GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Kloosters in de Episcopale kerk. — De congregationalistische Unie.

Het proces dat de Episcopale kerk van lieverlede tot Rome terugvoert, werkt nog steeds voort. Was men reeds jaren geleden begonnen met pogingen om het kloosterleven in »de kerk van Engeland" in te voeren, nu heeft de »Convocation" (een soort Synode) van Canterbury daaraan zijn zegel gehecht.

Dat lichaam heeft toch de volgende resolutiën aangenomen:

1. Het is overeenkomstig de eischen des tijds, dat de kerk van de vrijwillige toewijding van broederschappen gebruik maakt. De leden dier broederschappen, zoowel geestelijken als leeken, moeten willig zijn om in den dienst der kerk te arbeiden, zonder in welken vorm ook, op openlijken onderstand aanspraak te maken of dien aan te nemen.

2. Het is den leden van zulke broederschappen veroorloofd zich te binden door de gelofte van ongehuwd te blijven, in armoede te leven en gehoorzaamheid te bewijzen, schoon men van de nakoming dier belofte kan ontheven worden.

3. Zulke broederschappen zullen stipte gehoorzaamheid bewijzen aan het gezag van den bisschop der diocese waarin zij zich vestigden en arbeiden, en dit slechts met goedvinden van de geestelijkheid van het district. Voorts zal wat aangaat de inrichting zulker broederschappen de grootst mogelijke vrijheid gelaten worden.

Er behoeft nu maar eene «Convocation" uit te spreken, dat de beloften om ongehuwd te blijven, van geen bezittingen te hebben, en onbepaalde gehoorzaamheid aan de kerkelijke overheid, niet te herroepen is, en men heeft het Roomsche kloosterwezen weder hersteld.

Daarbij is het bedroevend op te merken, hoe men in kerkelijke kringen, die niet tot de Episcopale kerk behooren, steeds meer van.de waarheid afwijkt. Dit kwam aan 't licht, toen den 2isten April te Londen de jaarlijksche «aeeting van de fLondon Congregational Union'' gehouden werd. Niet minder dan 371 predikanten behooren tot deze Unie, terwijl de kerken, die tot de Unie in verband staan, vertegenwoordigd waren door 1048 afgevaardigden. In 1873 omvatte de Unie slechts 90 kerken met 550 afgevaardigden. Als nu maar de inwendige bloei gelijken tred gehouden had met den uitwendigen wasdom; doch helaas is juist het tegendeel op te merken. De congregationalistische kerken zijn vooral niet minder verwoest door de i> down grade", gelijk Spurgeon dit noemt, wij zouden zeggen: door het binnendringen van het ongeloof Dit bleek uit de redevoering van den president, den begaafden predikant Joseph Parker. Men hoore slechts, hoe deze redenaar zich uitliet, over geloofsbelijdenissen. «Zeker moeten er, " volgens hem, «geloofsbelijdenissen zijn, en zij kunnen ook, dienst doen; als grenspalen, als stukken die de punten noemen waarover men het wat de substantie aangaat eens is, of als een grondslag waarop men voor korten of langen tijd wil samenwerken, mogen zij hooge waarde hebben. Maar wanneer zij practisch, zoo niet ook theoretisch, als volkomen en definitieve uitdrukkingen der godgeleerde waarheid beschouwd worden, dan worden zij instrumenten, waardoor rampen worden veroorzaakt, van zulk een verwoestende kracht, als dit aan het openbaar ongeloof onmogelijk is. Aangaande elke geformuleerde geloofsbelijdenis hebben wij recht enkele vragen te doen. Wie hebben ze geschreven ? Zouden de opstellers ze nog schrijven, als ze ten huldigen dage nog leefden? Op wiens gezag schreven zij ze? Wie gaf den schrijvers onfeilbaarheid? Verandert de taal niet? Is het spraakgebruik niet aan mode onderhevig ? Welk recht heeft iemand eens anders conscientie te binden? Ik houd er mij van overtuigd, dat door den geloofsbelijdenissen gezag toe te kennen en door haar te beschouwen als het laatste woord te hebben gesproken, men een onberekenbaar onheil zou aanrichten."

Volgens dezen spreker zijn dus zij, die op handhaving der belijdenis aandringen, veel meer te vreezen, dan zij die met alle belijdenis gebroken hebben. Achter al de betuigingen van dezen spreker en van andere ligt het feit, dat zij van hetgeen de kerk van Christus belijdt, afgeweken zijn en nu boos worden op allen die hen daarvan beschuldigen. Hoe verblind de heer Parker is voor de verwoestingen, die door het ongeloof reeds zijn aangericht, blijkt uit het slot zijner redevoering, dat aldus luidt:

»De kerk van Christus kan nooit afzakken (be on the downgrade). (Dit was weder een pijl gericht tegen het optreden van Spurgeon). Alleen het ongeloof kan dit beweren, en ongeloof is ontrouw, of het zich buiten of in de kerk openbaart. Zij zijn ontrouwen die van oordeel zijn dat Golgotha kan verloren worden. Zij zijn ongeloovigen, die de vrees hebben toegelaten om de hoop uit te blussclien. Gaal zag vijanden in grooten getale opkomen, doch Zebul, die scherper oogen had, zeide: «Gij ziet de schaduw der bergen voor menschen aan.'' Wij zijn allen in gevaar om hetzelfde te doen. Wat zijn die vijanden, die zich opgemaakt hebben tegen God en zijn ge» zalfde ? Hoe groot is hun aantal! Hoe vreeselijk hun gelaat! Wat is hun naam ? Het is een leger van schaduwen! schaduwen, niets dan schaduwen 1"

Hoe is het mogelijk om zich zoo uit te laten tegen Gods Woord en tegen hetgeen eiken dag, zich, vooral in Engeland, op kerkelijk terrein meer en meer openbaart. Hoevele predikanten zijn er ook onder de Congregationalisten en Baptisten, die van een verzoening door het bloed des kruises niets weten willen. Hoevelen volgen Robertson Smith en Wellhausen enz. die de geheele Oud-Testamentische Schrift zoeken uit een te scheuren.

En als nu deze redevoering maar door protesten gevolgd was! Doch integendeel. De predikant Gurness Rogens dankte met warme woorden den spreker, en werd daarbij menigwerf in de rede gevallen door daverende toejuichingen !

De Engelsche regeering wil kosteloos onderwijs invoeren, en dit zoowel op de confessioneele kerkelijke scholen als op de neutrale staatsscholen. Men vreest echter, dat dit de dood zijn zal voor de vrije scholen of een bevordering van die scholen welke uitgaan van de Episcopale kerkelijke gemeenten. Lord Salisbury heeft in een rede, te Newport gehouden, getracht deze bezorgdheid weg te nemen, door te zeggen dat wanneer zijn wetsvoorstel de vrije scholen zou vernietigen, het niet tot een zegen maar tot een vloek zijn zou. Hij sprak : «Ik verlang, dat een ieder, tot welke kerk of tot welke Christelijke sekte hij behoort, in staat zij, zijn kinderen in zijn eigen religie te laten opvoeden". Men ziet hieruit„dat de Engelsche minister het beginsel: gelijk recht voor allen op schoolgebied, nog ruimer wil toepassen dan dit in Nederland geschiedt. Doch ook kunnen wij het begrijpen, dat men van den voorgestelden maatregel schade vreest voor het vrije onderwijs .

Duitschland. Uit Berlijn,

De zaak van den kassier der St. Georgegemeente te Berlijn, Arndt, die wegens het jarenlang verduisteren van gelden, gedurende vele jaren, tot zes jaren tuchthuisstraf veroordeeld werd, heeft groot opzien in Duitschland gebaard. De St. George-parochie te Berlijn is buitengewoon rijk. Haar kapitaal bedraagt ƒ 3, 500, 000. In plaats dat deze rijke gemeente nu andere arme parochiën hielp om kerken te bouwen of in de behoeften van den eeredienst te voorzien, deed zij in dezen niets of zoo goed als niets. Het geld liet men in de kas liggen en men zag er zelfs niet naar om. Maar de kassier gebruikte er het noodige van, of liever meer dan oorbaar was, al genoot hij een traktement van ƒ 4500. Zijne adm.inistratie was daarbij zoo slecht, dat indien men slechts éénmaal zijne boeken had nagezien, men had kunnen opmerken, dat de zaken niet in orde waren. Maar er kwam nooit iemand om zijn beheer te controleeren, en zoo kon hij dertig jaren lang ongestraft stelen van de kas der gemeente, die diefstallen zoekende te verbergen door valsche cijfers in de boeken, welke valschheden echter zoo dom werden gepleegd, dat een ieder ze aanstonds kon vinden-Maar niet één van de mannen, die geroepen waren, om den kassier na te gaan, deed die dertig jaren lang ooit zijn plicht. Toch trok de levenswijze van dien kerkelijken ambtenaar de aandacht, als buitengewoon verkwistend en weelderig. Ds. Dahms, die als bij Arndt inwonende, in verhoor genomen werd, moest bekennen, dat hij op vriendschappelijken voet met zijn huisheer omgegaan had, en dat het hem niet ontgaan was, dat de vrouw veel geld

verspilde. Het werd bewezen, dat Arndt aan zijne echtgenoote voor ƒ 10, 000 aan brillanten gegeven had, dat hij de uitgezochtste lekkernijen en wijnen bestelde, dat hij niet zelden driemaal op één dag gebruik maakte van een huurrijtuig, terwijl hij tegelijk in het operagebouw en in het koninklijk komediegebouw een vaste plaats had!

Men kan hieruit zien, hoe de toestanden te Berlijn zijn. Een predikant woont bij een man in, die dertig jaren lang de kerk besteelt en verkeert op vriendschappelijken voet met een persoon, die vaste plaatsen heeft in twee inrichtingen voor pubUek vermaak! Arndt heeft honderdduizenden guldens van de kerk des Heeren verkwist, en dat in een tijd, dat sommige gemeenten, gelijk een acht jaren geleden gebeurde, het geld niet hadden om de rekening der gasfabriek te voldoen, waarom er geene avondgodsdienstoefeningen konden gehouden worden, of de voorgangers moesten zorgen voor eenige petroleumlampen, voor de enkele personen die de avondgodsdienstoefeningen bijwoonden.

Sedert 1875 is er te Berlijn slechts ééne kerk voor de Evangelischen bijgebouwd, nl. de Dankeskirche; wel werd ook een nieuwe kerk in het zuiden der stad gebouwd, doch op dezelfde plaats had vroeger eene kapel gestaan. De gemeenten, die buiten de oude stad Berlijn liggen, hebben in het geheel 21 kerken, waarin 50 predikanten prediken. Op elke 20.000 zielen is er slechts één predikant. Terecht merkte de hofprediker Stöcker den 25sten April in het Pruisische huis van afgevaardigden op, dat zulke cijfers als te Berlijn nergens elders voorkomen. Berlijn is in kerkelijk opzicht de slechtst verzorgde stad der wereld.

De regeering erkende, nadat Stöcker daarover gesproken had, dat de nood groot was en dat de Staat in zekere mate verplicht was om te helpen, maar tot toezeggingen kwam het niet. De keizerin heeft eene groote sorame gelds voor den bouw van kerken geschonken en op haar voorbeeld is er nog al heel wat verzameld; maar alles is nog ontoereikend, om iets tot stand te brengen, dat maar een weinig in den geestelijken nood der bevolking kan voorzien. Het socialisme wint blijkens de jongste verkiezingen veld, en tegenover dien invloed is de kerk zoo goed als machteloos. En al wil de regeering in deze wat doen, de ultramontanen en de liberale partijen zijn daar beslist tegen.

De z.g. conservatieven deden het voorstel dat de regeering naar middelen en wegen zou omzien, om aan den kerkelijken nood van Berlijn tegemoet te komen. Maar de tegenpartij wist door te drijven, dat eene resolutie werd aangenomen, volgens welke de finantieele krachten van de Evangelische kerkelijke gemeenten en van de Evangelische bevolking van Berlijn weer moesten dienstbaar gemaakt worden, om een einde te maken aan den treurigen kerkelijken toestand.

De liberale en radicale partijen hebben zich dus uitgesproken voor het beginsel: »Geen Staatsgeld voor de kerk." En hiermede kan men zeker vrede hebben, als men maar aan de kerk hare vrijheid wilde geven. Doch dat wil men evenmin als haar meer geld toestaan. De kerk in knechtelijken staat houden, opdat het liberalisme voortwoekere, is sedert jaren de toeleg ' geweest van de Duitsche liberalen. Maar dat ze daarin zouden volhouden, nu het volk bij duizenden zich in de armen van het socialisme werpt, was niet te voorzien. Wanneer zal overheid en volk gaan inzien: de kerk moet vrij zijn, om hare vleugelen te kunnen uitbreiden over de armen en ellendigen en om ook weder een plaats te veroveren in de harten van de grooten der aarde ? Zou het heengaan van vorst Bismarck iets goeds spellen voor de kerk des Heeren?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1890

De Heraut | 4 Pagina's