GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Getuigenis van den heer Gladstone tegen de moderne critiek.

Men staat verbaasd, wanneer men de werkkracht van den meer dan 8ojarigen staatsman Gladstone ziet. Niet alleen dat hij de leider is der Engelsche liberale partij, die veel overeenkomst heeft met onze anti-revolutionaire, maar het blijkt telkens, dat hij in staat is op zijn hoogen leeftijd de litteratuur van den dag te volgen. Zoo getuigde hij in een Engelsch tijdschrift tegen de verderfelijke strekking van het Engelsch boek, getiteld: Robert Elsmere, en scherpte zijn pen tegen de moderne critici van het Oude Testament. Zekerlijk gevoelt de grijsaard, dat hij geroepen is zijne stem te verheffen tegen de ondermijning van het Christelijk geloof, gelijk dit zoowel in de Episcopale, als in de dissentieerende kerken plaats grijpt, door mannen, die als herders en leeraars geroepen zijn het volk bij Gods Woord te houden. Zeker ziet hij het gevaar in, dat land en kerk dreigt door het optreden van mannen, die met het ntleedmes der z. g. critiek, de Schriften des uden Verbonds eene kunstbewerking doen ndergaan, die tot resultaat hebben moet, dat e Bijbel als eenige regel voor geloof en leven erworpen wordt.

Daar de aanvallen der critici zich niet enkel tot het Oude Verbond bepalen, maar ook gericht worden tot die des Nieuwen Testaments, heeft de heer Gladstone gemeend, ook daartegen te moeten getuigen. In een artikel in Tfie nineteenth century komt hij op tegen den hoogleeraar Huxley, dien hij verwijt, dat hij door eene beschuldiging in te brengen tegen het verhaal van den Evangelist, in zake het varen van de duivelen in de kudde zwijnen in het land der Gadarenen, hij beschuldiging inbrengt tegen de handeling van den Heere Jezus zelven. Wijl de Evangeliën een beeld ophangen van den Christus, is een aanval op de Evangeliën voor een aanval op den persoon des Heeren te houden. Voor de tweede maal heeft de bejaarde staatsman over dit onderwerp een artikel geschreven, gelijk zijne opstellen in de laatste drie jaren tegen de aanmatigingen van de naturalistische critiek vele zijn. Wel een bewijs, dat de grijze staatsman in het opkomen van een heirleger van critici, in den geestvan Baur en Wellhausen arbeidend, een groot gevaar voor het Engelsche volk ziet. Zelfs zijne tegenstanders moeten erkennen, dat de toon, dien Gladstone aanslaat, gunstig afsteekt bij dien welken de hoogleeraar Huxley deed hooren.

Dit neemt niet weg dat »de groote oude man", gelijk men hem in Engeland met voorliefde noemt, ook met groote energie als aanvoerder der liberale partij optreedt. Niet alleen is dit in het laatst van het vorige jaar gebleken, toen hij zijn staatkundige vriend Parnell, gewezen leider van de groep die voor Ierland eene zelfstandige regeering eischen, onder leiding van den Engclschen kroon, in het aangezicht wederstond en hem noopte als partijleider af te treden of althans zijn invloed te verminderen. Ook door dezer dagen in het parlement een wetsontwerp voor te stellen om de Roomschen in den Engelschen Staat gelijke staatkundige rechten te verkenen als deniet-Roomschen, komt hetzelfde aan den dag. Nog altijd zijn er in Engeland zekere ambten die men niet vervullen kan, wanneer men lid is der Roomsche kerk. Het wetsontwerp van den heer Gladstone wil nu, dat de Roomschen voor alle openbare ambten in aanmerking zullen kunnen komen. Hij beweerde dat er niet het minste bezwaar bestaat om een Jood, Mahomedaan, Hindoe, Materialist of Atheïst tot kanselier te maken, maar dat het onmogelijk is om een navolger van Thomas Ji Kempis en Gregorius de Groote tot het kanselierschip te verheffen.

Het bleek uit de disciissiën dat toen R. Peel de gelijkstelling voor de wet van de Roomschen met andere Engelsche burgers doordreef, sommige ambten echter voor niet toegankelijk voor zonen van Rome werden verklaard, omdat de Engelsche overheid het patronaat uitoefent over de Engelsche Episcopale kerk, welke voor eene protestantsche gold, en het stuitend zou zijn voor de Episcopalen, indien zij de macht over hunne kerk uitgeoefend zagen door een Roomsche. Men zou zeggen, dan moet door de Liberale partij ook worden voorgesteld om het patronaat dat de Engelsche overheid nog altijd over de Episcopale kerk uitoefent, te doen vallen. Doch zoover is het nog niet; de geesten schijnen er niet rijp voor, althans niet in Engeland.

In Ierland waar de_^ bevolking slechts voor een zesde deel tot de lüp'scopale kerk behoort, is het patronaat over die kerk reeds afgeschaft en daarmede zijn de voordeden die zij uit de staatskas genoot voor haar verloren gegaan; in Wales waar het grootste deel der bevolking tot de dissenters overging, is een machtig geroep om de kerk van den invloed der staat te bevrijden; in Schotland is men daarmede niet minder werkzaam, doch in Engeland schijnt men daartoe nog niet te kunnen komen. Er gaan wel stemmen op, doch de tijd schijnt nog in het verschiet, dat de vrijmaking der Engelsche staatskerk op het program van actie der Engelsche liberale partij komt te staan.

Den 2osten Februari zal in het Engelsche Lagerhuis eene motie voorgesteld werden, waarbij vrijmaking der kerk van Wales geeischt wordt. De liberale vertegenwosrdigers van Noord-en Zuid-Wales, die vijf zesde deelen van al de representanten van dat gewest vormen, hebben zich eenstemmig voor de motie verklaard; ook verwacht men dat de heer Gladstone er voor spreken zal. Ook in 1889 is eene dergelijke motie voorgesteld, maar kon nog geene meerderheid verwerven. Of het reeds dit jaar gelukken zal om de staatskerk van Wales te doen vallen, is zeer te betwijfelen. Doch valt ergens de onbillijkheid in het oog, dat eene kerk zoo goed als geheel onderhouden wordt op kosten van het algemeen, dan is het wel in Wales. De Episcopale geestelijkheid heeft er groote tractementen en de menigte is haar ontglipt.

Noord-Amei'ika. Een en ander over den eeredienst in de Presbyteriaansche kerken enz.

Dat de Amerikaansche Presbyteriaansche kerken in verval zijn blijkt in de eerste plaats uit het feit dat men er naar streeft om de confessie van Westminster in Remonstrantschen geest te veranderen. Schoon men voorloopig er niet in kan slagen om de vereischte meerderheid der dassen nl. twee derden, te verkrijgen, om eene wijziging in het stuk der verkiezing tot stand te brengen, toch moet er eene wending in de geesten komen, wil men in Amerika er voor bewaard blijven, om het Remonstrantisme openlijk in de banier der kerken geschreven te hebben. Dat de Remonstrantsche zuurdeesem de kerken doortrokken heeft, blijkt ook o. a. in het op den achtergrond treden van het psalmgezang. De redacteur der Schotsche Free Church bezocht tijdens zijn verblijf in Amerika onderscheidene Presbyteriaansche kerken en verbaasde er zich over dat zelfs in een klein dorp van Californië waar slechts een kleine Presbyteriaansche gemeente in een zaaltje vergaderd is, men een orgel en een piano vond. Men is van meening dat dit bij een kerk hoort. Bedenkelijker is het dat men in de kerken van het Westen een deel van den dienst door een koor vier stemmige Hederen met solo's laat zingen. Men doet dit om menschen te trekken, doch het zingen door de geheele gemeente wordt er niet door bevorderd, veelmeer op zijde gedrongen. Als de predikanten aan den gemeenten gezangen opgeven, dan zeggen zij er gewoonlijk bij dat twee of drie verzen moeten weggelaten worden. Hot meest gebruikt gezangboek is dat van Dr. Charles Robinson van New-York, getiteld: »Geestelijke liederen." Deze liederenbundel bevat enkele psalmen, die vari tijd tot tijd wellicfit gezongen worden; doch de heer Walker hoorde er nooit een. Het is opmerkelijk, dat naarmate de Gereformeerde leer ingang vind of wordt tegengestaan, de psalmen al dan niet in eere zijn.

Toch is het nog zaover niet dat de psalmen geheel en al op zijde worden gezet bij den eeredienst, doch men gebruikt ze minder om ze te zingen. Men heeft namelijk in de Presbyteriaansche kerken ingevoerd, dat de gemeente op eenige voorgelezen woorden door den dienaar antwoordt. Men vindt dit in de Engelsche Episcopale kerk en ook in de Luthersche en Methodistische kerken van oudsher. Doch voor de Presbyteriaansche kerken is dit eene nieuwigheid. Voor het lezen van den dienaar en het antwoorden door de gemeente, gebruikt men gewoonlijk psalmen.

Over het algemeen is er over te klagen, dat de avond-godsdienstoefeningen slecht bezocht worden. Des namiddags wordt er in alle kerken Zondagsschool gehouden; nergens ter wereld is het Zondagsschoolwezen zoo ontwikkeld als in Amerika; hetgeen te verklaren is uit het feit, dat schoon op de openbare scholen Gods Woord gelezen wordt, deze toch geen Christelijk karakter dragen en het getal vrije Christelijke scholen zeer gering is. Daarom kan alleen des avonds eene tweede godsdienstoefening gehouden worden, en daar kan men de menschen niet heen krijgen. Zelfs wanneer leeraars of hoogleerarcn van grooten naam voorgaan, preeken zij des avonds voor een zeer klein gehoor.

Om hierin te voorzien neemt men de toevlucht tot buitengewone middelen. Sommigen preeken des avonds over onderwerpen die aan de orde van den dag zijn, om aldus sensatie te verwekken; anderen geven de avondgodsdienstoefening eenvoudig op, om des avonds meetings voor jongelieden te houden.

Opmerkelijk is het, dat haast in alle kerken kleeden op den vloer liggen, terwijl er ruime zalen bij gebouwd zijn om er Zondagschool in te houden. Bij de meeste kerken vindt men ook kamers voor den predikant, waarin bibliotheken gevonden worden. Deze kamers zijn niet bestemd voor vergaderingen van den kerkeraad, doch alleen voor den leeraar, opdat hij zich daarin zou kunnen afzonderen voor het opstellen zijner leerredenen. En daar men het noodig acht, dat de prediker te beschikken heeft over een goede boekerij, zoo draagt de gemeente er zorg voor, dat de studeerkamer is voerzien van een flinke bibliotheek, die natuurlijk het eigendom der kerk is en blijft.

In geen land is het vereenigingswezen zoozeer ontwikkeld als in N-Amerika. Gelijk bekend is, waarschuwde de geünieerde Presby. teriaansche kerk hare leden voor het deelnemen aan geheime genootschappen, gelijk de vrijmetselarij — waartoe zelfs leeraars waren toegetreden. Maar andere vereenigingen worden doof de kerken gesteund. Men heeft onder de Methodisten de Epworth-League, de broederschap van Andreas en Philippus, de koningsdochters, de vereeniging voor Christelijken ijver, en nog een dozijn meer. Aan-die vereenigingen worden de beste krachten gewijd; doch het is zeer te betwijfelen, of dit wel aan de kerken ten gOede komt. De kerken in Amerika kunnen, als zij hunne roeping verstaan, al hare beschikbare krachten zeer goed gebruiken, als men in aanmerking neemt dat jaarlijks tienduizenden landverhuizers van de Oude naar de Nieuwe wereld gaan. Bovendien vindt men nog 250, 000 Indianen, die nog niet zijn geëvangeliseerd; er zijn 160, 000 Mormonen, die wel schijnbaar de veelwijverij hebben opgegeven, doch dit slechts schijnen gedaan te hebben om hun grondgebied Utah onder de staten der Republi-jk opgenomen te krijgen; ook vindt men er 60, 000 Chineezen en eindelijk 8, 000, 000 negers. Vooral in de Zuidelijke Staten van Amerika nemen de negers zeer toe, en men vraagt wat de toekomst voor deze landen opleveren zal, wanneer eenmaal de zwarte bevolking de blanke overtreft ?

Dat dit groot gevaar oplevert, wanneer de zonen van Cham niet gebracht worden onder den invloed van Gods Woord, behoeft geen betoog. Er zijn reeds negerpredikers opgetreden, doch het is er nog ver van daan, dat de geheele negerbevolking zich door hen laat gezeggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's