GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EEN EMIGRATIE ROMAN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN EMIGRATIE ROMAN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

. P. J. Risseeuw: Landverhuizers. dl i Vrijheid en Brood, dl n De huilende wildernis. Uitg. Bosch & Keuning N.V. Baarn.

Honderd jaar is het geleden, dat door afgescheiden emigranten in Amerika de stad Holland is gestiöht. Een historisch feit, dat vele pennen in beweging heeft gebracht en dat veler belangstelling trekt.

Dat ook de roman zich niet afzijdig houdt is een verheugend feit, want dit historische gebeuren biedt een rijke stof aan den romanschrijver. De geschiedbeschrijver en de theoloog, ja zelfs de socioloog vindt hier veel van zijn gading, doch de man die de talrijke aspecten tot één levende werkelijkheid kan herscheppen, is toch de. romanschrijver. De dichterlijke fantasie, gevoe.d-door de feiten, kan ons het verleden weer doen beleven, - doordat saj leyende menschen schept, uit; wier denken en handeleij wij een zuiveren kijk krijgen op een verleden tijd.

Reeds naar het uiterlijk komt de roman hier goed voor den dag. Twee keurig geïllustreerde, smaakvol gebonden deelen vormen saam den roman Landverhuizers. In het eerste deel, dat in Nederland speelt en den titel voert: Vrijheid en Brood, worden de oorzaken, in het tweede, getiteld: De huilende wildernis, de eierste jaren van de Hollandsch-Amerikaansche kolonies beschreven.

In zijn verantwoording betoogt Risseeuw, dat hij beoogt een zoo duidelijk mogelijk beeld te geven van de geestesgesteldheid en de gebeurtenissen in de jaren 1846-1847 die de emigratie veroorzaakten. Een lange lijst van gebruikte geschriften, aan het slot van het werk, toont aan dat hij zijn studie ernstig, heeft opgevat. Maar zoowel dit voorberitóht, als de literatuuropgave geven aan zijn werk een tweeslachtig karakter en de beide deelen zijn daar niet aan ontkomen: het wetenschappelijk onderzoek heeft den roman benadeeld en de kunst'heeft de historie soms te veel in een hoek gedreven, waariii zij te weinig armslag heeft.

Vooral in het eerste deel is de roman zwak. De liefdesgeschiedenis van Arjaan en Sitske dient bijna uitsluitend om een overzichtelijk geheel te maken van de lokaal en geestelijk gescheiden deelen. ^^rjaan de Zeeuw brengt het contact met de groep van ds v. d. Meulen, de meer of min mystieke Zeeuwen. Doordat hij naar Ariihem gaat waar hij Sitske ontmoet, komt hij in aanraking met de predikanten v. Raalte en Brunmaelkamp, die hier in hun huis de Theologische School herbergen. Daar hij bovendien niet afgescheiden is, heeft de schrijver gelegenheid uit te weiden over de slapheid van velen, vooral predikanten, die hun bezwaren tegen het synodale juk liever geduldig dragen, dan zich bij de schuurtjeskerk te voegen; over de juiste kerkregeering: „van onder op", over het verbond der genade, dat belofte en eisch omvat. "Telkens zal bij den lezer, als hij den strijd leest die de goed gereformeerde v. Raalte nioet voeren tegen, mystieken, weifelaars en onwillenden, de gedachte opkomen: tout comme chez nous. Dit maakt mede deze boeken interessant, dat de roman ook tevens een stuk Gereformeerde geschiedenis is.

Toch zit hier ook een zwakke zijde aan. Door het romantische, het verhaal van liefde, komt minder goed uit het verband tusschen de geschiedenis der emigratie en het grooter geheel der Nederlandsche geschiedenis. Eenmaal geeft de schrijver een kijkje buiten de histoire intime der afgescheidenen, als hij ds v. d. Meulen een lang gesprek laat houden met een Friesehen liberaal. Deze man is goed op de hoogte met de. leer van het liberalisme, die vervolging van andersdenkenden niet alleen goedkeurt, maar zelfs in de hand werkt. Hij kent en veracht als vrije Friesch de leer van Malthus over lievolkingstoename en de menschonteerende maatregelen daartegen, de theorie der economen, die den arbeiders weinig meer dan een hongerloon waardig en nuttig acht. Dan ziet men eerst hoe het de Afgescheidenen een zaak was niet alleen — hoewel in de eerste plaats— van conscientievrijheid, maar ook van brood.

Wel geeft de auteur een goed beeld van het lijden der geloovigen, die, omdat ze niet wilden btikken onder het synodale juk, met boeten, vervolging, inkvrartiering en gevangenisstraf werden gestraft. Daarvan spreken de predikanten, die^Ues aan den lijve hebben ondervonden en wij maken hen mee in hun huiselijk en gemeentelijk leven. Van hoon, ellende en broodroof spreken de kleine luyden, als wij met de diakenen de huizen der armen ingaan. En nu heeft het boek als roman weer dit vóór, dat er een dikwijls .aangrijpende, soms zeer suggestieve voorstelling der gebeurtenissen gegeven wordt.

Wij hooren Van Raalte en Brummelkamp spreken en de menschen bezielen voor den tocht naar Amerika. Da redevoeringen zijn authentiek, uit nu Vergeelde boekjes; in den roman worden het vurige betoogen die doen begrijpen, hoe het mogelijk is geweest, dat boeren hun geërfden grond gewillig verlieten, om in een onbekend land een nieuw bestaan te zoeken. Daar zijn de brieven uit Amerika, weder authentiek, die spreken van vrijheid van godsdienst, aanzien in stee van verachting, overvloed van brood in plaats van bedeeling. Deze stem uit Amerika klinkt de verdrukten als een bevel van God in de ooren, zij wijst naar een land overvloeiende van melk en honig, dat zij kunnen ontvangen en maken tot een erve des Heeren.

De aangrijpende beschrijving der verschillende uittochten, weer mogelijk gemaakt doordat de schrijver de beide" gelieven op verschillende schepen plaatst, teekent het onverschrokken geloofsvertrouwen en de onwankelbare hoop der emigranten, die weten in den weg van God te gaan.

Dit eerste deel geeft ook nog de aankomst in Amerika, met zijn groote ontnuchtering. De „stad" Hol-

jand , blijkt vette land is een haast ondoordringbaar oerwoud.

Hierbij sluit zich dan ook de titel aan van het tweede 'deel: De huilende Wildernis. Het historisch gedocumenteerde gedeelte is nu achter den rug; in dit deel komt het verhaal, wil men, de roman, meer tot zijn recht. Óok nu behoudt het zijn verbindende functie, daar Arjaan in het oerwoud is bij ds van Raalte, Sitske in de prairie bij ds Scholte.

Zeer uitvoerig wordt geschilderd het leven in de wüdemis, de stichting van de stad Holland. Zeer realistisch wordt de strijd en het lijden der emigranten verhaald, zonder sentimentaliteit of mysticisme. Het is de geschiedenis van volk dat bidt' en werkt, van een kolonie die groeit als 't ware door de dooden heen. Hoogtepunten bereikt de schrijver steeds als hij de heroïsche worsteling uitbeeldt van dit hoopje menschen met hun zonden en gebreken, bouwend in gehoorzaamheid aan hun niet-blijvende-stad hier beneden. Vol geloof vertrouwen zij him dooden toe aan de aarde, die het brood moet opbrengen voor de levenden en stemmen zij in met v. Raalte: „Broeders, de hemelen verblijden zich, want uit deze wouden is wederom een ziel opgevaren tot God”.

Het leven en sterven der kolonisten wordt weerspiegeld in het verhaal over de liefde tusschen Arjaan en Sitske. Ook zij bereiken hun doel over dooden heen. Het leven gaat voort, hun huwelijk draagt de belofte van nieuw leven in zich. Dit tweede deel kan daardoor dikwijls boeiender zijn dan het eerste, het bevat episoden die spannend zijn door het avontuurlijk gebeuren.

Toch zal men blijven gevoelen, het gaat niet om het uiteindehjk huwelijksgeluk van de beide gelieven; dat zij elkander krijgen is misschien een mooi slot voor een ouderwetschen roman. Hier is het haast alleen symboliek. Zooals Arjaan's volharding, ondanks de talrijke moeilijkheden, eindelijk beloond wordt, zoo zal ook eens.de stad Holland verrijzen, dank zij den onvermoeiden arbeid en het alles overwinnende geloof van de kolonisten.

De jonggehuwden gaan naar de stad Holland, ze verlaten de prairie met de nederzetting van ds Scholte, de independist, over wien in dit werk weinig en dan meer kwaads dan goeds gezegd wordt, omdat het is een gedenkboek naar aanleiding van de stichting in 1847 der stad van ds v. Raalte.

Dit Sn omvang monumentale werk, is als roman in den bekenden zin niet spannend. Er zit een te opgelegde tendenz in om de dialogen die natuurlijkheid te geven, die het innerlijk leven weerspiegelt. Zij spreken met de stem van den auteur haast uitsluitend over de emigratie. Maar als gewone roman is het boek ook niet bedoeld, daar het een documentair historisch karakter draagt. En als zoodanig is het goed. Het geeft een levende beschrijving met aangrijpende episodes van een gebeurtenis die van groote beteekenis is geweest voor ons land en onze Kerken. Een prettig te lezen, zeer interessant gedenkboek, meer dan een literair kunstwerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

EEN EMIGRATIE ROMAN.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1947

De Reformatie | 8 Pagina's