EVEN PARKEEREN.
Synode des Geloofs.
Binnen enkele dagen komen wij als synode te samen.
Ik schrijf wij, hoewel ik noch lid der Synode ben, noch aan de tafel der prae-adviseurs zal plaatsnemen.
Een synode toch is geen conferentie van theologische en kerkelijke experts.
Geen gereformeerd parlement, waarheen wij vertrouwensmannen afvaardigen.
Geen amphitheater, waarin alleen de eersteklassers met hun professionals de arena betreden en de anderen als toeschouwers op de tribunes zitten.
Zelfs geen vergadering van kerken, die een modus Vivendi trachten te vinden voor een verder ongestoord samenleven.
Maar een synode is een Kerkvergadering!
En als ik spreek van Kerk, dan noem ik allereerst den naam van Christus, den Gezalfde!
H ij is het, Die ons samenroept om te hooren 'Wat de Geest tot de gemeenten zegt.
Hij roept Zijn Kerk samen naar de ambten, door Hem ingezet: profeten en leeraars, herders en opzieners.
Opdat zij Zijn medewerkers zouden zijn in het regiment, waarmede Hij Zijn Kerk regeert.
En ons allen roept Hij, leden van Zijn lichaam, Zijner zalving deelachtig, opdat wij zouden belijden: wij zijn van U!
Opdat wij met alle bidding en smeeking zouden pleiten: „Uw Koninkrijk kome" d.i. regeer ons door Uw Woord en Geest. Gij kocht ons met Uw bloed', b 1 ij f Heiland, ons regeeren. Wil ons. Uw erfenis, door Uwe macht bewaren."
Wij zullen toch van het Koningschap van Christus geen formeele zaak gaan maken!
Een Zondag van den Catechismus, een artikel uit de Confessie, een passus uit de Dordtsche Leerregels, een hoofdstuk uit de Kerkenorde.
Om dan verder te praten en te doen alsof Christus absent ware!
Om dan synode te houden en over de synode te praten buiten het geloof om.
Dat ware kerkje-spelen en synode-spelen! Er schijnt onder ons een zekere synode-angst te bestaan.
In dien angst zien wij boemannen aan de tafel der prae-adviseurs.
Wij meenen bommenwerpers te hooren en construeeren gaskelders om het gevaar te ontvluchten.
Was die stemming algemeen, was er bij ons niets anders, het zou beter zijn geen synode te houden!
Maar het geloof in ons ontwaakt. Wij zien in het geloof Christus, Die onze eenigste Autoriteit is.
En Hém ziende, komen wij bevende tot den Heere en Zijn goedheid.
Tot Hém, Die als onze Koning en aller dingen machüg, ons alles goeds te geven, den wil en het vermogen heeft.
Looft God in Zijn gemeent' alom, Den Heer, gij, die in 't heiligdom Als Isrels kroost moogt naad'ren. Hoe vroolijk gaan de stammen op Naar Sions Godgewijden top!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1936
De Reformatie | 8 Pagina's