GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Enige ophelderingen rondom „Stijl"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enige ophelderingen rondom „Stijl"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de al weer enkele weken achter ons liggende vergadering van de aldaar opgerichte Gereformeerde Kimstgemeenschap is mij gebleken, dat er in onze kring bepaalde misverstanden bestaan t.a.v. de organisatie van het culturele leven. Grotendeels gaan deze misverstanden terug op een zeer vergefehjke onkunde en daarom lijkt het mij dienstig, dat ik als insider enige dingen vertel, welke welUcht ter zake doen. Het duurt nog enkele weken voordat STIJL verschijnt en ook als overbrugging naar de inhoud van dit blad kan het volgende exposé mogelijk enige waarde hebben.

Het was nog betrekkelijk kort na de bevrijding, dat er te Utrecht een vergadering gehouden werd van Christelijke letterkundigen, waar besloten werd geen vaste organisatievorm te kiezen, maar als een soort , , soos" te vergaderen. Bittere ervaringen van vóór de oorlog hadden de organisatoren kopschuw gemaakt voor een vast verband en er dient te worden toegegeven, dat de gekozen „losse" organisatievorm in de practijk zeer goed voldoet.

Enige voorwaarde tot het bijwonen der (driemaandeUjkse) vergaderingen is, dat men instemt met de formule: „Christus van allesbeheersende betekenis te achten voor leven en kunst" en dat de eigen werkzaamheid (als dichter, auteur of scribent) aan tamehjk hoge aesthetische eisen voldoet.

Als naam werd gekozen het zeer voor de hand liggende „Contact van protestants-christelijke auteurs". Dit Contact moet men wel onderscheiden van de Protestantse Kunstenaarsvereniging, welke een v a k - organisatie is en bij het C.N.V. is ondergebracht.

Het verrassende van de eerste tijd van het Contact was, dat er verhoudingsgewijs een groot aantal „vrijgemaakten" deel van uit maakten. Wij noemen: Van der Stoep, Koos van Doorne; Wolf Meesters, Arjen Miedema, Jan E. Niemeijer, Ab van Roon, Mart Siesling. Kees van Duinen en ondergetekende. Daarbij kon gevoegHjk ook nog een aantal sympathisanten („bezwaarden") worden toegevoegd. Later werden nog toegelaten: C Baardman en A. MiddeUioek. Of Rudolf van Reest ooit voor het lidmaatschap werd aangezocht is mij onbekend. Later opkomende krachten als Adriaan van Boven (Van der Kamp) en Rookmaker zijn nooit lid geweest. Inmiddels is bovengenoemd aantal zeer geslonken. Miedema, Niemeijer en Van Roon „gingen weg". Kees van Duinen ontviel ons door de dood.

Nu is tegelijk met „Contact" iets anders opgericht, nl. een „algemeen cultureel maandblad", „Ontmoeting" genaamd, dat verscheen bij de N.V. Bosch en Ketming te Baam. Bij de oprichting van dit maandblad (de opvolger van „Opwaartse Wegen") werd reeds meegedeeld, dat deze uitgever „bereid zou zijn het verlies te dragen", zoals Van der Stoep het laconiek uitdrukte.

Het is inderdaad op verlies uitgelopen; Zaterdag j.l. vernam, ik officieel, dat „Ontmoeting" zal ophouden te verschijnen.

Het zou verkeerd zijn als wij, mensen van STIJL, nu zouden gaan denken: „Pijn, nu hebben wij betere kansen". Ik heb persoonlijk veel waardering voor wat velen üi „Ontmoeting" gepresteerd hebben en ik heb bewondering voor het idealisme van haar uitgever. Alleen — en ik heb reeds enkele jaren geleden dit

tegen de redactie van „Ontmoeting" gezegd — heeft dit blad eigenlijk zijn neergaande lijn aan zichzelf te wijten. Men heeft steeds meer en meer een klimsiat geschapen, waarin „onze mensen" zich niet meer thuisvoelden. De een voelde dit eerder dan de ander; zo vond ik bijv. enige jaren geleden, toen Wolf Meesters critiek uitoefende, dat er nog geen vuiltje aan de lucht was. Er zou nog veel te schrijven zijn over alles wat zich rondom dit blad heeft afgespeeld, maar daar gaat het mij niet om. Ik stel er echter prijs op hier te verklaren, dat, toen Siesling en ik het plan voor STIJL ontwierpen, helemaal niet gedacht hebben aan een soort vrijgemaakt duplicaat van „Ontmoeting". Zeker, het ging om een publicatiemogelijkheid te krijgen, waarin wij vrij zouden kunnen schrijven. Maar tegelijk voelden vwj, dat wij voor ons publiek een geheel eigen vorm zouden moeten zien te vinden.

Er waren enkele concrete aanleidingen voor een eigen blad. Verschillende malen was ik aangezocht eens iets speciaal voor „eigen mensen" te doen, van enkele collega's geldt hetzelfde en het valt niet te loochenen, dat er een concrete nood bestaat, deze nood n.l., dat bij ons publiek een zeer grote behoefte leeft aan voorlichting op algemeen-cultureel gebied. De boekrecensies in onze kerkehjke pers zijn kwantitatief veel te gering en omtrent fundamentele gegevens der cultuuruitingen bestaan zeer tegenstrijdige opvattingen.

Hoe wij ons nu de oplossing denken heeft mijn vriend Siesling in Zwolle uiteen gezet. Wij willen uitgaan van de gemeenschapsgedachte en daarom, aan de discussie in ons blad een grote plaats inruimen.

Enige riclitUjnen zullen daarbij begrijpelijkerwijs onontbeerlijk zijn.

Op de vraag uit de vergadering, welke richtlijnen gebruikt zouden worden, heb ik niet kunnen antwoorden, aangezien bij deze hele actie de solidariteit voor mij zo vanzelfsprekend was, dat discussie over koers e.d. niet eens nodig zou zijn. Maar in deze verwachting ben ik enigszins beschaamd en daarom, hierover een enkel woord. Gezien de zich aanmeldende medewerkers acht ik het waarschijnlijk, dat wij zullen gaan voortbouwen op het thetische werk van prof. Schilder: „Christus en Cultuur".

Dit wat de critiek en de voorlichting betreft. Wat de visie onzer poëten en prozaïsten aanbelangt hoop ik, dat we noch berijmingen van belijdenisgeschriften, noch subjectivistisch gezwijmel krijgen. Onze dichters zullen moeten breken met prekerigheid en met kleinmoedig gezeur.

De christen-dichter moet breken met het terugzien naar het eigen verleden en zich concentreren op het heden en op de toekomst van de gemeenschap (gemeente) waarvan hij deel mag uitmaken. Ook dit is een eenzijdigheid, maar deze zal naar voren moeten worden geschoven om de „omcirkeling van het dierbare ik" te doorbreken.

In het verlengde hiervan moge ontstaan wat ik in Zwolle „een gezonde volkskunst" genoemd heb. De term riekt mij een beetje te veel naar het recente verleden, maar wat er mee bedoeld wordt, zal duideüjk zijn.

Nogmaals wil ik met alle kracht afwijzen, dat ons hele streven een reactie zou zijn op „Ontmoeting'/. Ook op de opmerking, dat wij pas tot een eigen blad mogen overgaan, wanneer de kwestie met , , Ontmoeting" helemaal is uitgevochten. Wie zoiets beweert kent de verhoudingen binnen en rondom dit blad niet. Trouwens, waar was dan het eind? „STIJL" zou best eens meer op „De Vriend des Huizes" kunnen lijken dan op „Ontmoeting". Moeten we dan soms weer wachten tot onze Roorda een conflict bij dit maandblad geforceerd en uitgestreden heeft? Zo zouden er heel wat meer gevallen op te noemen zijn. Laten wij er trots op en dankbaar voor zijn, dat vele van onze dichters en scribenten tot de zeer gewaardeerde medewerkers behoren van diverse bladen en tijdschriften. Zolang hun de pen niet uit de hand geslagen wordt, mogen ze rustig doorgaan, evengoed als bijv. een G.P.V.-er over een principieel onderwerp in „Nederlandse Gedachten" zou mogen schrijven als hij daartoe werd aangezocht.

Maar op gevallen als het zoeven genoemde kan ons publiek niet wachten.

En nu STIJL er komt zie ik het als primaire taak voor elke dichter, prozaïst of scribent over algemeenculturele onderwerpen om zijn beste krachten te geven aan dit maandblad. Dat niet alleen literair zal zijn, maar allerlei kunstuitingen zal behandelen: bouwkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, vocale en instrumentale muziek, tjrpografie, fotografie e.d. Tevens zullen er artikelen over geschiedkundige onderwerpen in opgenomen kunnen worden, terwijl het een persoonlijke wens van mij is, ook eens iets te mogen lezen over de wonderen der natuur.

Tot zover deze ontboezemingen. Ik zou het jammer vinden, wanneer men zou denken, dat hiermee alles omtrent onze doelstellingen is gezegd of verzwegen. Ik heb zo maar eens mijn gedachten laten gaan over wat bij mij aangaande STIJL op de voorgrond staat. Dit artikel teken ik daarom persoonlijk en niet namens de voorlopige redactie-commissie.

Wellicht kan dit'dienst doen op de werkvergadering welke wij binnenkort met de voornaamste meidev; -erkers hopen te hebben. En U, waarde lezer, hoop ik te ontmoeten in STIJL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Enige ophelderingen rondom „Stijl

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's