GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een folkloristische roman..

Anne de Vries: Hilde. Uitg., Nijkerk. G. F. Callenbach,

De moderne streekroman, waal-in aangetoond wordt de gebondenheid van den mensch aan zijn geboortegrond', de doorwerkende macht der volksgewoonten en de resleerende kracht van het oude volksgeloof, moet zijii lezers wel verplaatsen naar de afgelegen deelen van ons land. Immers de voortsclirljdende „Kuituur" uit verschillende centra, dringt den typischen volksgeest steeds verder tet-ug naar minder toegankelijke streken.

Slechts in die uithoeken kaïa zidli bet volksaardige nóg eenigszins handhaven; daar zal de laatste strijd gestreden worden tusschen het oude en li€ t indringende nieuwe, dat als ontaarding gevoeld wordt.

Naar zulk een afgelegen oord, een ongenoemd Drentsch dorpje, verplaatst ons Anne de Vries in zijn tweeden Drentsclien roman: „Hilde".

Veel meer dan „Bartje" is „Hilde" een kind van haar geboortegrond; haar leven, haar strijd zijn een gevolg van de streekgewoonten, het geheele milieu is typisch Drentsch, evenals, het gegeven.

Bartje zou in elke streek hebben kunnen leven, zonder ingrijpende veranderingen te hebben ondergaan ; en slechts doordat zijn geestelijke vader uit Drente komt, is hij een Drentscli jongetje. Daarentegen zou het leven van Hilde zich in een andere streek anders hebben ontwiklceld, haar lotgevallen zijn even noodzakelijk Drentsch, als die van Bartje het toevallig zijli. Het boek „Bartje" is daardoor niet folkloristisch, „HiLde" is het bij uitstek. Zonder eenige folkloristisölie kennis zal men Bartje Imnnen waardeeren, maair Hilde niet, daar haar „geval" wortelt in het oudgermaansche luiwelijksrecht.

Ondanks de invoering van het christelijk en burgerlijk recht, is diep in het lial-t blijven voortleven de oude volkszede, waarbij' de man geen onvruchtbare vrouw behoeft te huwen, omdat de bewerking van den grond kinderen vefeischt als arbeidskrachten. Maar andeirzijds mocht een man een meisje niet verlaten, dat getoond had hem kinderen te kunnen geven. ZoO' is het eeuwenlang, vooral in Saksische streken, gewoonte geweest dat een huwelijk steeds gedwongen was. Als zonde voelde men dit niet, hoogstens als verkeerd.

Maar wel een zonde was het, een meisje in den steek te laten, dat moeder worden moest. Daartegen verzette zich de geheele volksgemeenschap, omdat 'de vrouw daardoor beleedigd werd in haar vrouw-zijn. De wreekende gerechtigheid bracht door een volksgericht dan een huwelijk tot stand, dat ook gedwongen was, maar nu in letterlijken zin. Zijn grondslag was niet liefde, maar wet.

„Wij leven in een fatsoenlijk land. Hier is Holland niet!" Op grond van deze, voor haar afschuwelijke tegenstelling, gaat moeder Femmechien recht eisclien voor haar dochter. Vergeefs had Hilde, krachtens haar toestand niet alleen, maar wegens haar groote liefde, het huwelijk van Wubbe geëischt. Toen zij diep beleedigd werd door de weigering, moest de familie haar reclit verlangen en als dit zelfs niet helpt, is de dorpsgemeenschap verplicht haar oude rechten te handhaven. Daarom neemt terecht de actie van het dorp, culmineerend in het dorpsgericht en het afgedwongen huwelijlc, een groote plaats in.

Doch wanneer het boek hiermee geëindigd was, zou er een aardige folkloristisclie novelle gesöh'reven zijn, die interessant en zelfs geestig zou kunnen genoemd worden. Een roman was liet dan echter niet geweest. En De Vries heeft hier een folkloristische roman gegeven, niet slechts interessant, maar aangrijpend van menschelijkheid.

Hilde ondergaat het vonnis van de dorpsgemeenschap met den diopsten weerzin. Zij' hqeft haar daad gezien als zonde, ondanks haar groote liefde voor Wubbe. Zij heeft zijn smadelijke afv^ijzing gevoeld als straf voor haar hoogmoed. Maar haar liefde is gedood 'door de lafheid van. den man, die haar krenkte in haar zuiverste gevoelens. Zij zou hem nog aanvaard hebben als vader van 'haar kind, als hij* vrijwillig was teruggekomen, doch zij' weigert hem met afschuw als man, wanneer het volksgericht een huwelijk verlangt, dat slechts "op recht en niet óp' liefd'C en plicht rust.

oo breekt dit fiere meisje'zêfi mei aeraorpszede', die zij in kleinigheden reeds meermalen had' getrotseerd. Zij stelt haar vertrouwen niet op de gemeenschap, maar op God, in christelij'ke berusting, die haar de kracht geeft alleen haar lolt te dragen, waarvan zij zelf de schuld draagt.

Zuiver psychologisch heeft de auteur de wending in het verhaal gebracht. Hilde blijft niet alleen, maar trouwt uit innerlijke overtuiging den veel ouderen Mans, op wiens gedegenereerd geslacht de vloek der onvruchtbaarheid rust. Haar genegenheid voor den trouwen vriend was door zij'n symphatliieke houding tij'dens haar crisis, tof liefde gegroeid. En ondanks de verbazing van het dorp volgt zij de inspraak van haar hart, waardoor zij openlijk breekt met de dorpstraditie. Haar liefde weet van het wonen in het „Tranendal" — niet beter dan Bartje's „Langejammer" — een soort idylle te maken. Haar energie sleept den innerlij'k zwakken reus Mans mee tot bovenmatig werken. Om haai- laat hij' bet stroopen, hoewel zijn Drentsche hart daarin geen zonde ziet, baar voorbeeld brengt hem tot de kerk, al is zij'n overtuiguig niet sterk.

Suggestief weet de schrijver de sfeer te leekenen in' 'de ruwe volksgemeenschap; het primitieve leven dier natuurmenschen komt prachtig uit. Daartussclien voltrekt zicli bet wonder van Mans en Hilde. Haar opofferende liefde brengt er zelfs zijti verharde oude moeder toe op: haar sterfbed de vreemde madam als docliter Hilde te erkennen. Doch ook — als haar energie verslapt, als zi| moedeloos wordt, omdat zij' verderen kinderzegen schijnt te moeten missen, als haar verlangen zich egoïstisch gaat conoentreeren op de gedachte aan een kind van baar en Mans, dan voelt bij', dat baar innerlijke kracht hem loslaat en vervalt hij in zijn oude zonde.

Zwaar moeten beiden boeten voor hun gemis aan geloof. Hilde voelt de gevangenisstraf van Mans als haar schuld. Zij durft bet leven weer aan met „bun" kind, dat hen samen had gebracht.

Is bet gelukkig slot te mooi? Ik geloof het niet. God bescliaamt haar ongeloof, bet vergeten van den tekst die in baar kamer hangt. Een tweede kind brengt hen nauwer te samen en de herboren liefde in het geloof opent nieuwe voorultziobteE.

Anne de Vries heeft bier een zeer rij'p werk gegeven, niet minder psychologisch dan Bartje, maar dieiper van strekking, milder, ah'ristelij'ker. De wetten der dorpsgemeenschap worden niet opzij' gezet door binnendringende „Kuituur", maar een kind van het volk verbreekt ze van binnen uit, door geloof en liefde.

'Naar vorm en inhoud is bet een gaaf werk. De teekening der bijfiguren is uitstelcend^ die vanmoeder Femmecliien zelfs meesterlijk. Het Drentscbe volk gaat voor ons leven, de sobere sohoonheid van het heideland openbaart zich aan ons oog, door den onopgesmukten stijl van het boek, De folkloristisabe roman heeft in De Vries den juisten man gevonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's