GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CIII.

BIBLIAS.

Onder degenen, die te Lyon van de belijdems van Jezus Christus afvallig waren geworden, behoorde Bibles Niet tevreden echter met zijne y"l°°=^^"; "g f " £ Heere, wilden de heidenen hem dwingen van de Chris-Snen'te lasteren. De PiJnigingen, > em hierover aangedaan, hadden echter eene andere uitkomst da"/"wacht werd Het was of hij daardoor uit eenen diepen slaap lewekt 4 d en begon'te denken aan de eeuwtp s raff.„ .Neen", riep hij onverwacht uit, ^neen, de Christenen eten ge; ne kinderen op. Hoe zouden zij dat kunnen doen wien het zelfs niet geoorloofd is het bloed van onredelijke dieren te eten." Verschrikt, door deze belijdenis keerden, de vijanden zich tegen Biblias. Maar ^P^J^^^'^y^'t moedigd. Integendeel kwam hij voor zijnen Heere mt en stierf den marteldood.

BLANDINA.

Ander de gevangen genomen slaven en slavinnen van Lvon behoofde ook Blandina, een zwakke naar het HchaamrnTaar eene krachtige naar den geest. Immers tèiwm decadere dienstknechten en dienstmaagden, voozoovt z| Christenen waren afvallig - "den van de waar heid en voorzoover zij heidenen waren, hunne meest^'^s en meesteressen valschelijk beschuldigden, bleef Blandtna haren Heere getrouw en bracht geen valsche aanklacht tegen hare mcesteies in. »Wij allen", zoo schreven de kerken van Lyon en Vienne in haren meermalen genoemden brief, »wij allen waren bevreesd, ook hare raeesteresse naar den vleesche, die ook zelve eene kampvechtster was onder de martelaren, dat zij de belijdenis niet vrijmoedig zou uiten, van wege de zwakheid haars lichaams." (Maar) Blandina was met zoo groote kracht vervuld, dat de pijnigers, die haar toegevoegd werden, om de een na den anderen van den morgen tot den avond haar te pijnigen, hunne kracht verloren en zelfs bekenden, dat zij verwonnen waren, niets over hebbende, hetgeen zij haar veider aan konden doen. Ook verwonderden zij zich, dat zij nog leefde, daar haar gansche lichaam uiteengerukt en doorboord was, belijdende tevens, dat een enkele soort van pijniging genoeg ware, om de ziel aan het lichaam te ontrukken, hoeveel te meer zoovele en zoo groote pijnen. Maar deze begenadigde kreeg nieuwe krachten tot het doen harer belijdenis; en het gezegde: »Ik ben eene Christin, en bij ons wordt niets kwaads gedaan", gaf haar verkwikking, rust, en ontnam haar het gevoel der pijnen, haar aangedaan."

Welk lot deze martelares wachtte, was te gissen. Zij zou in den circus sterven. Maar eer dat geschiedde, moest zij het lijden van anderen aanzien, of zij ook daardoor zou afgeschrikt worden. Zij bleef echter standvastig. Dit verbitterde de menigte, die haren dood eischte. Aan dezen wensch werd voldaan, nadat nog eerst een i5Jarige knaap, Ponticus, dien zij moed insprak, den marteldood gestorven was.

Blandina was de laatste der martelaren van de kerk van Lyon. »Gelijk eene moeder", zoo lezen wij weer in den bekenden brief, «idie hare kindaren aangespoord en als overwinnaars naar haren Koning voorwitgszonden heeft, en zelve den ganschen strijd harer kinderen volgt en ondergaat, spoedde zij zich naar hen, verheugd en opspringende van vreugde over haren uitgang, alsof zij tot een bruilofsmaal geroepen en niet voor de wilde dieren geworpen werd Nadat zij gegeeseld, voor de dieren geworpen en in den ijzeren worstelstoel gezet was, werd zij eindelijk, in een net gewonden, aan eenen stier voorgeworpen. Een geruimen tijd door het dier op en neer geworpen, waarvan zij geen besef had ter oorzake der hope en ervaring van de zaligheden, die zij geloofde en harer samensprake met Christus, werd zij van kant gemaakt. De heidenen zelve bekenden, dat nimmer onder hen eenige vrouw zoo vele en zoo zware pijnen had geleden "

Met het verminken en verbranden der lijken had de volkswoede uitgeraasd. Wat het vuur had gespaard, werd met de asch in de Rhone geworpen, opdat geen enkel overblijfsel van de vijanden der afgaden de aarde verontreinigen mocht.

SYMPHORIANUS.

In de nabijheid van Lyon ligt Antun. Ten tijde van de vervolgingen in eerstgenoemde plaats en Vienne was er een kleine gemeente. Zoolang zij echter bij de heidenen niet bekend was, werd zij niet vervolgd. Maar dit werd spoedig anders, ten minste met een der geloovigen, Symphorianus genoemd, eenen jeugdigen Christen van goeden huize. Op zekeren dag werd er in de stad een feest gevierd ter eere van de godin Cybile, wier dienst uit Klein-Azië derwaarts was overgeplant en er in hoog aanzien stond. Een groote menigte was op de been, toen het beeld der godin op eens der gewone heilige wagens plechtig werd rondgevoerd.

©veral waar de wagen zieh vertoonde ging er een ge­ juich op en knielden de menschen zich voor het beeld. Alleen Symphorianus weigerde dit om zijne conscientie niet te bezwaren Wellicht liet hij zich, hierover aangesproken, verleiden om over de nietigheid van den afgodsdienst een woord te spreken en we'd hij daarom naar den stadhouder Heraklius gevoerd. Deze vraagt hem, : »Zijt gij Christen? Naar ik bemerk zijt gij onze opmerkzaamheid ontsnapt; want wij hebben hier slechts weinige aanhangers dezer sekte."

»Ik ben een Christen", was het antwoord van den martelaar, sik bid den waren God aan, die in den hemel heerscht, maar dat afgodsbeeld kon ik niet aanbidden. Ja, staat gij het mij toe, zoo ben ik bereid het op mijne eigene verantwoording te verbrijzelen." Dit antwoord was genoeg voor Heraklius om den gevangene schuldig te verklaren aan de dubbele misdaad van schennis van den godsdienst en de wet des Staats.

Dreigingen en beloften werden aangewend, om den jeugdigen belijder tot afval van het geloof te bewegen. Niets baatte. Het vonnis werd uitgesproken, Symphorianus moest onthoofd worden. Op weg naar de strafplaats zag hem zijne moeder en zij riep hem toe: »Mijn zoon, mijn zoon, houdt den levenden God in uw hart! Wees standvastig Wij hebben den dood niet te vreezen die zoo onfeilbaar ten leven voert! Uw hart naar boven, mijn zoon! Zie op Hem, die in den hemel heerscht! Heden wordt het leven u niet ontnomen, maar tot een beter bestaan verheerlijkt!"

Welk eene taal! Vertroostend zonk zij zonder twijfel in het hart des martelaars. Op de strafplaats gekomen werd hij onthoofd.

DE GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's