GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het „concrete voorstel tot hereeniging van Ds B. A. Bos III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het „concrete voorstel tot hereeniging van Ds B. A. Bos III

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Feiten, zeggen terecht onze overzeesche buren, zijn hardnekkige dingen, ze geven niet mee. Je kunt er aan trekken, maar ze gaan niet van hun plaats. Je kunt ze negeeren, er omheen loopen, probeeren door omsluiering ze onzichtbaar te maken, te verdonkeremanen, je kunt ze zelfs het tegendeel willen laten zeggen van wat ze getuigen — het helpt niet. Ze geven altijd door één en hetzelfde geluid. En vroeger of later worden ze erkend, voor wat ze zijn.

En feiten zijn b.v. (we noemen er maar enkele): dat niet w ij een aanslag gepleegd hebben op de eenheid en den vrede der kerken;

dat de onrust in de kerken ontstond op instigatie van Prof. Kuyper („erger dan Assen"! „een revolutiegeest, die alles wil omkeeren"! „een beweging, die de kerken vergiftigt"!) en van Prof. Hepp („Dreigende Deformatie"-brochures; ter Synode: „Ik heb eenige weinige dingen tegen U, dat gij dwalingen toelaat"), terwijl de uitslag van het Synode-onderzoek was, dat twee broeders anoniem, zonder gehoord te zijn, ten onrechte beschuldigd werden (Ds I. de Wolff en br. A. Janse);

dat de „leergeschillen" onwettig, wijl buiten de kerken om, in behandeling genomen, in geheime zittingen behandeld, en tegen den wil der kerken doorgedreven zijn, terwijl na de „binding" het overgroote deel der kerkleden om opheffing daarvan vroeg, wat geweigerd werd;

dat men van het onderling bezworen fundament der waarheid is afgeweken door aanneming van een vierde formulier van eenigheid, met de drie bestaande niet in overeenstemming;

dat men het kerkrecht heeft vervalscht en voor de Synoden een souvereiniteit heeft, opgeëischt, die het recht, de vrijheid en de zelfstandigheid der plaatselijke kerken te niet doet;

dat men ambtsdragers en kerken, die weigerden het kerkverband te verbreken, heeft geschorst en afgezet en der afsnijding waardig gekeurd of uit het kerkverband gestooten, hen in Gods Naam bindend aan een formule, die later vervangen werd;

dat men doof gebleven is voor alle bezwaren, protesten, waarschuwingen, smeekbeden, alle compromisvoorstellen heeft afgewezen, en op drie „Revisie-Synoden" al het beslotene gehandhaafd heeft, maar thans erger „muiterij" toelaat dan voorheen onder dien naam het kerkvolk moest doen opschrikken — welke „muiterij" vroeger door intimidatie en bedreiging werd neergeslagen, of met schorsing en afzetting gestraft.

Als d i t de feiten zijn, wat valt er dan nog te onderhandelen ?

Door onderhandeling wordt een feit toch niet een fictie?

Hier valt alleen maar te informeeren.

Laat men ons antwoorden op deze simpele vraag: U zoekt contact met ons? Best. Niets liever dan hereeniging in den weg van het recht. Maar handhaaft U nog de besluiten van 1942 en van de drie Revisie-Siynoden? Zoo ja, dan is samenspreking overbodig. Zoo neen, zeg het dan in klare taal. Zeg ronduit, welke uitspraken en beslissingen ge handhaaft, geheel of gedeelteUjk, en welke niet. Dan heeft „praten" wellicht zin!

Tot hiertoe heb ik vanuit het kamp der gebonden kerken nog weinig andere klanken vernomen dan: o, die vrijgemaakten willen_ heelemaal geüjk hebben, en 't ongelijk zou geheel zijn aan onzen kant! Dachten ze, dat we dit ooit zouden toegeven? Die Sohildergroep! Was die man er niet geweest, er zou niets gebeurd zijn! En wij meenen toch ook, dat we gehjk hebben, en hebben het toch goed bedoeld!

Gelijk willen hebben? Niet willen zichten voor argumenten, aan Schrift, Belijdenis en Kerkenordening ontleend? Ik wijs dit met verontwaardiging af. En een groep Schilder-volgers ? Een Schilder-zaakje ? Men leze b.v. „De feitelijke Toedracht" van Ds G. Janssen, speciaal bl. 89—96, en bewijze, dat hij de dingen scheef voorstelt of verbloemt. En is de waarheid pluriform? En beslissen goede bedoelingen ? De Heiland heeft eenmaal zijn jongeren gewaarschuwd, dat menschen met de allerbeste bedoelingen, meenende Gode een dienst te doen. Zijn discipelen zouden wat? beleedigen? krenken? verdrukken? Neen, doodslaan (Johannes 16 : 2).

Brengt al dit geredeneer ons één stap verder? Laat men toch eenvoudig de feiten raadplegen. Is het waar, dat de Sjnaoden zijn opgehitst door de professoren Kuyper en Hepp, en dat door hen onrust gebracht is in de kerken, of niet?

Is het waar, dat de „leergeschillen" zijn behandeld en doorgedreven buiten de kerken om, of niet?

Is het waar, dat de leerkwestie, toen men geen ketters kon vinden, is opgeborgen en daarvoor in de plaats gesteld is de ordekwestie, of niet?

Is het waar, dat de gebonden kerken niet genoeg hebben aan de Drie Formulieren van Eenigheid, en is haar „uitbreiding" met den ouden grondslag in strijd, of niet?

Is het waar, dat de Kerkenordening op vitale punten ontkracht is, of niet?

Is het waar, dat men tegen het recht Gods in heeft geschorst, afgezet, geweerd, uitgestooten, of niet?

Is het waar, dat men thans toelaat, wat vroeger streng gestrafi; werd, of niet?

Is het waar, dat de Koning der kerk door al dege dingen diep beleedigd is en gekrenkt, of niet?

Laat ieder zien naar de feiten. En daarover naar het, Woord oordeelen.

Zijn de leden der Synode verantwoordelijk voor de gewraakte uitspraken en beslissingen, en zijn met name zij, die publiek of achter de schermen, hen „geleid" hebben, openbaar geworden als goede of als kwade herders?

Hebben zij recht en goed gehandeld naar Gods wil, of hebben ze schuld op schuld gestapeld?

Hebben ze blijk gegeven, dat het hun leed is, wat ze hebben misdaan, of hebben ze gehandhaafd wat ze hebben aangericht, zich verhardende?

Hebben ze te wachten de gunst des Heeren of de openbaring van Zijn toom, zoolang ze zich niet bekeeren?

O, hoor ik broeder Bos al zeggen, houd toch op en wees niet zoo hard. Waar blijft bij U de liefde? Denk toch aan de teksten, die ik citeerde, en die ons vermanen tot liefde, lankmoedigheid, ootmoed. En denk toch aan die dwalende schapen in de gebonden kerken. Ze hooren toch bij ons, en wij bij hen. En meent ge ze ooit op deze wijze te kunnen winnen?

ant­ Op zulk een tegenwerping, die ik verwacht, woord ik gaarne.

Ik wijs daartoe op onzen eenigen Meester Christus, die de liefdewet Gods volmaakt heeft vervuld, en door Zijn Geest die vermaningen om hef te hebben inspireerde.

Hoe uit Hij Zich tegenover de kwade herders, die het volk op een dwaalspoor hadden gebracht?

Vat Hij hen met het volk, dat ze verleidden, samen onder één rubriek, en stelt Hij dan schuld tegenover schuld, b.v. de schuld van Zijn discipelen tegenover hun schuld?

Excuseert Hij zich tegenover hen over een enkel „hard woord" dat Hij moet gebruiken?

Ontziet Hij ze op eenige wijze?

Neen.

Hij valt hen aan, scherp en fel; Hij spreekt over hen en tot hen; Hij gaat uit van de feiten, van aanwijsbare zonden, die daar liggen voor het aangezicht des Heeren; Hij stelt ze als voorgangers en leiders in bijzondere mate verantwoordelijk; Hij verkondigt hun den toom en de wraak des Heeren, en Hij striemt ze met woorden als geeselslagen.

Is dat liefde?

Ja, dat is liefde.

Liefde tot Zijn Vader in de hemelen, liefde tot Gods waarheid en recht, liefde ook tot de schapen, door deze kwade herders op een dwaalspoor geleid.

Want Hij wil de schapen van achter deze herders wegroepen.

Hij wil de schapen laten opschrikken.

En nu verwijt Hij niet éénmaal deze herders hun booze handelingen. Maar telkens opnieuw. Tot het einde toe.

Hij zegt niet: Ik laat hen voorloopig los, en richt mij nu maar tot het volk — met die' herders is toch niets te bereiken.

Neen, maar Hij houdt ze vast, en laat niet af en wordt niet afgeschrikt, onverschillig wat ze onderling beramen en van Hem zeggen.

Bij de verktóring van Matth, 23 : 13 merkt Calvijn o.a. op (Corpus Kef. LXXIII, p. 627) „Wij weten echter, hoe groote hiifderpaal om van dwalingen bevrijd te worden er voor de eenvoudigen gelegen is in den dwazen eerbied voor valsche leeraren Waar het op zichzelf al moeilijk en zwaar zou geweest zijn hen (n.l. de Joden van dien tijd) terecht te brengen, stond hun echter het meest in den weg de averechtsche meening die zij koesterden over de valsche leeraren, namelijk dat zij die achtten de wettige voorgangers der kerk, hoofden van den GoddeUjken cultus en zuilen van vroomheid te zijn. Voeg daarbij, dat ze zóó betooverd waren, dat ze eerst door geweldigen schrik daarvan afgebracht konden worden Evenzoo worden wij heden gedwongen zeer hard tegen den pauselijken clerus te donderen, uit geen andere beweeg'reden dan om hen, die nog voor rede vatbaar zijn en niet grondig bedorven, acht te doen geven op hun heil, opdat ze, opgeschrikt door het oordeel Gods, de verderfelijke strikken van het bijgeloof, waardoor ze gevangen gehouden worden, verbreken. Men ziet hieruit, hoe wreed de zachtaardigheid is van hen, voor wie onze heftigheid grievend is". (Spatieering van mij, P.D.)

Beweer ik hier, dat de Synode-leden en hun „leiders" gelijk zijn aan de Farizeeën en Schriftgeleerden uit Jezus' dagen?

In geenen deele.

Bedoel ik hier, dat ze even diep gezonken zijn als de leden van den Roomschen clerus ten tijde van Calvijn?

Allerminst.

Maar dit beweer ik, dat

als herders van Gods volk zich als kwade, lierders openbaren,

als ze met een beroep op hun autoriteit, door omsluiering der feiten, door intimidatie en dwang het volk achter zich aan weten te krijgen,

als ze zondigen en doen zondigen, en door geen enkel protest, gedocumenteerd bezwaarschrift, door geen verzoek om revisie of smeekbede op hun schreden terugkeeren, het gepleegde onrecht niet willen goedmaken en geen zweem van berouw toonen,

het Woord des Heeren recht geeft en ten plicht stelt, die herders op grond van de feiten in staat van beschuldiging te stellen, hen scherp en gestreng hun wandaden voor te houden, en hun het oordeel Gods aan te zeggen, zoo ze zich niet bekeeren,

opdat de schapen opgeschrikt worden en de stem van den goeden Herder hooren in het aanzeggen van het dreigende oordeel Gods.

Maar, zoo zal misschien broeder Bos vragen, maakt ge U zoo niet van de dwalende schapen af? En hoe moet het dan tot hereeniging komen?

Laat me even mogen opmerken, dat broeder Bos de dwalende schapen wel heel erg ontziet.

Van de gemeenschappelijke schuldbelijdenis, waaronder hij allen begrijpt, ook de leden der vrijgemaakte kerken, komt hij tot w e d e r z ij d-s c h e schuldbelijdenis, maar waarin die bestaan moet, maakt hij niet duidelijk. Als hij dan spreekt over de „s c h u 1 d b e 1 ij d e n i s a n d e r z ij d s" noemt hij enkel de speciale zonden van de Synoden.

Maar wat hebben de leden der gebonden kerken gedaan met de voorlichtings-vergaderingen, van onze zijde belegd, wat met de voorlichtingsliteratuur? Wat is hun houding geweest onder de gesprekken, waarin getracht werd hen tot andere gedachten te brengen, wat — er is genoeg op gewezen — met het ratificatierecht na de fatale beslissingen 'der Synoden? Willen ze hooren ? Hebben ze — er was gelegenheid te over — onderzocht, waar het om ging, en hebben ze gevolgd het voorbeeld van die van Berea (Hand. 17 : 11) ?

’t Gaat om hereeniging? Om vrede?

’t Gaat niet alleen om vrede.

Maar 't gaat om vrede en recht. Zoo leert ons de Schrift.

Golgotha staat daar als een getuigenis door alle eeuwen heen, voor de wereld, voor Engelen en duivelen, dat God, liever dan Zijn recht gekrenkt te zien, den Zoon Zijns sehoots. Zijn Eenige, Zijn oogappel, overgeeft aan de smarten en kwellingen van den eeuwigen dood.

Geen recht zonder vrede begeeren.

Doch ook: geen vrede zonder recht. Dat is een valsche vrede. Een schijnvrede.

Maar vrede en recht.

Vrede door recht.

Vrede gekenmerkt, gewaarborgd en gehandhaafd door het recht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 september 1948

De Reformatie | 17 Pagina's

Het „concrete voorstel tot hereeniging van Ds B. A. Bos III

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 september 1948

De Reformatie | 17 Pagina's