GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beteekenis van de Prot. Chr. Centrales en Vakorganisaties van patroons voor het kerkelijk, politiek en maatschappelijk leven in ons vaderland.

VII.

De actueele beteekenis.

De Christelijke patroonsorganisatie leeft niet opgesloten en geïsoleerd, afgescheiden van andere organisaties, haar eigen leventje. Integendeel, zij staat midden in het strijdperk van dit leven, zoo het mogelijk is vooraan, en betracht de samenwerking met andere ook niet-Christelijke organisaties overal waar dit noodig en mogelijk is. Vooral van z.g. „neutrale" zijde doet men het wel eens voorkomen, alsof de Christelijke organisatie zich heeft afgescheiden en daardoor de eenheid van het bedrijfsleven heeft verbroken. Deze voorstelling van zaken is onjuist. De Christelijke patroonsorganisatie ONDERscheidt zich wel van andere organisaties, maar haar arbeid is niet GEscheiden van die der anderen.

Aan de oplossing van de talrijke sociale, economische en vak-technische vragen werkt de Christelijke patroonsorganisatie mede, evengoed als welke andere organisatie ook. De Christelijke organisatie biedt alles wat men maar denken kan, ze arbeidt in samenwerking met anderen, zoo mogelijk in het eerste geUd zelfs, omdat zij dit op grond van de door haar beleden hoogere beginselen roeping en plicht acht. ^)

Het is daarom, dat vooral in den huldigen tijd de ACTUEELE beteekenis der Christelijke patroonsorganisatie zoo duidelijk blijkt. De talrijke vraagstukken van onzen tijd, die om oplossing roepen, vragen om LEIDENDE BEGINSELEN, welke als richtsnoer dienst kunnen doen. En zoo komt het ook op maatschappelijk terrein steeds duidelijker aan het licht, dat de EEUWIGE BE­ GINSELEN VAN HET CHRISTENDOM niet alleen waarde HEBBEN voor het gansche wereldleven, maar hun waarde BLIJVEN BEHOU­ DEN, ook al veranderen de omstandigheden. Ook op sociaal en economisch terrein.

Dank zij de prediking der Christelijk-sociale beginselen in polilieken kring en op maatschappelijk terrein, is in ons vaderland een sociale wetgeving gegroeid, welke andere landen ter wereld verre vooruit is. Vooral gedurende de laatste twintig jaren, waarin de crisissen zich hebben afgewisseld, is in ons vaderland gestuurd in de richting van meerdere overheidsbemoeiing met het bedrijfsleven.

Bij alle verdienste is dit niet zonder gevaar gebleken. Het bleek, dat men in Protestantsch- Christelijken kring . zich had te verweren niet alleen tegen hen, die in den totalitairen Staat of in staatssocialisme heil zagen voor de toekomst, maar ook, bij veel wederzijdsche waardeering, toch somtijds positie diende te kiezen tegen de wijsgeerige beschouwing onzer R.K. landgenopten, welke nu eenmaal in den Staat blijven zien de hoogste uiting van het natuurlijke leven, overkoepeld door de alleenzaligmakende kerk.

Door dit optreden verkregen onze Protestantsch- Christelijke organisaties, ook de Protestantsch- Christdijke patroonsorganisaties, vooral de laatste jaren groote ACTUEELE beteekenis. Talrijke Christelijke patroons, die nog in de „neutrale" organisaties bekneld zitten, beginnen dit gelukkig te voelen.

Meer dan ooit blijkt nu, dat aan onze maatschappij-beschouwing EEN DUIDELIJKE GE­ LOOFSBELIJDENIS ten grondslag moet liggen. Onze sociale en economische wetgeving dient door ons gemeenschappelijk in eigen Centrale en vakorganisaties beoordeeld te worden OP DE MÉRITES VAN ONZE BEGINSELEN.

In dit verband wijzen wij op de Bedrijfsradenwet (7 April 1933), bedoelende de INSTELLING VAN BEDRIJFSRADEN mogelijk te maken. Wie de Memorie van toelichting leest, zal zeer sterk onder den indruk komen van den geest, die uit deze toelichting spreekt, en die wij, naast ongetwijfeld den invloed der Pauselijke encyclieken, niet aarzelen toe te schrijven aan den invloed der Christelijk-sociale beginselen, zooals deze in onzen kring door mannen als Kuyper, Sikkel, Talma, e.a. zijn gepropageerd.

Eenzelfde geest ligt ten gi-ondslag aan de wet tot het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten van den 24en Mei 1935. Voorts blijkt ook uit de wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, welke wet met ingang van 1 October 1937 in werking is getreden, hoe mede door Overheidssanctie gepoogd wordt de machtsverhoudingen in het bedrijfsleven om te zetten in bindende rechtsverhoudingen, en in plaats van strijd den bedrijfsvrede te bevorderen.

Op economisch terrein was het de Vestigingswet K1 e i n b e d r ij f 1937 vooral die de aandacht onzer middenstanders vroeg. De Landbouwer i s i s w e t g e v i n g en de Pachtwet vroegen de volle aandacht van onze Christelijke boeren en tuinders. In- en uitvoerwetten en talrijke andere ontwerpen van wet werden mede aan het oordeel onzer Christelijke werkgeversorganisatie onderworpen. Meerdere voorontwerpen van wet zijn bij den Hoogen Raad van Arbeid, waarin de drie Centrale organisaties zijn vertegenwoordigd, aanhangig gemaakt. Wij noemen slechts het ontwerp betreffende den arbeid der gehuwde vrouw, de kinderbij s 1 agverzeker ing en de werkloosheidsverzekering.

DezG sociale en economische wetgeving is van groote beteekenis voor ons volksleven. Dankbaar mogen wij gedenken, dat dit alles in ons vaderland mogelijk is gebleken en dat ook onze Christelijke maatschappelijke organisaties naast de politieke organisaties daaraan mogen medewerken. Aan ieder moet hier opvallen het groote verschil met de landen rondom ons, waar voortdurende strijd het bedrijfsleven verteert, of het onmondig is verklaard.

Maar nu zijn wij er nog niet. Nu moeten de wetten een geleidelijke en voorzichtige toepassing vinden in het bedrijfsleven. Wil het goed zijn, dan geeft immers de Overheid slechts haar keur op of sanctie aan door het BEDRIJFSLEVEN ZELi' GETROFFEN REGELINGEN.

De wensch moet dus openbaar komen om overeenkomstig de bepalingen der wet het bedrijfsleven in te richten. Maar zie nu eens, hoe in neutrale (of wilt ge liberale) werkgeverskringen de meeste dezer wetten worden ontvangen en beoordeeld. Talrijke bladen van neutralen en liberalen oorsprong publiceeren artikelen, die bctoogen, dat de toepassing voor ons bedrijfsleven de meest funeste gevolgen zal opleveren. Christelijke patroons, die deze bladen lezen, hetzij als dagblad, hetzij als vakblad van hun neutrale patroonsvereeniging, slikken dezen kost meermalen als „klokspijs" en stellen zich te weer tegen de toepassing in hun eigen bedrijf. Het onbegrepen woord „ordening" bezorgt velen een rilling, het woord „verbindend verklaring" een afkeer, en van de gemeenschappelijke belijdenis der Christel ij k e solidariteit in roeping en schuld blijft menigeen practisch verre. ^)

Hier komt wel zeer duidelijk uit, hoe noodzakelijk het is, dat onze Christelijke patroons niet alleen in de Centrale, maar ook in de Christelijke vakorganisaties bij elkander dienen te worden gebracht, teneinde zelfstandig te bespreken, hoe dient gehandeld, opdat Gods geboden worden gehoorzaamd ook in den bedrij f skring. Groote actueele beteekenis heeft hier de Christelijke patroonsorganisatie. Want alleen een goed opgebouwde Christelijke organisatie van patroons, zoowel centraal als in de vakkringen, zal een der middelen kunnen zijn om onder Gods zegen den invloed van de geweldige macht, die in ons vaderland schuilt in het z.g. economisch liberalisme, te keeren. ^)

In samenwerking met wetenschappelijke en politieke organisaties, niet het minst met de voortreffelijke organisatie onzer Christelijke arbeiders, worde daartegen een dam opgeworpen, en de ordeningen des Heeren in ons volksleven en in het bedrijfsleven zoodanig gegrondvest, dat meer algemeen in het door de zonde verwoeste bedrijfsleven worde gebogen voor den Koning der Koningen en aller schepselen Heer.

A. BORST Pzn.


1) Het is eigenaardig, dat men meermalen hoort beweren, dat in de Christelijlce organisatie de belangen niet zoo goed kunnen worden behartigd als in de z.g. „neutrale". Wij vragen: Waarom niet? De bewering is in alle deelen onjuist. Natuurlijk zal een kleine Christelijke vakorganisatie van patroons eenigen tijd noodig hebben voor haar bureau zoodanig is geoutileerd als dit bij den reeds jaren bestaanden neutralen vakbond meestal het geval is, maar de bestaande Christelijke vakorganisaties van patroons, en niet het minst de drie Centrale organisaties hebben in den loop der jaren wel bewezen, dat ze in staat zijn gebleken OOK VOOR DE MATE- RIEELE BELANGEN harer leden te kunnen opkomen. In onze kringen zal echter goed moeten worden begrepen, dat ook Christelijke vakorganisaties van patroons over de noodige financVèele middelen sullen dienen te beschikken. Nog maar al te veel is men graag op een koopje uit. De contributies van de Christelijke organisaties zijn veelal beduidend lager dan die men in neutralen of R.K. kring betaalt. In dit verband zij er aan herinnerd, dat eenmaal Dr H. Colijn sprak: „De waarde en beteekenis van een organisatie hangt ook af van de contributie, die men betaalt."

Een arme organisatie kan niet veel doen. Dat dienen onze Christelijke patroons wel te bedenken.--

2) Een duidelijk streven openbaart zich in sommige „neutrale" patroonskringen om door het door velen niet begrepen woord „ordening" in ongunstig licht te plaatsen, tevens de bedrijfsorganisatie, zooals die jarenlang in onzen Christelijken kring is bepleit, af te breken, en zoodoende de doorwerking der Christelijk-sociale beginselen te keeren. Helaas worden ook hier hand- en spandiensten verricht door Christelijke patroons, die voor anderen de kastanjes uit het vuur halen omdat deze, wanneer ze het zelf zouden doen, bang zijn dat men hun onreine vingers zal zien.

3) De dagbladen hebben melding gemaakt van de benoeming van Mr A. N. Molenaar, secretaris van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, tot buitengewoon hoogleeraar aan de Universiteit te Leiden om onderwijs te geven in „Sociale Wetgeving". Deze zeer bekwame geleerde is echter tevens een der meest geharnaste strijders in het liberale kamp, zoodat wi) aan de richting, waarin zijn onderwijs zich zal bewegen, niet t> ehoeven te twijfelen.

Aan de Vrije Universiteit te Amsterdam ontbreekt tot nog toe een leerstoel voor de sociale wetgeving. Wordt het niet meer dan tijd, dat het Christenvolk van -N-ederland zich - ook daarop eens bezint?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's