In een der „Christelijke Gereformeerde”

In een der „Christelijke Gereformeerde" bladen viel onze aandacht op deze zinsncê over het Reglement van 1869,

En dan nu die zaak van het reglement of »Statuut, " volgens Dr. Kuyper. Als, wat hij daar tegen inbracht, geen spijkers op laag watej zoeken is, dan begrijp ik er niets meer van. Uit het niets beteekenende van de bezwaren door hem er tegen ingebracht is dat immers duidelijk genoeg Het geheele »Statuut" beteekent niets en ik zou er dan ook niet het minst op tegen hebben dat het werd afgeschaft, ja, er zijn dingen in die ik bepaald afkeur, die mij tegenstaan, die er niet al te wel door kunnen. In gewone omstandigheden had ik dan ook gaarne gezien, dat er herziening of opheffing plaats gegrepen' had, maar in de tegenwoordige omstandigheden wilde ik voor niets ter wereld dat onze kerken er toe besloten. En waarom niet? Omdat Dr. Kuyper met dat reglement ons wil ringelooren en dat verdraag ik niet.

Ieder zal toestemmen, dat dit stukje aan een puur „vleeschelijke"' inspiratie zijn ontstaan dankt, en als zoodanig vond het dan ook in de pers der „gescheidenen" reeds tamelijk scherpe afkeuring.

Toch mag ons wel diep besef van den ernst van den toestand doordringen, om gewapend te zijn tegen het giftig kwaad, dat uit zulk schrijven kan voortkomen.

Er blijkt uit, dat de Vijand van Jezus' kerk zeer bezig is, om kwaad zaad tusschen de broederen te strooien.

Er is een Reglement, waar men zelf van zegt, dat er niets nuttigs aan hangt; waarvan men eigener beweging toegeeft, dat het niet in den haak is; ja, waar men zelf verklaart heel wat op tegen te hebben; zoo zelfs dat men het liever weg zag vallen.

Naast u staan broederen, die bij u hooren, a\e. met u één van belijdenis zijn; die dorsten naar vereeniging met u; en alleen maar één bezwaar hebben, dat juist in dit zelfde Reglement is gelegen.

Deswege bidden die broederen u: Neem dat Reglement weg!

En gij, die het zelt weg woudt hebben, gaat nu zeggen: „Neen, nu zal het juist eens blijven, omdat gij er de wegneming van vraagt!"

Waar, waar ruischt de Geest des Heeren HEEREN?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen