mijn vrouw, bij een bezoek in de stad, in een slecht geplaveide steeg, kwam te vallen, zonder later te kunp.en zeggen, hoe het eigenlijk gegaan was. Hierdoor brak ze haar rechterpols. Nu wisten we niet wat we doen moesten. Het verstand zei: „'tspreekt toch vanzelf, dat een gebroken pols weer gezet moet worden — wat aUeen door een dokter kan geschieden". Maar daartegenover stond het in Moettlingen gewekt geloof èn de eerste geloofsgenezing van mijn vrouw. Dezen zeiden: „een MoettUnger vertrouwt zijnen Hiemelschen Geneesmeester". Na een zwaren strijid van 'drie dagen, waarin wij heen en weer werden geslingerd, schreef ik op aandringen van mijne vrouw aan onze dochter, die ziekenverpleegster is, dat zij moest overkomen. Deze wees ons op al de mogelijke nadeelige gevolgen, als we geen dokter namen. In dien moeilijken strijd Uet mijn vrouw zich door iden Heer een woord geven: het luidde: „Ik ben met u, spreekt de Heer, om u te verlossen", Jes. 30:11. Dit woord Uet zij aan onze dochter lezen, 'die daarop tot haar zeide: „Moeder, gij moogt niet naar den dokter gaan"; nola bene z ij de ziekenverpleegster, die krachtens haar beroep had aangeraden de hulp van den dokter in te roepen! Daarop vroeg ik Vader Stanger schriftelijli om voorbede... en de hand is genezen, zonder dat 'een aardsche heelmeester om- hulp werd gevraagd en zonder dat mijn vrouw zelf in Moettlingen was. Het tweede wonder door Moettlingen; !het derde tastbare wonder in ons leven."

Tot zoover dit verhaal. Wat noemt Geiger nu „tastbare wonderen? " Er blijft bij nadere beschouwing van 'dit verhaal niet veel over, hoeveel indruk het misschien ook op het eerste gezicht op' den lezer mag maken! En wel om de volgende redenen: Er is blijkens het verhaal geen dokter bij geweest! We hebben dus geen betrouwbare gegevens, óf die pols werkelijk gebroken is geweest, ja dan neen! Hiet kan best „maar" een bandverstuiking geweest zijn. Dat Geiger hier zélf dus meedeelt, dat die pols gebroken was, zegt niets! Hoeveel keer zien we niet, dat een patiënt denkt^ dat zijn pols gebroken is, als hij erg pijnlijk is bij beweging, kort na het ongeval is op gaan zetten, misschien pok wat verkleurd is, terwijl het dan alleen maar bUjkt een bandverstuiking te zijn.

VerondersteUen we nu, dat er alleen maar een bandverstuiking was, dan zou zoo iets in een paar weken, volkomen vanzelf, óók wel genezen zijn; in ©en drukkend vette wattenverband nóg wat gauwer. Nemen we aan, dat de pols inderdaad gebroken is geweest, dan „spreekt het nog heelemaal niet vanzelf, dat een gebroken pols weer gezet moet worden". Dat moet alleen gebeuren, als er wat te zetten is, m.a.w. als de breukstidiken ten opzichte van elkaar op hinderlijke wijze verschoven zijn. Kleine verplaatsingen, die later niet hinderlijk zullen zijn voor de functie, kunnen we gerust ongereponeerd laten. Hiangt men dus een gebroken pols, waarbij de breukstukken niet, of niet veel ten opzichte van elkaar verschoven zijn, in een doek, dan zal ook deze arm „geheel vanzelf" in een 3 a 4 weken genezen. De dokter zal er natuurlijk een gipsspalk tegenaan leggen; dan is er veel minder gevaar, dat door een ongelukkige beweging, als zich b.v. 's nachts in bed omkeeren. de stukken toch nog ten opzichte van elkaar zouden verschuiven. Ook in - dit geval behoeft Geiger niet te j, roemen", dat hij „zonder hulp van een aardschen heelmeester" is klaargekomeUj want hij heeft dan meer risico op zich genomen dan noodig geweest was bij zaakkundige behandeling! Dat het erger geweest is met die pols, is zeer onwaarschijnlijk, want Mevrouw Geiger heeft er eerst nog 'drie dagen mee rond geloopen, aarzelende wat ze doen zou. Bij een flinke dislocatie aarzelt men heusch niet meer!


91) Ernst Braun: Klin. Wochenschr. 1928. No. 21, pg. 970.

92) E. Liek: Das Wunder in der Heilkunde, pg. 174.

93) Johann Christoph Blumhardt: Krankheitsgeschichtc der Gottliebin Dittus in Möttlingen. Hieraan zijn alle gegevens betreffende Gottliebin Dittus ontleend. Zie hiervoor ook: F. Zündel: Johann Christoph Blumhardt, pg. 111—152.

94) E. Geiger: Geloofsgenezingen, pg. 8/9.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

POPliAIR-VEJEN-

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's