GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eng'eland. Voortgang van den strijd in de Vrije Schotsche kerk tegen de hoogleeraren Bruce en Dods.

Wij hebben reeds meermalen het een en ander medegedeeld omtrent de tegenstand die zich in de Vrije Schotsche kerk begint te openbaren ten opzichte van de leeringen der professoren Bruce en Dods, die zich als aanhangers van de nieuwe theologie deden kennen. Terecht beschouwen sommigen het feit, dat mede aan die twee mannen de opleiding van de aanstaande leeraren der Vrije Schotsche kerk is toebetrouwd, als hoogst verontrustend voor de toekomst der kerk. De ziel van het verzet tegen de beide hoogleeraren, die zoo kennelijk tegen de belijdenis der Vrije Schotsche kerk ingaan, is de predikant Mocoskill, een leeraar die het vertrouwen van vele kerken in de hooglanden bezit. Hij was het die met twee ambtgenooten eene aanklacht tegen bovengenoemde hoogleeraren inbracht bij het Presbyterium van Edinburgh. Dit lichaam droeg aan het comité van het college, d. i. aan de mannen, die door de Algemeene vergadering geroepen zijn om de belangen van de inrichtingen van Hooger onderwijs te behartigen, alwaar de aanstaande predikanten worden opgeleid op, om te onderzoeken of Dr. Dods en Dr Bruce terecht zijn beschuldigd.

Dit college heeft nu zijn advies uitgebracht omtrent de ingebrachte klachten, maar, gelijk te verwachten was, voldoet dit niemand. Kennelijk wil het college het gerezen geschil begraven; het ontraadt om een kerkelijk geding over de al of niet kettersche gevoelens van de hoogleeraren te beginnen. Toch veroor deelt het de onbezonnenheid van den eenen en de gematigdheid van den anderen hoogleeraar. Het heet dat Dr. Dods zich soms op eene onbedachtzame en opzienwekkende wijze heeft uitgelaten, terwijl men van Dr. Bruce beweert dat hij niet aldus zijne denkbeelden heeft weten te formuleeren en uit te spreken, dat daardoor het pijnlijke en schadelijke misverstand is voorkomen, dat nu is ontstaan. De indruk die dit stuk maakt, kan niet beter weergegeven, dan wanneer men zegt, dat daarin te kennen wordt gegeven: »Gij zijt niet schul dig, maar pas op dat gij het niet weer doet, "

Reeds dreigen sommige leden van de Vrije Schotsche kerk, die groot gevaar zien in de valsche leer van Bruce en Dods, met een proces voor den burgerlijken rechter. Het is te hopen dat het daartoe niet behoeft te komen en dat men met de beide hoogleeraren doen zal als met dr. Robertson Smith, die door den general Assembly als hoogleeraar van Aberdeen werd afgezet, schoon nien hem, onbegrijpelijk genoeg^ ls lid der kerk, ja als ouderling, ongemoeid et.

Het ontbreekt niet aan personen die het oor Dods en Bruce opnemen, terwijl aan de ndere zijde, door mannen die de »Nieuwe Theologie" niet geheel ongenegen zijn, wordt evoeld, dat wanneer men langs de wegen andelt, die door genoemde hoogleeraren zijn ngeslagen, men zich zal verlaten zien, door leden der kerk, die men hel minst gaarne zou zien heengaan. Maar de toon van de bepaalde voorvechters van de z. g. Nieuwe Theologie s onbeschaamd. Dr. Parker zegt omtrent hen, die beschuldigingen tegen dr. Dods en dr. ruce inbrachten: »Hun eenige verontschuldiging is hunne onkunde. Zij hebben zich (door zich als rechters over beide hoogleeraren te stellen) aangematigd om de Almacht te beschermen. Hij die in den Hemel zit zal over hen lachen, de Heere zal met hen spotten.'' Zij die aldus worden gescholden zijn mannen die de hitte des daagSj voor de komst van het koningrijk Gods hebben gedragen, mannen van welke zelfs de „Nonconformist and Independent, " waarin anders de Nieuwe Theologie warm wordt verdedigd, moet getuigen, dat zij uitblinken door hun Christelijken arbeid. Deze hebben de aanklacht die van uit de Schotsche hooglanden werd ingebracht niet ondersteund, maar toch staan zij het onderwijs van de verdachten hoogleeraren ernstig tegen.

De crisis die thans de Vrije Schotsche kerk doorleeft is daarom zoo ernstig omdat men met mannen te doen heeft, die iets in die kerk beteekenen. Daarom is de vrees gewettigd dat er eene nieuwe scheuring komen zal. Dit is te meei te duchten, omdat men over het algemeen, ook in rechtzinnige kringen, niet rechtzinnig is in het stuk van de kerk. Wij krijgen althans den indruk alsof men van meening is, dat de uitwendige kerk eene vereeniging is, welke men eenvoudig door middel van bedanken verlaten kan. Men houdt wel de inwendige kerk voor het lichaam van Christus, maar de uitwendige beschouwt men min of meer door het welbehagen van menschen saamgeroepen. Daarom gaat men er heel gemakkelijk toe over om het kerkverband te . verbreken, terwijl aan de andere zijde het o!' zoo moeilijk gaat om hetgeen uiteenging weder te vereenigen. De drang om ook uitwendige eenheid te openbaren wordt niet gevoeld, omdat men niet genoeg inziet dat de kerk de openbaring behoort te zijn van het lichaam van Christus.

De Mei-meetings zijn in vollen gang, doch helaas niet één of de invloed van sde Nieuwe Theologie" laat zich op onrustbarende wijze gevoelen. Zoo gaf de voorzitter van de «Congregational Union'' van Engeland en Wales in eene toespraak te kennen, dat geloofsbelijdenissen in deze dagen »Nehuston" geworden zijn, dat is: »koperwerk'', gelijk de slang door Mozes opgericht, die als symbool diende in de woestijn, maar later in de dagen van Hiskia een voorwerp van bijgeloovige vereering geworden was. Die geloofsbelijdenissen waren volgens den voorzitter dier groote vergadering, oud geworden en stonden op hét punt om te verdwijnen.

De Nieuwe Theologie holt voort als een teugelloos paard, alles omverwerpende wat het op zijn weg ontmoet, om eindelijk dood te loopen. Wanneer de Heere krachtig in Engeland met zijn Geest begint te arbeiden, zal men het erkennen, dat men de belijdenis der oude waarheid slechts verworpen heeft, om nog oudere dwalingen op nieuw op te rapen.

Zendings-België. Uit de Belgische kerk.

Reeds lang is het geleden, sedert wij iets mededeelden omtrent de Belgische zendings' kerk. Deze kerk, in 1837 gesticht, telde aanvankelijk slechts 2 of 3 gemeenten; tegenwoordig zijn er 28. Door haar arbeid werden er 20 kerkgebouwen gesticht, en worden op 90 plaatsen godsdienstoefeningen gehouden; terwijl door rondgaande evangelisten, samenkomsten in de open lucht en het leiden van begrafenissen, men het houden van regelmatige godsdienstoefeningen in meer dan 70 plaatsen voorbereidt. In het afgeloopen jaar bezochten hare colporteurs 200 plaatsen, waar tot hiertoe nog niet gearbeid was.

De Belgische zendingskerk telt 7600 leden, welke, met uitzondering van 400 personen, uit de Roomsche kerk zijn verzameld. Sedert de laatste 3 jaren werden jaarlijks 500 nieuwe leden aangewonnen. Een nieuw station kreeg men te Paisne (prov. Leuven) en men zou in deze meer kunnen doen als de financiën maar toelieten een grooter aantal predikanten, evangelisten en colporteurs te onderhouden. In onderscheidene dorpen, die door de colporteurs bezocht werden, hoorde men den wensch: »Zendt ons toch een leeraar!'' Maar het kost al heel wat inspanning om den dienst in de kerken en de stations met 34 predikanten, evangelisten en bijbellezers, die in hun arbeid door onderscheidene leden der kerk worden bijgestaan, geregeld te doen plaats hebben. Eigenlijk ontbreekt het reeds aan de noodige middelen om deze kleine schare van arbeiders te onderhouden. Wanneer men van buitenaf niet krachtiger hulp gaat bewijzen, zullen de Belgische broeders genoodzaakt zijn hun arbeidsveld in te krimpen en getrouwe predikanten te ontslaan. Jaarlijks wordt ongeveer 26, 000 frs. te weinig ontvangen. Het budget is 140, 000 frs. groot, waarvan in België 50, 000 frs. worden bijeengebracht. Dit is al veel, wanneer men bedenkt, dat verreweg de meesten, die tot de Zendingskerk overgingen, menschen zijn uit den werkenden stand, die slechts met moeite hun eigen brood kunnen verdienen. Niettegenstaande hun armoede doen zij veel om hunne kerk te onderhouden. Honderden zijn uit een leven van dronkenschap en ellende gered en in de dagen van werkstaking en opstand hebben de leden der Belgische Zendingskerk zich doen kennen als voorstanders van orde en rust.

Er was een tijd dat het licht der reformatie in België heerlijk blonk, doch Rome wist het in de Zuid-Nederlanden verloren terrein te heroveren. Voor circa 75 jaren zag men in Antwerpen den eersten Gereformeerden predikant, grootvader van schrijver dezes, voor een Israëliet aan, omdat men zich geen denkbeeld kon vormen van een Christenmensch die niet Roomsch was; en dit in een stad, waarin eenmaal alle kerkgebouwen in handen der Gereformeerden zijn geweest! Wijzen de hoogkerkelijke Engelsche Episcopalen met voorliefde op de 4000 of 5000 Oud-Roomschen, die zich in Nederland bevinden en die zij »de oude nationale kerk" noemen, met groote vreugde mogen wij zien op de 7000 leden der Belgische Zendingskerk, die bewijzen, dat het licht daar toch niet geheel van den kandelaar geweerd is. Het schijnt dat in de donkerste tijden er altijd belijders des Heeren geweest

zijn, al scheen Rome geheel in België te triumfeeren. Althans enkele Evangelisten der Zendingskerk vonden hier en daar een huisgezin waar men niet ter misse ging, Gods Woord las en Psalmen zong] al kende men de »voois" niet meer. Die broeders en zusters in Vlaanderen, »geuzen" genaamd, die in de verstrooiing waren, zijn door den arbeid der Belgische Zendingskerk verzameld en wie weet hoevelen er nog te verzamelen zijn, indien men van stad tot stad en van dorp tot dorp arbeiden kon.

De Belgische zendingskerk, — wel te onderscheiden van de Belgische Staatskerk, die men het best met het Synodale Genootschap ten onzent kan vergelijken, omdat zij allerlei elementen in een lichaam zoekt te vereenigen, en waarvan de leeraars staatstractement ontvangen en waarin van het oefenen van leertucht geen sprake is, — staat in nauwe betrekking tot de Chr. Gereformeerde kerk van Nederland, met welke zij wat haar organisatie aangaat ook de meeste overeenkomst heeft. Mocht, door 's Heeren genade, de vereeniging met de Chr. Gereformeerden met de Nederduitsch Gereformeerden, tot stand komen, dan worden we ook met de Belgische broeders vereenigd. Dit neemt niet weg dat niets ons verhindert om hen, die in het Zuider-Nederland, waar eenmaal de kerk des Heeren zoo heerlijk bloeide en waar den bodem met zooveel martelaarsbloed is gedrenkt, de banier van Gods Woord en van het beginsel »de Vrije Kerk" zoo moedig omhoog houden, met gebed en gave te steunen. Wie zijne sympathie aan de strijdende broeders wil toonen, hij zende zijne gave aan het adres van Dr. Kennedy Anct, algemeen secretaris, die te Brussel, Chaussée d'Ixelles, woont. Diens jongste bericht omtrent den toestand zijner kerk besluit met de woorden: »Het schijnt mij toe, dat de Protestantsche kerken verplicht zijn om de Belgische Zendingskerk te helpen. De Heere geve dat deze roepstem gehoord worde, en dat ons rijkere middelen geschonken worden om dit rijk gezegend werk voort te zetten en uit te breiden. Wij vertrouwen op de barmhartigheid van onzen Vader die in de hemelen is en op de sympathiën zijner kinderen."

Dit vertrouwen worde niet beschaamd!

WiNCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's