I. Naar aanleiding van het onderwijs-debat in de Kamer. - pagina 103
15
Het brandpiket werd permanent verklaard, Blusschen van het vuur van den godsdiensttwist werd het parool van de menigte die te hoop liep. Dit leidde er toe, om de gemengde school tot volksschool te maken, ook in die streken, waar men geen gemengde bevolking had. Een andersdenkende veldwachter, met of zonder kinderen, was in zulke gemeenten een uitkomst. De fictie der gemengde school bij ongemengde bevolking werd er door gered. Het werd zoodoende de aanbidding eener afgetrokhen theorie, terwijl men opzettelijk het oog sloot voor de werkelijkheid. Men vroeg zich niet af, hoe de feitelijke toestand der bevolking in het land was, maar maakte zichzelf en anderen diets, dat de landswet berekend moest zijn op alle gebeurlijkheden. Wie kon er borg voor spreken, dat de Veluwenaars hun erf niet aan Limburgers vBrkochten? Kon Friesland niet emigreeren naar de Meyerei ? Was er een wet van Perzen en Meden, die voor het standhouden van den tegen woordrgen toestand waarborg bood ? En, indien niet, behoorde dan de wet niet op alle gebeurlijkheden te rekenen ? Uitgangspunt werd dientengevolge de onderstelling (door en door onwaar) dat in alle gemeenten van ons land een gemengde bevolking regel was, en dat derhalve de volksschool in alle gemeenten op den leest der gemengde school moest worden geschoeid. Zoodoende hield de gemengdheid der bevolking op, een bezwaar te zijn en werd ze een welkom hulpmiddel om de Liberalistische plannen te bevorderen. Ons Liberalisme ware verloren geweest, indien er eens geen gemengde bevolking ten onzent had bestaan. Een paar Israëlieten, een drietal Eoomschen in een gemeente van zes a zeven duizend zielen, waren voor de verlichte gemeentebesturen een ware
Waren
ze er
om
trottvaille.
toevallig niet geweest,
men had wat
liefs
willen
heen te lokken. Zij toch waren de bruggehoofden van heel het systeem. Bedoeling en voorgeven liepen dusdoende geheel uiteen. Men gaf voor, de conscientie der minderheid te willen beschermen men bedoelde de conscientie van minderheid en meerderheid bei in het doctrinaire keurslijf van Onze moderne begrippen te
geven,
ze
er
;
rijgen.
De moderne begrippen toch hadden het voordeel, dat ze nog in geen kerkbelijdenis of catechismus geformuleerd waren. Ze waren nog communaalbezit en nog door geen afzonderlijke kerk geëigend. Liep nu in het oog onzer Schoolwetmannen heel de strekking der Conscientieclausule er op uit, om de belgdenis der ééne Kerk door die der andere in bedwang te houden, dan sprak het van zelf dat alleen de moderne begrippen buiten schot bleven, en, op den stam van het Joodsch Deïsme geënt, toongevend op onze volksschool moesten worden. De uitkomst is ten deze bewijs. Op de dusgenaamde gemengde school, die voor allen toegankelijk moest zyn, voelt niemand zich thuis dan de moderne Christen, uie-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875
Abraham Kuyper Collection | 176 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875
Abraham Kuyper Collection | 176 Pagina's