GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van Kart Barth.

Dezelfde broeder, over wien ik in mijn vorig artikeltje schreef, had nog een paar vragen.

Hij had iets gelezen van Karl Barth. Hij, voor zich, kon daarin niets vinden, dat niet Gereformeerd was. Barth sprak in dat stukje over den Bijbel, zooals wij dat ook zouden doen. Maar hoe kunnen dan onze Gereformeerde Theologen altijd zóó over Barth spreken als zij doen, vraagt hij.

Moet ik dan, omdat mannen als Prof. Schilder altijd voor Barth waarschuwen, diens geschriften steeds met achterdocht lezen?

Ik zou daarop het volgende willen zeggen. Het is waar, dat Karl Biai-th telkens spreekt en schrijft op een wijze, als waarop ook een Gereformeerd Theoloog dat doet.

Toch bedoelt hij daarmee vaak geheel iets anders, dan wij Gereformeerden. Om maar eens iets te noemen.

Karl Bai-th spreekt met groeten eerbied over de Schrift.

Toch ziet hij de Schrift geheel anders dan wij. Naar Gereformeerde beschouwing is het zoo, dat wat God eenmaal geopenbaard heeft, voorzooiveel Hij dat voor de kerk der toekomst noodig achtte, vastgelegd is in de Schrift.

In die Schrift hebben wij dUs, voor alle eeuwen, een zekere rest, een bepaald quantum overgehouden van wat God in vroeger eeuw geopenbaard heeft.

Wanneer wij dus willen weten wat God ons in die Schrift te zeggen heeft, dan gaan wij, met ©en geloovig, biddend hart tot die Scluift en dan vragen wij: „wat staat daar nu precies? " En als wij dat gevonden hebben, dan weten wij wat God daar tot ons zegt.

Die Schrift is voor ons het onfeilbare Woord van God.

Zoo denki Barth ei niet over. Gij zoudt dat het best zóó kunnen zeggen.

Volgens onze beschouwing IS d© Bijbel Gods Woord.

Volgens Barth komt DOOR den Bijbel het Woord Gods tot ons.

Zooals de luidspreker van de radio niet dte muziek zelve is, maar het middtel, waardoor de muziek tot ons komt, zóó is de Bijbel niet zelf het Woord Gods, maar het middel, waardoor Gods Woord ons bereikt.

Barth zal dus niet willen zeggen, dat ik de boodschap Gods in een bepaald Schriftgedeelte te weten kan komen, door serieus dat Schriftgedeelte te exegetiseeren.

Neen, zal hij zeggen, terwijl ik mij met die Schrift bezig houd, zal ik moeten afwachten, welke boodschap de Heere mij op dat oogenblik, in die bepaalde omstandigheden, door dat Schriftgedeelte wil doen toekomen.

Inplaats van het: „dat staat er", moet dus komen: „dat zegt het mij".

Ieder gevoelt terstond, hoe Barth, bij al zijn toornen tegen het subjectivisme, toch, op zijn standpunt, er niet aan kan ontkomen, dat hij weer gaat roeken op het altaar van datzelfde subjectivisme. Tenslotte zal hij telkens er toe komen zijn eigen gedachten in de Schrift te leggen.

Dat vindt ge nu telkens bij Barth. Hij gebruikt Gereformeerde termen, maar legt daarin een ande^ ren inhoud, dan de Gereformeerden daarin leggen.

In sterke mate geldt dat ook van de verzoening.

Wij bedoelen met de verzoening door Christus, dat Christus, als de tweede Adam voor ons, door Zijn gehoorzaamheid, de gerechtigheid heeft tot stand gebracht. God rekent ons die gerechtigheid toe en op grond daarvan vergeeft Hij ons de schuld, spreekt ons vrij van de straf en geeft ons het eeuwige leven.

Barth bedoelt met de verzoening dit: In Christus geeft ons God Zijn openbaring; op hetzelfde oogenbhk nu, waarin die openbaring ons raakt, waarin het voor ons openbaring wordt, is de verzoening tot stand gekomen.

Openbaring en verzoening zijn voor hem identiek; van een tot stand gebrachte ons toegerekende gerechtigheid als grond der rechtvaardiging wil hij niet weten.

Hoe moeten wij nu Barth lezen?

Ik stem toe, dat het mogelijk is, dat iemand, die de woorden van Barth j, Gereformeerd" opvat, daardoor geslicht kan worden.

En toch is het noodig, altijd critisch de geschriften van dezen theoloog te gebruiken. Het gevaar is immers zóó groot, dat wanneer men hem leest, onbevangen, alsof hij een Gereformeerde was, men op een gegeven oogenblik, zonder erg, een uitspraak, die zeer beslist niet Schriftuurlijk is, zou aanvaarden en ïn zich opnemen, in de gedachte: het klinkt allemaal immers zoo zuiver, dan zal dit ook wel goed wezen.

Het is een groole verdienste van onzen Redacteur, dat hij onze oogen voor deze dingen heeft geopend.

En ieder, die niet terdege Theologisch geschoold is, zou ik afraden, geschriften van Barth en de zijnen voor zijn stichting, te lezen.

Laat men zich houden bij onze Gereformeerde auteurs; bij hen gaat men veilig.

Of Barth nu zelf wel ©en Christen kan zijn, als hij zoo dwaalt, vraagt de broeder, idie mij schreef. Ik zou dat niet gaarne betwijfelen.

Het is immers zeer wel mogelijk, dat hijzelf zich' als zondaar kent en het heil in Christus heeft aanvaard, maar dat hij in zijn reflecteeren over dat heil, mistast.

Alléén, het gevaar is groot, dat wie zich' door hem laat leiden, den Christus der Schriften voorrbijziet en voorbijgaat.

Daarom, nog eens, men kieze niet Barth of één der zijnen, ten leidsman op het pad der waarheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1938

De Reformatie | 8 Pagina's