Pralm 8 : 6—10
Vertaling N.B.G.
Toch hebt Gij hijna goddelijk hem geschapen. Ge omkranst met eer en luister hem de slapen, Gij, die hem over alles heersen doet, legt uwer handen werken aan zijn voet:
de wilde dieren, schaap en rund tezamen — hij is hun heer en noemt ze elk bij name, de vogels, al wat in het water huist en 't geen de paden van de tsee doorkruist.
Hoe heerlijk is uw naam, hoe groot uw ere. op gans de aarde, HERE, onze Here. Gij, die met licht en heerlijkheid gekroond uw majesteit ons aan den hemel toont.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1952
De Reformatie | 8 Pagina's