GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aangaande mij en mijn huis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aangaande mij en mijn huis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Looft den Heere jongen!" gij ouden met de

Het is goed, dat men den Heere love!

Hoe verheugt de Heere er zich in, als de man 's morgens naar zijn werk gaat, terwijl uit zijn hart de psalm opwelt, ook al hoort niemand er iets van, op zijn best een zacht neuriën.

Hoe aangenaam is het den Heere, als moeder de vrouw haar huis verzorgt, de gedachten bij haar man en kinderen, onder den indruk der zegeningen, waarmee de Heere haar rijk inaakt — en ze dan haar blijdsdiap lucht geeft, door psalmen en geestelijke liederen, die haar huis van vreugde doen ruisohen en door openstaande deuren en ramen naar buiten klinken.

Met welgevallen luistert Hij naar de kinderen, als ze in koor zingen van den groeten Kindervriend, van

de teere zorg des Heeren, die de bloemen doet bloeien en zelfs de jonge vogeltjes niet vergeet; als ze gezamenlijk biddend hun zonden belijden en om vergeving vragen om Christus' wil; als ze zingen van de heer­

lijkheid des hemels.

Hoe neigt Hij zijn oor, als de zieke in haar eenzame lijden probeert den psalm mee te neuriën, of ook maar te fluisteren, die de ladio haar voorzingt.

Wat moet het voor den Heere dan zijn, als het heele gezin, de ouden met de jongen, de ouders met de kinderen, van goeder harte samen den Heere loven in hun lied.

lied. "Weten we het nog van dien „goeden ouden tijd", toen we 's Zondagsavonds in den huiselijken kring samenkwamen met enkele broeders en zusters en we onderling spraken over het Woord en den dienst des Heeren; over de preeken, die we dien dag hadden gehoord; over de oordeelen Gods, die op de aarde waren; over de kerk des Heeren; over de rust, die er overblijft voor het volk van God — maar den avond niet eindigden, voor één der huisgenooten, gewoonlijk een der jongeren, voor het eenvoudig orgeltje ging zitten om den zang te begeleiden. Het begon met enkele liederen: van Philip Philips, als: „Zouden eenmaal wij ook komen? ", „Rijst op, rijst op voor Jezus!", „Geen twijfel meer, ik adem vrij!"; of uit de Neerbosch' zangen:

„Een strijdkreet dreunt de wereld door!", „Alleen in den nacht en bij noodweer!", „Waar' ook op aard' hier mijn deel enkel smart!" enz.

Vaak liederen, óf vertaald uit het Engelsch, óf uit het Duitsch; in elk geval op Engelsche of Duitsehe melodieën — maar hoe vertolkten ze wat er leefde in de harten van het volk Gods uit die dagen.

En dan tot besluit nog een paar psalmen, met de betuiging: „Daar gaat toch niets boven de psalmen!"

De voorbijgangers bleven staan en luisterden en zongen in gedachten mee. Van meer waardij was het, dat het lied van deze eenvoudige zangers en zangeressen, ongeschoold, maar opwellend uit het hart, het lied gezongen „uit het geloof", den Heere behaagde.

Zoo was het een halve eeuw of langer geleden, toen er geen radio was, die het woord voor zich opeischte en wereldsche deunen en moderne muziek in onze huizen importeerde, en op Zondagavonden niets gaf voor 't gemoed, dat de gemeenschap des Heeren zocht; toen er nog geen piano's waren in de gezinnen der eenvoudigen, die zich niet bij voorkeur leenen voor de muziek en de liederen, die het vrome volk zoo graag zingt; toen er nog geen, of heel enkele, oratorium-vereenigingen waren, die zware muziek instudeerden, maar welke nooit gemeengoed zullen worden van de eenvoudige gezinnen.

Nu kunnen we het beleven, dat de zonen en dochteren van het huis, zij met hun vrienden en vriendinnen samen een aria zingen, begeleid door de piano; of een lied in een der vreemde'talen: Duitsch of Fransch of Engelsch, of — Italiaansch; of dat een hunner een pianovoordracht geeft, lang en moeihjk, om er zich over te verbazen — maar het gezin zit 'éa luistert — maar zingt niet mee.

„Speel eens een „versje", dat we allemaal kennen", wordt er gevraagd; gewoonlijk zonder succes; het is eigenlijk minderwaardig, beneden peil en achterlijk.

En bovendien is het zelfs de vraag, of er nog wel verschot van liederen is, die gemeengoed zijn.

Van allen kant wordt de klacht gehoord, dat ons volk weinig en slecht zingt. Vereenigingen tot verbetering van den volkszang worden opgericht.

Maar ons Gereformeerde volk kan gerust die klacht overnemen. Wij overschatten niet licht de waarde van het gemeenschappelijk, godsdienstig, geestelijk lied, de waarde, die het heeft voor ons zelf, vooral ook de waarde, die het heeft voor onze kinderen. Elke moeder zal ervan kunnen getuigen, hoe ze ervan versteld staat, dat haar kleintjes reeds zoo vroeg een melodietje kunnen leeren, zelfs ook de woorden; hoe het lied het middel is om ze te boeien, om ze in slaap te zingen; hoe ze vaak zingende in hun bedje zich den tijd korten, tot moe ze opneemt; hoe het lied het middel is, om de jonge kinderen zoo ongezocht binnen te leiden in die wondere heilgeheimen van Gods Verbond!

Het is ontroerend, met hoeveel overgave het jonge kind meezingt met het heele gezin, als het God prijst in zijn gemeenschappelijk lied; en geen mensch kan beschrijven, hoe Gods Geest werkt in die jeugdige harten. Hoe reiken voor velen onzer de jeugdherinneringen terug tot in eigen kinderjaren en weten we nog, hoe we toen de gemeenschap met 'en Heere smaakten en er zoo echt gelukkig in waren.

Welk een verlies zou het voor de jeugd zijn, als ze bij het opgroeien zulk een eenvoudig, oprecht, vroom samenzingen in den huiselijken kring moesten missen.

Er wordt tegenwoordig veel en ernstig en geleerd gesproken en geschreven over „doorgaande Reformatie".

Ik wilde van God, dat onze gezinnen weer gingen zingen: psalmen en gezangen en geesteUjke en „natuur"-liederen; samen, eenstemmig, zoo mogelijk tweeof meerstemmig; als het kan, begeleid met het orgel. Ik twijfel er niet aan, of het peil van ons christen-leven zou op hooger plan komen te staan. Of is 't niet merkwaardig, hoe elke reformatie in de kerk een herleving beteekent van het geestelijk lied en hoe de „doorgaande reformatie" haar kracht en gloed ontvangt van het geestelijk lied.

Hoe kan het anders! Want het is de zelfde Geest,

Die alles werkt!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Aangaande mij en mijn huis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's