GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De dominee van Jan de Hartog.

Er zijn maar weinig figuren in het leven, van wie in de literatuur zóó'n wonderlijk beeld wordt opgehangen, als van den dominee.

Het is heelemaal niet noodig, dalj, lals in ©en of ander boek een predikant voorkomt, hij altijd een sympathiek mensch moet wezen. Liever nietl Wiant er zijn in de werkelijkheid heel wat éo> minee's, die verre van sympathiek zijn. Maar waarom moeten het nu juist altijd öf halve heiligen èf halve idioten zijn?

gen èf halve idioten zijn? In een vroegere periode was dat zoo met vrijwel alle andere figuren. Er waren enkele edel© menschen en er waren vele slechte lieden. Daartusschen had men dan het conflict. Ook bestonden er tusschen die edele menschen enkele afschuwelijke misverstanden, die tenslotte gelukkig werden opgelost.

Deze boeken zijn voorbij.

Toen is de literatuur geworden de spiegel van het leven.

Eerst van het menschenieven. Nu van héél het leven.

Aanvankelijk waren het meest psychologische conflicten, die werden beschreven, waarbij het liefde-leven en de huwelijksmoeilijkheden wel de meeste stof leverden.

Daarna werd de belangstelling veel wijder en in plaats van de zielkundige analyse, kwam de rake belichting der situatie, de scherpe visie en het nuchtere woord der zakelijke beschrijving.

Harde boeken zijn het, die wij thans te lezen krijgen.

Het realisme daarin is meer waarheidsgetrouw, dan wat men vroeger meest met dezen term aanduidde: vrijmoedige beschrijving van obscene gedachten en daden; die werkelijkheden zijn waarlijk zoo belangwekkend niet. Maar het breede leven in al zijn uitingen, ook in zijn nooden en angsten, wordt geteekend met forsche lijn.

Men beschrijft kort en goed de werkelijkheid, hoe die dan ook is. Hierdoor zijn de meeste moderne romans zoo vreeselijk troosteloos! Maar ze zijn waar. Zoo IS het leven. Het moderne leven zonder God is niet anders dan een benauwde kramp.

Ik geloof, dat we eensdeels bUj moeten zijn met die zakelijkheid der modem© romans. 'Want we hebben er niets aan, het leven te zien in een rose schijn van romantiek en ingelijst in ©en vriendelijk lieveheertjes-christendom. Dat de wereld in het booze ligt en dat wij de heerUjkhejid Gods derven, wordt in de moderne literatuur wel heel erg duidelijk. Er is niets zoo gevaarlijk, alfei het schrijven en lezen van boeken, die het leven buiten Christus teekenen als ook nog wel mooi en goed.

Dat zijn de zoogenaamd onschuldige neutrale boeken, die men elkaar aanbeveelt met een beroep op de gemeene gratie. DoCh die boeken dringen niet door tot op de huid van het leven en zijn vol onwaarachtigheid.

Maar de waarheid is hard. Het lezen van eerlijke boeben is voorwaar geen genoegen.

Ge kunt ze niet in de huiskamer laten liggen. "Wanneer een Christen ze leest, gaat hij ia zijn binnenkaineo- om zich voor God te verootmoedigen. En zijn ziel schreit naar de openbaring van de heerlijkheid van Jezus Christus, die het leven verlost van het verderf.

Een door en door onchristelijk boek, vol van verderf, las ik van Jan de Hart o g: , , Ave C a e sar".

Dat is eigenlijk een ellendig boek. Maar hoe kan dat anders, als er niets, maar dan ook letterlijk niets, van Jezus Christus in is?

De menschen in dit boek hebben radicaal met God afgerekend Ze kennen het geloof zelfs niet van uit de verte. Wat vage jeugdherinneringen, dat is al.

Het is de geschiedenis van een slappen jongen, wiens idealen en heele leven stuk slaan op de moeilijkheden der werkeloosheidl.

„Verloren — verloren...", dat is het refrein van dit boek.

Dat roept een jongen in stervensnood uit in het eerste hoofdstuk. Dat herhaalt de hoofdfiguur van dag tot dag.

En ja, de schrijver heeft gelijk: ©en leven, elk leven zonder Christus, is in den grond een verloren leven. Al wat het meer lijkt, is maar söhijn. Dat is zakelijk de waarheid

Maar dat komt niet, zoo als de schrijver ons wil suggereeren, doordat 'de tegenwoordige jonge menschen tijdens den oorlog werden geboren, maar omdat er lederen dag sprake is van zonde, maar geen enkelen dag van het evangelie. Dat geldt van iedere generatie.

Ook vorige generaties werden beschreven onder den kenmerkenden titel Armoede. Maar toen was het heel wat makkelijker, dan nu, na dten oorlog, om een zekeren schijn op te houdfen. Ook de literatuxir is eerlijker. Behalve op één punt.

Biehalve wat betreft den dominee. Zijn dan kerk en wereld zóó ver uit elkaar geslagen, dat een modern, ongeloovig schrijver het fenomeen „dominee" in de werkelijkheid niet kent en niet teekenen kan? Zoodat hij, als hij een beeld daarvan noodig heeft om de een of andere reden, dit gemakshalve ontleent aan de dominees-caricaturen uit een vorige periode?

"Waarom laten ze den dominee er dan liever niet buiten ?

- In het boek van De Hartog is de figuur op blz. 75 totaal overbodig. Ziehier zijn porb-et:

„— die een gezicht had als een walrus en op zijn buik een groote gouden ketting, die hij gewonnen had' met scherpschieten".

Dit is een zeer ouderwetsch plaatje in een zeelmodem boek.

En een leelijk plaatje O'Ok. Dit is een caricatuur uit den tijd, toen men geen werkelijkheid teekende, maar zijn afkeer tegen kerk en godsdienst vorm gaf in de figuur van een huichelaar of sukkel als predikant.

Zoo loopen er immers honderdten predikanten rond door de romans van tien, vijf en twintig jaar geleden?

In de moderne zakelijkheid vormen ze echter een anachronisme.

Daarbij komt, dat we in het boek Ave Caesar een aanwijsbare situatie hebben.

Er wordt gesclireven over dten predikant, die in 1930 catechisatie gaf aan de leerlingen van de kweekschool voor de zeevaart aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam. Nu lust het me niet, na te gaan welke collega hier publiek voor gek gesteld wordt. "Want al de trekken in dit beeld toonen, dat we hier niet met ©en zakelijke beschrijving, doch met ©en zeer ouderwetsche fantasie te maken hebben.

Die buik met de zware gouden ketting, verraadt genoeg de onmaciht om op dit gebied! iets nieuws te fantaseeren.

Vooral, als er ©en zeer bepaalde omgeving wordt aangewezen, is die machtelooze fantasie ©en on'vergeefelijk ding.

Van deze catechisatie nu worden bijzonderheden verteld, die te dwaas zijn om los t© loopen; en waar alleen iemand, die niets weet van dit stukje levenswerkelijkheid, in loopen kan.

„De eerste avond zei de dominee, dat het de bedoeling van het bestuur van de Zeevaartschool was, dat we ons na afloop van de studie zouden laten aannemen, wanneer we dat wilden. Er stond in de belijdenis, dat we het met de beginselen der kerk eens moesten zijn, maar dat was zoo erg niet, want er stond letterlijk: in hoofdzaken. De hoofdizaak was, dat je aan God geloofde, en er zou over een paar maanden wel niemand meer zijn, die dat niet deed. Hij zou het ze wel leeren. Bovendien kreeg je van het bestuur, als je je liet aannemen, een bijbel cadeau, verguld op snee."

Het is duidelijk, dat hier een Hervoirmd predikant bedoeld moet zijn. Maar ik weiger te gelooven, dat een Hervormd predikant van Amsterdam, anno 1930, zijn taak als catecheet zóó opvat. Laat hij misschien vrijzinnig zijn, hij is toch niet gek.

Men kan een predikant teekenen als vervelend, als hoogmoedig, als ouderwetsch of wat ook — want de werkelijkheid, ook hier, is zeer bont. Maar een figuur als hierboven geteekend, bestaat eenvoudig niet.

Heel het boek toont overigens een scherpen kijk op de dingen. Raak worden menschen en gebeurtenissen aangedidd. Hoe triest en hoe liederlijk het ook is, wat we lezen, het draagt een stempel van echtheid.

Maar die bladzij over den dominee is onwaar. Er staan verder over den godsdienst nog verschillende dingen in, die om bij te huilen zijn.

„Voor mij is God zoo^n klein mannetje, hij zit binnen in je, ergens in je borst". Hoe kan het ook anders, als men niets weet van Jezus? Dan zoekt men troost bij kinderlijke fantasieën in sentimenteele stemmingen, maar als de werkeUjkheid die droomen verstoort, blijft er niets anders over dan: verloren... verloren. Ook die goddelooze vroomheden in dit boek maken den indruk van echtheid.

Maar die dominee van blz. 75 is onwerkelijk'. Een mislukte fantasie.

In den meest alledaagschen zin van het woord, is onwaar de bewering, dat alle kweekelingen naar éénzielfde catechisatie moesten.

Dit is eenvoudig met de feiten in strijd De schrijver is blijkbaar zelf wel op de Kweekschool voor de Zeevaart geweest. Dat komt uit in verschillende détails, die men moeilijk van hooren zeggen kan hebben.

Maar wat die catecMsatie betreft, heeft ouderwets-bevooroordeelde fantasie de leemten in de herinnering opgevuld.

Als er staat: „er was maar één catechisatie, of je nou Roomsch was of Jood of wat anders, dat gaf allemaal niets. Er was maar één catechisatie, daar kon je naar toe.", dan is dat eenvoudig onjuist.

Ik heb gereformeerde jongens gekend en ken er nog, die tijdens hun verblijf aan de kweekschool verlof kregen, om catecheüsdh onderwijs te ontvangen van een der gereformeerde predikanten van Amsterdam. En ik kan m© niet anders voorstellen, of ook voor Roomsche leerlingen zal een dergelijke regeling bestaan.

Voor ons blijft de vraag: hoe komt een modern schrijver er toe, zoo'n onzakelijke bladzij te sclirijven in zijn zakelijken roman?

Hoe moet een dergelijk verschijnsel worden verklaard? Öp dit psychologisch probleem zich te bezinnen is van groot belang.

Doch in dit artikel ging het er mij slechts om, dien dominee van Jan de Hartog te verzamelen tot zijn vaderen uit den tijd der valsdhe romantiek, toen men dergelijke figuren ten tooneele voerde uit hatelijkheid of totaal gebrek aan kennis der werkelijkheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's