GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

,,Nabetrachting"op een correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Nabetrachting"op een correspondentie

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Slot)

We zouden deze reeks nog wel een poos kunnen voortzetten, maar achten het overbodig. Op de argumenten ingaan doen - -degenen, die aan de A.R. Partij leiding geven toch niet. Het is bij hen als bij hun naaste kèrkvrienden: geen enkele poging om het probleem te stellen zooals het is: de fijne puntjes afslijpen; gebruik, maken van, , debatershandigheidjes; en inmiddels de WILSbesluiteri doorzetten.

Zoo nog weer pas een „hoofdartikel" in „Trouw" van 8 Juni. „Geen a f s p 1 i n t e r i n g" staat er boven.

De „enkele menschen", wier correspondentie met het Centraal Comité eerst in een klein berichtje was weggestopt, en van wie niet één argument werd doorgegeven, noch één saillant discussie-element genoemd werd, zijn nu ineens naar de voorpagina verhuisd. Maar het is nog verre van moedgevend. Ze hebben, heet het, de gedachtenwisseling met het Centraal Comité „ a f g e b r o k e n". DaT WOORD „DÓET het al"; het schijnt dat je moet schrikken als iemand correspondentie afbreekt, maar nooit hoeft te schrikken als de geschrokkene over dat „afbreken" nooit meer van zijn leven schrikt over het „o pene n" van correspondentie, het „leggen" van valsche contacten, het „a a n p a p p e n" met degenen die in „den rooden hoek" „secten en muiterij in wereldlijke regeeringen begeeren aan te richten", en die het „in de kerken" niet behoeven te doen, omdat die kerken als was zoo week zijn, en zichzelf wel laten infiltreeren: ze roepen erom. Is men in „Trouw" vergeten, hoe vlak na den oorlog de heeren Waterink en Banning samen zouden gaan om de jeugd te helpen? En wordt er nog wel eens nota genomen van onze klachten over het leggen van contacten met allerlei andere „heidenen"? En krijgen de lezers iets te hooren over ons verwijt, dat men correspondentie heeft èn houdt, met de roode vakbeweging, en dat het mis is aan de Vrije Universiteit inzake die vakbeweging en het medezeggenschap enz.? Merkwaardig, _merkwaardig: als je tien keer met de stukken aantoont, geduldig, en broederlijk, dat men valsohe correspondenties OPENT en aan den gang houdt, dan „schrikt" men in deze kringen nooit. En als ze dan maar één keer, al is 't maar met een schijn van recht, zeggen: die en die heeft met ONS (en we zijn toch van die broeders) de correspondentie afgebroken, dan zijn de menschen, en soms de beste, de kluts toch weer even kwijt. En ze vergeten de ongelukkige situatie die ontstaat tengevolge van die GEOPENDE correspondenr tie met heidenen; ze kunnen de echo maar niet kwijt van het klaaggeluid over een afgebroken correspondentie.

Maar bovendien: iedereen weet, dat zulk een voorstelling van-den-gang-van-zaken met het Centraal Co­ mité niet juist is. Als iemand zegt: „ik wil met u correspondeeren over een CONCREET VOORSTEL", en de ander zegt dan: „best, dat kunt u gedaan krijgen, maar wordt mijn voorstel dan ook BEHANDELD? " en de eerste spreker antwoordt op DIE vraag: „liée, meneer, behandelen doe ik het in geen geval", en de tweede antwoordt dan: , „dan zullen we maar niet verder gaan": wie breekt dan de corresp o n d e n t i e af? Antwoord: niet de tweede, doch de eerste. Want wie me „aan de praat" houden wil, zonder dat hij zakelijk antwoord g'e ven w i 1, die BEGINT niet eens een correspontie. Correspondentie, daar zit het woord „respondeeren" in, d.w.z. antwoord geven. Het Centraal (Comité wilde niet correspondeeren, niet a n t w o o r d geven op de vraag, waar ons alles om draaide.

Daarom is ook de klacht, dat de „dertien" geen helder beeld hebben gegeven van wat zij nu eigenlijk wilden, dwaas. Wij hebben toch duidelijk gezegd: belooft u maar, dat u erop in wilt gaan, dan zullen wij precies zeggen, zoo helder mogelijk, wat we concreet willen? Het is allemaal even steriel als dat „deputaten"gezeur: op geen enkele vraag in willen gaan; en als wij dan eindelijk zeggen: goeden dag, dan wordt er gekermd: ze breken de correspondentie af. Merkwaardige analogie tusschen Ridderbos en Schouten. De Oosterbeekenaren wilden toen „de deputaten doorbreken". Ik heb me wel eens afgevraagd: waarom heeft Oosterbeek, walrt men wist daar van de politieke gebeurUjkheden ailes af, waarom heeft Oosterbeek niet, als het dan tóch wilde doorbreken, behalve de kerkelijke deputaten ook het Centraal Comité „doorbroken"?

De redeneering van ds B. A. Bos was: kerkelijk is de zaak in een impasse; nu gaan wij „doorbreken". Maar waarom hebben ze dan niet gezegd: politiek is de zaak in een impasse: nu gaan we zoowel het werkcomiité als het Centraal Comité „doorbreken"? Antwoord: ze deden het niet, omdat diegenen die in den allereersten aanleg Oosterbeek op touw gezet hebben (dat zijn dus anderen voor een deel dan die er waren) de „weeke deelen" van de kerk van de „massieve" van de politiek onderscheidden.

Wanneer er dan ook, zooals „Trouw" constateert, „politieke verwarring" is bij de gemeenteraadsverkiezingen, dan is dat NIET het gevolg van wat het blad noemt „deze d u i s t e r h e d e n", maar alleen het gevolg van ANDERE duisterheden. De camouflage duisterheden, de kerkelijke eerst, de p o, 'l ij t i e k e daarna. (Jevolg van het feit, dat de kringen rondom het CJentraal (Comité precies zoo polemiseeren als de kring-Ridderbos in „de kerk". Had het (üentraal Comité maar eens duidelijk en hardop gezegd: wij weigeren ook zelfs de GEVOL­ GEN onder de oogen te zien van het feit, dat WIJ­ ZELF in overgroote meerderheid met woord en daad revo lu'tionairen scholden en uit hun ge e stel ij k arbeidscentrum hielpen s t o o t e n degenen die we thans bij de stembus als anti revolutionairen willen te vriend houden, dan ware de camouflageduistemis op dit punt althans beëindigd.

De klacht over een „niet d u i d e 1 ij k e reden" is dus af te wijzen.

En daarom willen wij eindigen met een Vraag.

Deze vraag: waarom maakt gij nü zoo'n misbaar tegen de afsplintering, gij, „Trouw"-redactie, op politiek terrein? Waarom hebt gij niet v ij f jaar g e l e d e n aan Ridderbos en Grosheide en Nauta en Hepp, en H. H. Kuyper, en Berkouwer in het gelaat .geslingerd: geen afsplintering? En waarom niet aan UZELF? WANT GIJ ZIJT in meerderheid diezelfden. Toen waren wij u de moeite niet waard. Het kon den meesten uwer geen zier schelen, wat ze daar in zoo'n synode uitspookten; dat gemodder van kerkvorstjes, nu ja. — Als ze den een of ander „opruimen" willen, wat gaat ons dat aah? Ik verzeker u: wanneer die eerst uitgeworpenen waren opgelost in den nevel, ge zoudt geen dag lang erover gezeurd hebben. De schorsings-grondjes raken u niet, de argumentjes deren u niet, de rapportjes interesseerer. u niet. Dat vindt ge ouderlingenspul, voor — een archief. Maar toen de zaak gevolgen kreeg, en toen inplaats van enkelen er duizenden kwamen los van u te staan, toen

Wel, tóen konden de rapporten en leerstellingen en erkrechtelijke manipulaties u nóg niet schelen. En

als wij waren • geweest als Grcelkerken, dien ze ook schorsten, maar die na een poosje zei: blijf maar antirevolutionair stemmen, wel, dan waart ge allang gerust geweest. Een kerk ruzietje kan u hoogstens wat hinderen vanwege de gevolgen.

Maar ge hebt nooit begrepen, dat wij geen Geelkerken zijn. Zeker, Geelkerken heeft gezegd: bJijf nog maar A.R. stemmen. Wilt ge eens verklappen, hoeveel prüeent van die Geelkerkengroep v a n (i a a g nog A. R. stemt? Naar uw schatting? Ik denk: een heel klein 'beetje.

Maar óns kerkvolk is van ander hout gesneden. Onze groep heeft al sinds jaren geroepen om ernst te maken met Schrift en confessie. En gewaarschuwd tegen wat zoowel de kerkelijke als de politieke samenleving ontbinden zou. Maar we waren daarom niet welgevallig aan uwen dr H. H. Kuyper. Die de regeering inzake de lintjes adviseerde, naar hij zelfeens eruit flapte op een synode, ik was er bij; die deputaat was voor correspondentie met de overheid; die d© glorie had van de herinnering aan Vader Kuyper; die zelf hem op de meeste punten loshet, maar juist daarom te üjf ging wie het op die punten niet deden, en op andere punten wèï; en die, aan het scheiden zoo ongeveer toe, Berkouwer bij een complimenteuze visite toeknikte, dat het best ging op de synode, toen ze aan het uitwerpen toe was, en die, toen de slachting geschied was, uitriep, dat hij — met een ander — het toch maar gewonnen had.

Gij nu hebt staan kijken bij zijn graf — naar een oud verleden.

Maar ge hadt tijd noch lust gehad om te leeren weten, hoe naar de meening der door dr H. H. Kuyper bevochten groep dat verleden veiüg kon worden ingedragen naar het heden en de toekomst. Ge waart net als de meerderheid van de huidige Friezen: een tikje verzekerd vaji uw eigen deugden, „enthusiast" op meetings en zoo, vanwege de heilige vaan en zoo. Maar tegelijkertijd waart gij onder allerlei academischen invloed „breed ontwikkeld". Zóó „breed", dat onderde-hand mét allerlei „heidenen" contacten geopend werden, de V.U. op essentieele punten overstag ging naar „medezeggenschap" en „barthianisme-langs-hetkantje"; politiek op Kuyper's naam nog trotsch, maar niet in staat te begrijpen, dat WIJ en niet de Bavinckgeest, nog stonden voor wat een erfenis van Kuyper, zoover ze essentieel was, heeten mocht. De jonge Kuyper'— dr H. H-. — die zijn eigen vader in de laatste jaren heeft verloochend (maar dat zei hij niet), heeft u gezegd: die lui daarginds, die raken Kuyper aan. En toen heeft de glorie van „onze" V. V. (die 'n mythe is, want er zijn daar knappe koppen, maar ook andere), en toen heeft de glorie van „ons" verleden (die een mythe is, want de boel ging zienderoogen achteruit), en toen heeft de glorie van „onze" synode (die een mythe is, want het ging daar schots •en scheef, en geen enkele zaak werd serieus aangepakt), u zonder meer doen-zeggen: het zal daar in dien hoek wel mis zijn, laat die lui maar gaan, ze zijn wat „eigenaardig".

En nu kunt ge nietmeer. Gij hebt eerst besloten: de V.U.-groep niet afvallen. En n u besloot gij: ons zelf niet afvallen. Maar wij profeteeren u: het gaat holderdebolder achteruit. Ge theoretiseert met de roode arbeiders over , , medezeggenschap" en al die fraaiigheden meer, maar op het terrein, waar ge medezeggenschap hebt, daar durft ge geen woordje kikken, om de Ridderbossen en de Dijken eens den mantel uit te vegen. Op het terrein van de V.U. is het al net zoo. Als de A.R.-Partij doodgaat, dan komt het, omdat ze geen eigen principieele leiding heeft, en achter de V.U. aan komt hinken, die thans ook zelf een vasten koers als principe van leiding mist; hoemeer docenten er komen, hoe minder vaste lijn.

.-Dit is geen wild scheldpartijtje, want we hebben het op bepaalde punten in ons blad met de stukken zien aantoonen.

En nu zijn we heelemaal niet kwaad. En heelemaal niet gebelgd, omdat ze ons hebben belasterd. We zien alleen maar scherp: ér wordt geen hand uitgestoken om op de principieele zaken in te gaan. Noch om het recht te herstellen. Welk recht ? Niet dat van onze personen, doch dat van Christus, die van. die kerkrechtelijke WETTEN niet gediend wil wezen, noch van uw politieke verwateringsprograms-van-urgentie enz. Ge hebt rustig bij al die schorsings-misère — die gij zelf in meerderheid steunt e'n op u n e e m. t — toegezien, al hebben we na vier jaar u nóg een jaar lang den tijd gegeven, om over de gevolgen na te denken. Wij hebben het ervoor over gehad, onze eigen mensohen te laten staan met een beteuterd gezicht, dat we niet dadelijk opstonden, maar eerst nog eens u de kans wilden geven. Uw Heer Ridderbos begreep terdege, wat op het spel stond. Hij deed niets. We hebben hem de kans gegeven met ons in correspondentie te komen, en dan te praten, als hij maar een paar duidelijke woorden op papier wou zetten. H ij wou niet. HIJ LIET UW ZAAK VERSPLINTEREN, want hij kan alleen terug als hij boete doet, en hij doet geen boete. We hebben u een jaar lang den tijd gegeven. G ij hebt niet gewild. Niet Ridderbos op zijn itoga geslagen, en niet Dijk om zijn rapportjes de ooren gewasschen; ge waart als die Friezen koppig naar de mythe van „ons" verleden turen, en Saguntum laten vergaan. Ge laat Saguntum springen, want elk sectortje is daar souverein in eigen kring, en dat met uw eigen permissie. Maar de V.U., en dus dr Ridderbos, daar moet men afblijven, ook als zij samen degenen die de A.R. Partij trouw hebben gediend, en haar principieel wilden en kónden helpen, kerkelijk afslachten. K e r k e 1 ij k, meneer, dan ben je veilig. Souverein in eigen kring.

Wij laten u gaan, u, die ons nu al vijf jaar lang liet loopen. Wij staan weer aan een begin. Met lood in de schoenen, en heelemaal niet jubelend' Maar wel geloovig. Wij weten, dat het net als in de vrijmaking is: de één wil dit nog eens eerst probeeren, en de ander dat nog eens. Het eenige resultaat is, dat gij samen daar gebruik van maakt, handig, maar niet geestelijk. Wij zien dat rustig aan; ge hebt u wel meer vergist. Wij drijven niet, maar we laten ons niet door u versjacheren: we wouden nog altijd wérken. We zullen geen mensch dwingen, want we heeten Kuyper noch , Ridderbos. Maar we weten, dat, INDIEN WIJ TROUW BLIJVEN aan de principieele lijn, die we nu al jaren lang hebben getrokken, eii waarvan gij dan eerst wat naders weten wilt, als de boel knapt (hoewel ook dan een duidelijk „neen" tegen bepaalde theoremen-van-antithesedoorbraak u niet gelukken zal, omdat ge dan tegen de V.U. moet oproeien, en dat zult ge niet doen), we weten, dat wij in dat geval over vijftig jaar iets zullen hebben wat er thans door niemand verwacht wordt. We hebben de moeiüjke jaren na de Afscheiding hooren beschrijven; we hebben gehoord dat „men" ook toen liep te lachen. We weten, dat er bij ons prachtkerels zijn, die de heele schande van dekerkelijke versplintering dóór hebben, en die op politiek gebied het NOG eens een keertje zoo en zoo willen probeeren. We blijven van ze houden, voorzoover ze staan voor de zaak der kerk; we weten dat niet ieder tegelijk alles ziet.

Maar we hóóren weer léven. We hooren weer vragen stellen naar principieelen wederkeer. Of we geen „wilde" vragen krijgen? En geen vragenbuskwestietjes, zooals er alle eeuwen door zullen worden opgeworpen door vrouwtjes en goeie mannekes, die altijd leeren en nooit tot kennis zullen komen? Zeker, zeker; maar we willen u waarschuwen: lach er niet om. Want beter een J.V.-er, die zich aftobt over bloedworst-ethiek, omdat hij met Leviticus niet heelemaal klaar komt, dan die heele schare van snappers naar de laatste snufjes, die nauwelijks weet dat er zoo iets als Leviticus is. Dit verhaaltje heb ik al jaren geleden opgehangen: het is geen ressentunents-zurigheidje. Maar sedert ik het den eersten keer vertelde, van die bloedworst en zoo, is het aantal van die lui die Leviticus en de J.V. niet meer kennen, onrustbarend gestegen.

Er is nieuw leven. Het is nog veelszins ongebundeld. Maar het broeit, het groeit; en nu we u den tijd gelaten hebben, ook om Ridderbos c.s. nog eens aan de jas te trekken, en nu het eenige wat ge hebt kunnen praesteereh is geweest ons op Volten en Toomvliet te tractee^n met een infiltratie poging, terwijl geen mensch van u of van uw vrienden ons op één serieuze vraag wilde antwoorden, nu zeggen we met prof. Holwerda van gisteravond: Achab zei „broeder" tegen Josafat, maar hij zei óók „broeder" tegen Benhadad; en zóó is het nu bij u. Gij roept, net als Ridderbos: ach, mijn broeder. Maar intusschen doet gij, als wie zweert, dat Ridderbos 't %el weten zal, en dat het in elk geval netjes staat zondag tot den Heere te zeggen: het zijn toch maar openbare grove zondaren, en muiters. Nu laat dat dan zoo: wij gaan verder en blijven bang voor die Benhadads, en voor een broedemaam, dien we met hen samen mo­ gen deelen, als gij ons aanspreekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

,,Nabetrachting

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's