GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXVII.

JAN BUISSON.

In het Fransche departement du Nord ligt Rijssel. Die stad heeft vroeger aan de Zuidelijke Nederlanden behoord, daarom moet hare geschiedenis voor een deel ook op de Nederlandsche historiebladen beschreven worden. In de dagen der hervorming was daar veel geestelijk leven en dorst naar het Woord des levens. Geen wonder dus dat wij daar mannen en vrouwen ontmoeten, die om den naam des Heeren den marteldood hebben moeten sterven. Een dezer wordt Jan Buisson genoemd. Als koopman kwam hij dikwijls te Antwerpen en dan bezocht hij de geheime vergaderingen der geloovigen, waar hij de waarheid van Gods Woord leerde kennen. Wel is waar was zijne kennis van het Evangelie niet zoo groot als van andere martelaren, maar de Heere had hem begaafd met ijver-en volharding, zoodat hij veel sprak van den Heere en voor zijnen naam uitkwam, vooral tegenover de inwoners van Antwerpen.

Nadat hg gevangen genomen en voor de rechtbank gevoerd was, beleed hij den Christus. Als ketter werd hij dus ter dood veroordeeld. Doch de rechters durfden niet openlijk zijn vonnis uitvoeren, uit vrees voor oproer. Daarom werd hij in zijnen kerker onthoofd in het stille nachtelijk uur, tusschen een en twee uur.

Dit geschiedde den i8cn Juni 1559.

SINON HERMANSZ.

Hij was niet een der weinige edelen, die den Héere toebehooren, onze Simon Hermansz, de zoon van Vincent, geboren te Douvrin bij Brussel, eenvoudig kleermaker, moest hij met handenarbeid zijn brood eten. Hij was echter ook een koningskind, omdat hem de oogen geopend waren voor de waarheid Gods. Doch de menschen wisten het niet, zoodat hij eenigen tijd als ketter verborgen bleef; wat te gemakkelijker kon, omdat weinigen acht sloegen op hetgeen hij tegen de Roomsche kerk zeide. Doch eens werd een dezer uitingen overgebracht. Binnen weinig tijds was hij gevangen genomen. Nadat de getuigen op het stadhuis in Hermansz tegenwoordigheid ondervraagd waren en uit dit verhoor gebleken was, dat hij werkelijk eene uitdrukking als de bedoelde gebruikt had, was zijn vonnis geveld. Het luidde: onthoofd worden, waarop hem zijn hoed van het hoofd genomen werd. Daar het echter niet zoo spoedig zou uitgevoerd worden, ontving hij bezoek van eenige Barvoeter-monniken, die hem tot biechten wilden overhalen. Bij deze gesprekken bleek den geestelijken echter, dat Hermansz veel grooter ketter was dan zij dachten. Toen de rechters dit vernamen, zonden zij hem zijn hoed terug als een bewijs, dat zij het uitgesproken vonnis wilden "uitstellen en een nieuw rechtsgeding tegen hem beginnen. Dien tijd maakte de martelaar zich ten nutte, niet alleen om orde op zijne zaken te stellen, maar ook om zijne vrienden, die hem bezochten, te versterken en te troosten. De martelingen, die hem aangedaan werden, trok hij zich in het geheel niet aan. Drie dagen later werd er een ander vonnis over hem uitgesproken; hij moest levend verbrand worden. Den 28en Juni 1561 stierf de martelaar te Rijssel. D g g p h k w

JAN DE LANNOY.

Niet vèr van het stadje Renay ligt het plaatsje Dumeau. aar werd Jan de Lannoy geboren. Hij was een behan-^ er, waarom men hem vaak Jan den Behanger noemde. Van afkomst was hij een Franschman, die zich te Doornik vestigde en daar een herberg hield. Hij gaf er echter meer dan aardsch brood aan den reiziger, hij hield ook eheime vergaderingen, waarheen velen uit zijne woonlaats en het omliggende land samenkwamen.

Ook zijn wandel was velen ten spiegel, zoodat hij in achting was bij 'degenen, die hem kenden, maar vooral bij de geloovigen. Ofschoon de belijders des Heeren eenigen tijd met rust gelaten werden, kondigde De Lannoy aan, dat de vervolging niet zou uitblijven. Toch wist ij eenige jonge lieden, die zich door eenen ijver zonder verstand lieten vervoeren, om de tegenstanders te prilcelen, te matigen. Eindelijk kwam de voorzegging des martelaars uit. De voorstanders der hervorming werden stouter en hielden op de straten hunne samenkomsten, aarbij zij psalmen zongen. Het vuur der vervolging brak uit en De Lannoy was een der eersten die gegrepen werd. Men vond in zijn huis verscheidene balen kettersche boeken, die later verbrand werden. Het huis van de weduwe Derasse-Ducorron, herbergierster in de »rue des Corriers, " waar De Lannoy de eerste preek gehouden liad, werd met den grond gelijk gemaakt en zij zelve veroordeeld om vergeving te vragen. De Lannoy werd veroordeeld om verbrand te worden, terwijl zijne bezittingen verbeurd verklaard werden. Hij stierf in den jare 1560.

JAN DE BOSSCHERE.

Als De Lannoy was De Bosschere, een Brusselaar van geboorte, een behanger. Nadat de Heere hem de oogen had geopend en met de waarheid bekend gemaakt, was hij in de kennis van de Heilige Schrift zeer toegenomen. Geen wonder, dat de Vlaamsche kerk van Antwerpen, waar hij toen woonde, hem riep tot de bediening van een kerkelijk ambt. Hij werd diaken. Als zoodanig toonde hij grooten ijver om de waarheid te onderwijzen aan de onkundigen en de tegensprekers en ketters te wederstaan. Maar de satan kon dit niet dragen. Lagen werden gelegd tegen De Bosschere en in November 1560 werd hij met zijne vrouw gevangen genomen en in den kerker gesloten Daar werd hij door priesters en monniken bezocht en bestreden in zijne belijdenis. Maar hij bleef zich aan Gods Woord houden.

Den 28sten Februari verscheen hij voor de laatste maal voor de vierschaar. Hij wist wat hem wachtte. Toch aarzelde hij niet vrijmoedig belijdenis van zijn geloof af te leggen en de heeren rechters te vermanen. Iedereen was verbaasd over zooveel ijver en welsprekendheid. Desniettemin werd het vonnis des doods over hem uitgesproken. Op weg naar de gevangenis wees hij het volk op den Heere en zijn Woord en riep eenige broeders, die hij daar zag, toe: »Lieve broeders, vat moed!" Daar de broeders vermoedden, dat men den martelaar in het geheim zou dooden uit vreeze voor oproer onder het volk, slopen zij tot dicht bij den kerker, waar De Bosschere teruggeleid was. Hun vermoeden bleek waarheid. Op gruwelijke wijze werd de martelaar in de gevangenis in een kuip met water gesmoord. Ten minste men beproefde dit, maar toen het niet spoedig genoeg ging, werd hij doorstoken door den beul. Een een twintig jaren was hij oud, toen hij den isten Maart 1561 om den naam des Heeren den marteldood stierf.

DE GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's