GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 509

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 509

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

zonderlijk. De pater laat een stuk staal in de put zakken om te zien hoe diep het water is. Niet dieper dan twee decimeter en dat is volgens hem niet diep genoeg, want dan loop je toch de kans dat de put droogvalt, hoewel men op het juiste moment is gaan graven, nl. vlak voor de regentijd als het grondwaterpeil op z'n laagst is. Er moet dus nog een paar meter bijgegraven. Maar dat is zwaar werk nu er water in staat. Je moet een aparte cementen mal in de put laten zakken en het water dat steeds weer doorsijpelt eruit scheppen, om droog te kunnen graven en metselen. En een puttengraver wordt per meter betaald. Die paar extra meters zijn dus niet zo'n aantrekkelijk karwei en deze man heeft er dan ook niet veel zin in. Hij heeft het grondwater bereikt en volgens hem is de put klaar. En hij gaat weer verder met zijn muurtje. Maar de pater is nog lang niet klaar. Woordenwisseling Het volgende uur zijn we getuige van een verbeten woordenwisseling om een paar meter put. Pater Forest heeft in de eenentwintig jaar dat hij in deze streek werkt te veel putten zien droogvallen dan dat hij nu toe zou geven. Zijn meest ontmoedigende ervaring is een put van honderd meter diep, waar drie jaar lang aan gegraven is met geld van een hulpactie en waar men ook is opgehouden met graven toen men het grondwater bereikte, en waar men nu nog geen twaalf emmers per dag uit haalt. Al dat werk, alle geduld, al het geld en voor niets, omdat de moed ontbrak voor die laatste paar meter. Hij houdt zijn pleidooi in het Wolof, maar zo af en toe wendt hij zich in het frans tot ons, en we begrijpen dat hij dit verhaal en het verhaal van alle andere mislukkingen telkens opnieuw herhaalt. We stappen heen en weer over het terrein van de ene put naar de ande-

re. We kijken over de rand, we prikken met onze vingers in de zachte cement. Maar de puttengraver blijft onverzettelijk. Boos en teleurgesteld zegt Forest in het frans tegen ons: 'c'est fa tout Ie problème du Sahel, ce n'estpas l'eau qui manque, mais c'est la bonne volonté qui manque, la bonne volonté!' (De goede wil ontbreekt) Zo staan ze tegenover elkaar, de priester en de puttengraver, een knappe man met een vastberaden, hooghartig gezicht. Ik kan aan hem zien dat hij die laatste woorden heeft verstaan, en zijn gezicht wordt nog harder. Het dorpshoofd staat vergeten tussen hen in. Dan komt de pater met zijn laatste troef. 'Ik weet dat je een brief uit Bambey hebt gekregen. Daar staat natuurlijk in dat je daar een put kunt gaan graven. Dat heb je in je hoofd. Daarom wil je hier niet verder graven. Je begint liever aan een nieuwe put.' De man kan een klein glimlachje niet bedwingen. Het dorpshoofd ziet het en begrijpt dat de pater goed geraden heeft en begint nu ook te praten. Ze komen tot een kompromis. Hij zal de volgende dag de bewoners van het dorp verzamelen om de put leeg te scheppen, zodat de graver alleen maar hoeft te graven. De pater geeft geld voor sigaretten. Als we afscheid nemen zegt de puttengraver: 'Zo'n toubab (blanke) die je eigen taal spreekt kun je ook niet meer bedonderen.' Forest straalt van voldoening om dit kompliment. De stemming klaart op en we schudden nog eens hartelijk de hand. Betaling 's Avonds aan tafel horen we dat het systeem van betaling dat de regering hanteert in de hand werkt dat de putten zo slecht afgeleverd worden. Want behalve dat ze voor de laatste moeilijke meters evenveel betaald krijgen als voor de eerste meters, worden ze ook pas uitbetaald als de put klaar is. Dat wil

als je studeert k u n je je v i a de ASR zelfs met k o r t i n g b e d r i n k e n 15 tot SO'/o échte korting op zowat alles wat je nodig hebt is voor je weggelegd als je lid bent. En dat loopt van wijn tot stereo. Loop even bij de ASA/ASR binnen. Er is een Itantoor in elke studentenstad Centrale informatie: 030 - 33 34 44.

zeggen dat een man soms een jaar aan het graven is zonder uitbetaald te worden. Met het gevolg dat ze om wat geld te hebben de cement die voor de put bestemd is verkopen aan de vrouwen van het dorp, die er hun waterkruik mee repareren. En zodra ze het water bereiken stappen ze naar de prefekt om hun loon te innen. Als de put droog valt is dat noch de zorg van de prefekt, noch die van de graver. Toen ik de volgende dag zo'n put van honderd meter diep en nog geen twee meter middellijn zag kon ik mij er alleen maar over verbazen dat ze niet al veel eerder de moed verloren hadden. Een peilloze cementen koker met ver in de diepte een wiebelend spiegeltje, niet groter dan een poederdoos. Ik probeerde me voor te stellen dat een man in die diepte zou afdalen, overgeleverd aan de mensen bovenaan de lier. Een huiveringwekkende gedachte. Ndiebel We zullen overnachten in Ndiebel waar pater Forest woont bij zijn school en zijn kerk. De school heeft 80 leerlingen, de meeste te oud voor de gewone lagere school. De leerlingen zijn intern. Behalve taal en rekenen leren ze ook pluimvee en varkens fokken en hun eigen mil verbouwen. Van de opbrengst wordt het eten in de kantine betaald, zodat de school selfsupporting kan zijn. Aan het begin van het schooljaar neemt elke leerling een zak hooi mee voor het vee en voor de ezel, die nodig is voor het ploegen en het water halen. Door zo de nadruk te leggen op landbouw en veeteelt in combinatie met het overige onderwijs hoopt men te bereiken dat de leerlingen boer blijven, ook al hebben ze nu ook op school gezeten. Want het onderwijs is een belangrijke factor in de fatale trek naar de grote stad. Wie lezen en schrijven heeft geleerd gaat niet meer op het land werken, maar zoekt een baan op een kantoor in de stad. Waarvoor heb je anders lezen en schrijven geleerd? In Ndiebel ontmoeten we ook een medewerker van de pater, Gregoire, een jonge senegalees die het werk onder de boeren coördineert. In ongeveer twintig dorpen in de buurt zitten senegalese vrijwilligers die alfabetisatie geven. Verder zijn er in elk dorp drie 'responsabelen' die ervoor zorgen dat de 35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 509

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's