GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

BESCHAAMD, MAAR NIET SCHAAMROOD.

In onze bespiteking van de Acta der synodocratische „synode" van de vóór-vorige maal, gaven we enkele zeer krasse staaltjes van verzwijging der v/aarheid op belangrijke punten, die voor het kennen van de werkehjke toedracht van primaire beteekenis zijn.

Helaas moeten we hetzelfde getiügen van de ieuwe Acta, die pas verschenen zijn. Ook daax orden de kerken onkundig gehouden van at ze, willen ze de zaken kunnen, beoordeelen, eten moeten.

Enkele voorbeelden slechts. Er wordt nog al eens geschermd met de bewering, dat de „synode" niemand heeft uitgestooten. Het schorsen en afzetten beteekent bhjkbaar niet veel, althans niet genoeg om „uitstooten" te heeten Wij wezen daartegenover op het feit, dat men de kerk van Bergschenhoek buiten het verband gestooten heeft: hetgeen reeds genoeg zegt voor ieder, die met een getrouwe kerk voelt te m o e t e n saamleven, om deze uitstooters vaarwel te zeggen. Welnu, zie het register van de Acta 43-45. Bergsclienhoek wordt daarin wel genoemd, maar waar het op aankomt, de uitstooting uit het kerkverband, toch zeker een publieke daad, wordt verzwegen'.

erzwegen'. De leugen van den synodocratischen „kerkeraad" an Kampen, als zou (behalve prof. Greijdanus) ok ondergeteekende de gemeenschap der gerefor-

368 meea? de kerken hebben verbroken (art. 630, 2e lezing-) of — want de slordiglieid ligt ei* boven op — met dje g'ePeformeerde kerk van Kampen de gemeenschap hebben gebroken (art. 630, Ie lezing, art. 549, sub 22) woïdt kahnpjes doorgegeven, al heeft ondergeteekende ook schrifteüjk verklaard, zulke onware bewering dezen „kerkeraad" te verbieden.

De brieven van ondergeteekende aan het moderamen uit de schorsingsdagen, ofschoon in de officieele handelingen opgenomen, werden verzwegen; de kerken mogen niet weten, noch, dat ik de bewering (weer herhaald) als zouden me door de H.H. Grosheide e.s. voorslagen ajn gedaan officieel Iheb weersproken, n o ch, dat ik hun rapport oveir de eerste samenspreking heb afgewezen als onwaar, noch dat de 2e samenspreking zoogenaamd daarover zou moeten handelen, terwijl in werkeHjkheid de heeren geen woord eraan gewijd hebben.

De t e k s t der vijf vragen, mij gesteld, wordt verzwegen, het antwoord erop ook. De fraaie acte van „eerherstel" van dr H. H. Kuyper wordt opgenomen, maar de argumenten voor dit schoone gebaar mag natuurhjk niemand weten. En zoo gaat het maar verder.

De leiders van deze synode bewegen zicih in twee sferen. De besUssende handelingen gebeunen in. het donker; de argumenten die ze dan gebruiken, dienen wel voor het oogenbEk om den „zondaar" te „bekeeren", maar worden straks aan de publieke kennis onttrokken, zoodat bijna niemand ziet, dat ze later weer prijsgegeven werden. En dan mag de arme kerk officieel net precies dat weten, wat m.en moeilijk kan verzwijgen.

Conclusie: niemand krijgt uit deze Acta een betrouwbaar beeld van wat werkelijk is gebeurd in de z.g. „procedures". Men schaamt zich, maar

weigert schaam r o o d te worden.

K. S.

„NATIONAAL" EN „NATIONALISTISCH".

In ons artikel „Jeremia en het verzet" gebruikten wij de woorden „nationaal" en „nationalistisch". Men vraagt ons eenige uitbreiding. Het verschil is door ons bedoeld als tusschen: kerkeUjk en kerldstisdh, exclusief en exclusivistisch, synodaal en synodalislasch, bijbelsch en biblicistisch, legaal en legalistisch, en zoo voort. Men moet God dienen in alle terrein, dus ook in de natie en tegenover de natie. Maar men moet niet van de natie een afgod maken, als ware zij een grootheid-in-zichzelf met eigen rechten, los van Gods recht en] e e r e en staande los van, of boven de andere creaturen. Wie in en tegenover de natie — desnoods ook in felle polemiek tegen haar gebreken — Gods recihit aan haar bedient, handelt nationaal. Wie haar verafgoodt, lijaar abstraheert van Gods recht en haar tot maatetaf der dingen maakt, is nationalistisch. Natuurlijk hebben de woorden nog andere aanwendingsmogehj'kheden, die ons evenwel te zeer zouden ophouden.

Zbo ook: kerkehjk-kerkistisch. In 1944 geloofde ik synodaal te handelen; en zag ik de synode synoda- Ustisch bezig. Want ik behandelde de synode naar de (Sohriftconforme) aangenomen K.O.; zij zelf maakte zich tot „inzet". Dat was, niet van prof. Greijdanus, doch van haar: grenzenlooze aan­

matiging.

K. S.

HOE DE ONTHEILIGING VAN DE TAFEL DES HEEREN ENZ.

Corrigendum.

In de eerste en tweede kolom van het betreffende artikel werd er enkele malen gesproken van deputaten.

Zooals de opmerkzame lezer reeds zal hebben bemerkt, had dit moeten zijn rapporteurs, daar in deze zaak geen deputaatechap werkzaam was.

P. GROEN.

BATAVIA STRIJKT DE VLAG.

„Trouw" meldt:

Naar wij vernemen, heeft de kerkeraad der Geref. kerk van Batavia met algemeene stemmen het volgend besluit genomen: „Geen ambtsdrager in welk ambtelijk werk ook zal zich mogen uitspreken vóór of tegen een bepaald politiek beleid, daar dit niet behoort tot de taak en competentie der kerk. Daarbij wordt aan ieder uitdrukkelijk de vrijheid gelaten zijn eigen meening te dezen aanzien te hebben en te propageeren, maar nooit op gezag of in naam der Geref. kerken. Dat er binnen onzen kring verschillend gedacht 'wordt over vragen van politiek beleid behoeft niet weg te nemen, dat wij ellcander vinden in de belijdenis der beginselen van Gods Woord en in het gebed voor den tegenwoordigen nood".

Tot zoover „Trouw". Het besluit zou precies de redactie kimnen zijn van Seyss Inquart, Mussert, V. d. Vaart Smit, Roskam, Kuyper. De dominee van Batavia — heet de stad nog zóó op het briefpapier van deze kerk? — heeft ons opgewekt. God te danken voor menschen ais Sjahrir, d.w.z. voor den naasten medewerker van , den javaanschen Mussert. De dankgebeden moeten bUjkbaar komen van „de kerk als organisme". Maar als „de kerk als instituut" optreedt, dan wachten de engelen vergeefs op het voornaamste stuk van de damkbaarihiedd voor de in Sjahrir bewerkte verlossing. Weet iemand nog hoe het nu staat met die dankgebeden? Volgens sommigen is „de kerk als instituut" veel breeder, volgens andearen veel smaller dan „de kerk als organisme"; laatsttgenoemdien betrekken zelfs den christelijken staat, de christehjke school en zoo, eronder. Ik vermoed evenwel, dat wegens laatstbedoelden ook vele sectoren binnen „de kerk als oiganisme" die dankgebeden van dsn dominee van Batavia onuitgesproken zullen moeten laten.

Maar nu zander — overigens smartelijke — ironie; is 't niet droef, dat Batavia de vlag strijkt? Welke vlag? De Nederlandsche? ja, die ook. Maar we bedoelen dezen keer: de vlag der confessie. Als artikel 36 nog lééfde voor deze kerk, dan zou vsm daaruit een profetisch oordeel komen tegen Sjahrir en al de zijnen. Maar art. 36 — eigendom der „kei< k als instituut", — is door het instituut buiten werking gesteld in de gevaarijke zone, en als hefhebberij-idiomen-complex gracieus cadeau gedaan aan den conservatief in „de kerk als organism e", tenminste — Want de lafheid werkt aanstekcüjk — als deze dan zoo onvoorzidhtig wezen wil.

Zeiden we nu te veel, toen we naar aanleiding van de brochure v. d. Brink-Bavinck-Wiersinga beweerden, dat haar promotoren met de confessie üi conflict kwamjen? Een kerk, die al schorsende haar belijdenis „beschermt" (plus haar één-dagsformuletjes), doch de steekvlammen die de confessie naar de revolutionairen werpt, onmiddeUijk afsluit zoodra 't méénens wordt met de revolutie, is niet meer een belijdende kerk.

Wat ze daar in Batavia doen, is in begtasel „hervormd" in tegenstelling van „gereformeerd". Het is in wezen hetzelfde als wat dr H. H. Kuyper wilde in 1936, hij die het ondergeteekende nooit vergeven heeft dat hij volhield in '36 (Amsterdamsche synode) inzake de N.SJB., en van Kuyper's sabotagepoging op het critieke punt (de uitspraken zelf die de synode tenslotte deed) zich niets aantrok. Het Bataviasche besluit demonstreert de naaktheid van het samenleven der synodocraten: in naam der synode-uitepraken van '42 jagen ze op aandrijven van Dr H. H. Kuyper c.s. sommigen de kerk uit; en nauwelijks is 't gebeurd, of dezelfde uitspraken worden door vrijwel iedereen gesaboteerd, en straks — maar zonder aanbieding van excuus aan God en geschorste menschen — „vervangen", en tegehjkertijd worden de besluiten van '36 (inzake N.S.B.) ook al gesaboteerd. Want de houding van Sjahrir c.s. ligt in die besluiten principieel veroordeeld. De hoog-kerkehjken van '42 waren in den grond heelemaal niet hoogkerkelijk; ze waren alleen maar om een hoogkerkehjke allure verlegen, toen het erop aankwam, K. S., die heilige huisjes aanraakte, kwijt te raken. Alle vlaggen

zijn ginds gestreken. IKABOD!

K. S.

NAGBFT VOOR RODDELAARS.

De heer P. Kapenga, Adjudant van politie, Femhoutstraat 31 te Kampen, deed mij, ongevraagd, volgenden brief toekomen:

Kampen, 12 Augustus 1946. Aan

Prof. Dr K. Schilder, Vloeddijk 14, Kampen.

Hooggeleerde Heer,

Bij dezen meen ik mij met het navolgende tot U te moeten wenden. Voor eenige weken was ik met verlof in Friesland en werd ik betrokken in gesprekken over de vrijmaking van onze kerken en de rol door U in deze vrijmaking gespeeld, vooral ook wat betreft de gronden voor Uwe schorsing en afzetting.

Het viel mij op dat vooral in twijfel werd getrokken Uw wegbUjven enz. van de schorsende Synode en Uwe weigering om deel te nemen aan besprekingen met afgevaardigden van deze Synode, of de gronden van dit wegblijven, namelijk het gezocht worden door de S. D., door U aangevoerd wel deugdelijk waren.

Door verschillende personen wordt nog beweerd dat dit wegbhjven niet noodig was geweest, daar U niet gezocht zou worden door de S. D.

Door mij wordt het navolgende verklaard:

„In het jaar 1942 was ik als hoofd-agent van politie te Kampen belast met de afdeehng Recherhe.

Toen U zich had onttrokken aan de arrestatie van de HH. S.D. handlangers, werd ik binnengeroep'en bij den Korpschef van de gemeentepolitie te Kampen, den Nazi-Inspecteur J. de Brtüjn. Deze deelde mij mede dat de S. D. veel belang stelde in Prof. Dr K. Schilder en deze moest worden gearres^ teerd. Hij droeg mij op hieraan mijn medewerking te verleenen, daar ik als ouderling in de Gereformeerde Kerk te Kampen en met mijn goede rela. ties in Gereformeerde kringen, zonder veel moeite wel kon uitzoeken waar Prof. Schilder zich schuil hield. Wanneer zou blijken, dat later Schilder werd gearresteerd en ik van zijn verblijfplaats had ge­ weten, dan zou ik door de S. D. ter verantwoording worden geroepen. Ik heb den Inspecteur medegedeeld dat mij de verblijfplaats van Prof. Schilder niet bekend was, dat het voor mij moeilijk zou zijn dit te weten te komen, dooh dat ik mijn best zou doen.

Terstond heb ik' mij in verbinding gesteld met Dr Dam, waarmede ik in het ondergronds werk nauw samenwerkte, en heb hem medegedeeld dat hij (Dr Dam) maatregelen moest nemen, dat Prof. Schilder zich behoorlijk schuil hield en zich in geen geval in Kampen modht vertoonen.

Tevens heeft genoemde Inspecteur het personeel opgedragen hem aUes te melden, wat hun ter kennis kwam omtrent de verbUjfplaata van Prof. Schilder".

Van dit schrijven moogt U bij elk voorkomend© gelegenheid gebruik maken.

De adjudant van poütie,

P. KAPENGA.

Naschrift. Schrijver betuig ik ndjn vriende- Irjkan dank. De roddelpartij, door de „synode", hoogstdezelve, aan den gang gebracht en door hooggeleerden van Kampen (op schrift) èn Amsterdam ondersteund, heeft bij velen al een eind genomen sedert de pubhcaties die ik deed in de Bijlagen Jaarboek Geref. Kerken (uitgave firma Oosterbaan & Le Cointre, Goes). Maar het blijkt toch nog noodig met haar bestaan te rekenen. Naast bovengemeld geschrift kan ook deze brief dienst doen. Overigens is het leerzaam dat men voortdurend praat over zaken die niets met het kerkehjk geding te maken hebben. Waarom praten die BWezen niet over de vijf vragen, die me zijn voorgelegd, en waarvan men van te voren (immers uit mijn eigen brieven) wist, dat ik slechts met neen kon antwoorden, tenzij ik om den broode ja zeggen zou ? Kent één der roddelaars die vijf vragen? Kent hij er één van? Weet hij, dat éike roddelaar heden neen zeggen naag, waar ik om het neen werd weggezonden? Driewerf schande over de zwakkelingen die de kerk wagen aan hun prestige, en die al lang te voren hadden gezegd: hij moet er uit

Overigens (dit in verband met alinea 2 v. d. brief) twee maal ben ik gevraagd te spreken met de heeren en tweemaal heb ik het ook gedaan in dien onderduiktijd. Oók dat heb ik al vaak publiek verteld. Maar die Friezen lezen niet allemaal wat

ze lezen moesten om bij te bhjven.

K. S.

NAAR KAMPEN!

_Na correspondentie met Curatoren, en rekening houdende met wat ons geschreven.werd door den secretaris der Predikantenvereeniging, kunnen we thans (tevens ter correctie op andersluidende be^ richten) het programma melden voor onze Nieuwe Kamper week. Wegens vertraging in de verbouwing moesten we veertien dagen uitstellen. Dat spijt ons wel maar „het zal nog wel gaan".

Het progTEimma ziet er thans zóó uit:

DINSDAGAVOND 1 OCTOBER, 8 uur. Bidstond voor den Theologische-Hoogeschool-dag. Voorg.: ds G. Visée (Nieuwe kerk. Broederweg).

WOENSDAG 2 OCTOBER: Theologische Hoogesehool-dag (Nieuwe kerk. Broederweg).

Ochtend-programma:

1. Opening. 2. Woord van den Rector. 3. Rede van ds L. Doekes. 4. Bespreking.

Middag-programma:

1. Toespraken inzake ingebruikneming van ons

nieuwe gebouw voor de Theol. Hoogeschool.

2. Bezichtiging van het gebouw.

Avond-programma:

Bijeenkomst van genoodigden betrokken bij de verbouwing.

DONDERDAG 3 OCT.: Predikantenconferentie.

VRIJDAG 4 OCTOBER:

Inschrijving nieuwe studenten. Des morgens: Recensie van studenten; des middags: Toespraak ter opening van de lessen door den Rector des avonds.

• Later meer bijzonderheden. Deze kennisgeving bedoelt gelegenheid te bieden tot tijdige reserveering van de data. We verwachten veel en velen. Eerst wilden we op Woensdagmiddag nog twee sprekers „laten optreden". Maar we vermoedden dat het naar veler hart zou zijn, iets van het rdeuwe gebouw te doen zien, dat thans, acht jaar vóór het eeuwfeest onzer Hoogeschool, in gebruik genomen staat te worden. Teneinde ieder de gelegenheid te bieden, binnen den kortsten tijd ziooveel mogehjk te beleven, werd dus besloten, de ingebruikneming in te lasschen in het

edgenüjke Schooldagprogramma.

K. S.

DIALOOG.

L i ga t u s: Zeg, ik ben nog niet te spreken over je laatste uitlatingen. Je deed erg leelijk over on^se kerken-

Legatus: Is er geen oorzaak?

Ligatus: Ik weet wat je hebt. Maar dezen keer ging het nou eens niet over die „smalle" schorsingen, en zoo, maar over die „breede" oecumenische beweging. Daar is toch iets geweldigs in?

Legatus: Waarin? In die gelijktijdigheid van „smal" en „breed" soms? Ik dacht

Ligatus: Nee, nou moet je de dingen toch ook es uit elkaar weten te houden. Qui bene disünguit Vergeet nou eens de kerken-op-haai^ smalst voor één keer en kijk eensi naar die kerkenop-haar-breedst. Kun je dan heelemaal niets meer bij ons waardeeren? Dat breede?

Legatus: Maji, ik dacht dat het in beide gevallen dezelfde kerkdn betrof.

Ligatus: Jawel, de Kerken zijn dezelfde. Maar de handelingen zgn verschillend. Noem ze voor mijn part tegengesteld. Je zou dan zelfs kunnen spreken van bekeering. Eerst wat smal, maar nou gelukkig weer breed

Legatus: Bekeering is: nieuwe werken doen NA de oude, dacht ik.

Li g a t u s: —'• Nou, jij letterzifter ?

Legatus: Wel, als die „smalle" èn die „bi^eede" werken gel ij kt ij dig zijn, dan kun j ij wel zeggen: ze bekeeren zich VAN de smalle TOT de breede, maar dan kan i k gissen: ze bekeeren zich VAN de breede TOT de smalle, wie heeft dan gelijk? Of hebben we soms allebei óngeUjk?

Ligatus: Ik kan er niet meer bij. Maar dat oeciunenisohe — dat is toch mooi? Gaat dan heen, in de gehééle wereld — de oecumene — onderwijst alle volken, hen doopende

Legatus: Behalve als ze in 1944 zich verzetten tegen de betiteling van in '46 prijsgegeven formules als EEUWIGE waarheden? Is 't niet zoo?

Ligatus: — Houd op — ik zeg maar: de opdracht bij de hemelvaart is oecumenisch — „breed" is dus goed

Legatus: Ja, en bij dat breede mogen dus de geschorsten niet meedoen, he? Maar zeg, vóór hemelvaart komt Kerstfeest, niet?

Ligatus: Ja — en ?

Legatus: Toen deed een ander oecumenisoh.

Ligatus: Wie dan?

Legatus: Keizer Augustus. Die liet de heele wereld — de oekumene — beschrijven. Was die soms ook goed? Breed is goed, sieg jij immers?

Ligatus: Nou niet honen! Dat van Augustus was politiek. Ik heb het over religie. Qui bene disttnguit

Legatus: Je hebt het mis — Augustus was religieus. Men moest hem aanbidden, hem Gods Zoon noemen, Heer, God, Heiland

Ligatus: Nou ja, dat is voorbij —

Legatus: En Hitler dan? Ook een oecumenische. Het land in spe?

Ligatus: Schei uit, een dwaas — en trouwens, die is óók voorbij

Legatus: Maar de Antichrist dan? Die komt nog. Die zal óók de heele wereld — de oekumene — verleiden, behalve dan de uitverkorenen — jullie verbondskring naar

Ligatus: naar de inwendige zijde.

Legatus: Nou dan zijn er toch twee oecumenische bewegingen?

Ligatus: Ja is goed is 't niet prachtig? Breed

Legatus: — Ook die Antichrist is goed? Ligatus: Nee — dat niet: naaar hoe wil jij dan?

Legatus: Ik wil, dat jij ziet, dat 't maar de vraag is, vide den Christus der Schriften belijdt, en de ergernis des kruises en de dwaasheid der prediking en

Ligatus: Jij vnlt dus zeker weer puui* orthodox blijven. Zoo echt knus, he? En zoo hofjesachtig Ik bedank daarvoor —

Legatus: Juist. Jij bedankt. Jij vnlt niet anders. Jij w i 11 al maar repeteeren: breed is goed. EIn ik wü al maar herhalen: goed is breed. Zoo breed, als 't mag <

Ligatus: Jij kunt niet meer met pathos bidden: vermeerder Uw Kerk

Legatus: En jij wilt niet meer met kalmte eerst bidden wat daaraan toch voorafgaat: bewaar Uw Kerk —

Ligatus: Maar 't is toch zoo mooi oecumenisch Je KUNT orthodox en vrtjzianig immers toch niet uit elkaar houden? De inwendige zijde en de uitwendige zijde, zeg ik maar

Legatus: Dus óók je oecumenische beweging heeft een inwendige en een uitwendige zijde? Het is zeker verbondskring in RUIMEREN zin? Gooi dan alles maar door mekaar. 2ióó werk je je altijd er uit of liever: er in —

Ligatus: Al weer niets opgeschoten! Legatus? Vind' je? Ik.geloof, dat de waarheid zeggen altijd beteekent: opschieten.

Ligatus: Naar de inwendige zijde? Legatus: Naar alle zijden. Goeiendag.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 augustus 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 augustus 1946

De Reformatie | 8 Pagina's