GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLXIX.I

ANNE DU BOURG.

In 1559 hadden koning Hendrik II van Frankrijk en koning Filips van Spanje vrede gesloten. Een der voornaamste artikelen van dien vrede was, dat beide vorsten, ieder in zijn eigen land, alles zouden doen, om de xLutherij" zooals men toen vaak de belijdenis der Protestanten noemden, uit te roeien. Wat Filips gedaan heeft, zullen wij later vernemen; voor het oogenblik bepalen wij ons tot Frankrijk, waar het Protestantisme zoover was verspreid, dat er zelfs in het parlement verscheidene raadsheeren zaten, die, zooals niet alle Protestanten, dan toch tegenover dezulken, welwillend gezind waren. Rome's dwalingen voor een deel erkenden en van de vervolging der Protestanten afkeerig waren.

Toen koning Hendrik vernam, dat dit vooral op de laatste vergadering van het parlement in de maand April (Vrijdags na Paschen) aan het licht gekomen was, besloot hij in persoon in het parlement te verschijnen. Dit geschiedde den loen Juni, terwijl de koning bij die gelegenheid gevolgd werd door den kardinaal van Lotharingen, den hertog de Guise, opperveldmaarschalk, den kardinaal van Sens, zegelbewaarder en anderen. De koning verklaarde dadelijk zijne verschijning in het parlement en zeide, dat het hem had goedgedacht, om, nu er vrede in den lande verkregen was, zich met de twisten aangaande den godsdienst te bemoeien. Daar hij nu wist, dat het parlement op dien dag de zaken, de religie betreffende, zou bespreken, was hij gekomen om te vernemen, hoe die zaken stonden. Nadat hierop de kardinaal van Sens verklaard had, dat het 'skonings begeerte was, dat men de op de vergadering van April reeds behandelde punten opnieuw zou bespreken, zoo vrijmoedig mogelijk, gaven verscheidene raadsheeren hieraan gevolg. De voornaamste onder dezen was Anne du Bourg, die, nadat hij uitvoerig gesproken had over Gods voorzienigheid en zijn eeuwigen raad, dien niemand kon weerstaan, aandrong op het houden eener algemeene kerkvergadering en het staken van de vervolgingen der ketters. Deze woorden mishaagden den koning zeer, waarom hij beval hem gevangen te nemen en in de Bastille op te sluiten. Later werden nog vijf k zes parlementsleden er bij gebracht.

Anne du Bourg, geboortig uit Auvergne, stamde af van een aanzienlijk huis. Hij wos, de neef van M. du Bourg, den bekenden kanselier van Frankrijk, een zeer geleerd man en een uitmuntend rechtsgeleerde. Eenigen tijd had hij zelfs aan de Universiteit te Orleans voorlezingen gehouden, die hem beroemd gemaakt hadden. Daarna was hij naar Parijs gegaan, om daar in 's lands dienst te gaan. Toen was bij raadsheer in het parlement geworden en ontving als zoodanig van vriend en vijand den lof van eerlijkheid en nauwgezetheid. Nadat hij in de Bastille opgesloten was, v/erden er rechters over hem benoemd, die met den bisschop van Parijs en een inquisiteur, Demochares, aanhoudend hem kwamen ondervragen. Eens wilde hij hunne vragen niet beantwoorden, zeggende, dat zij zijn wettige rechters niet waren, daar alleen het parlement over hem mocht vonnissen.' Doch toen de koning, op aanstoken van de vijanden der waarheid, bevolen had, dat hij voor die rechters moest antwoorden, onderwierp hij zich geduldig aan dit bevel.

Bij het eerst verhoor, dat hij onderging, bleek, dat hij nog pas 37 a 38 jaren oud was en onder de beschuldi­

ging stond, zelfs in bijzijn van den koning gehandeld te hebben tegen zijn plicht, tegen de bevelen Gods en die der kerk. Du Bourg ontkende dit. Op de vraag, of hij dan niet beweerd had, dat al de overleveringen en voorschriften der kerk en der vorsten nooit iemand konden binden in de conscientie, antwoordde hij, dat hij dit niet zoo gezegd had. Wat hebt gij dan gezegd over dit punt, vroeg men hem weer. Hierop Jiernara hij, dat hij niet bijzonder thuis was in de HeilTge Schriften, maar daarom ook zijn bisschop en herder verzocht hem op den rechten weg te brengen, indien hij dwaalde, en uit het Woord Gods te onderrichten wat hij te gelooven had op dit punt en al de andere punten, tot de religie behoorende.

Toen de bisschop hem de bekende geboden der Roomsche kerk had voorgelegd en daarvoor gehoorzaamheid geeischt had, sprak de martelaar zijne belijdenis uit. Hij begon met te bewijzen, dat deze alleen mocht steunen op het zuivere woord Gods en niet op geboden van menschen. Hierop toonde hij zich op de verschillende punten, waarover strijd bestond tusschen Rome en de Gereformeerde kerk, met deze laatste eenstemmig. Sinds 1557 had hij ook zijn Paschen niet gehouden. Nadat Anne du Bourg zoo gesproken en op de hem gedane vragen geantwoord had, veroordeelden zijiie rechters hem als ketter en halsstarrige en bevalen, dat hij zou ontzet worden uit zijn priesterschap, dat hij vroeger ontvangen had. (Hij was diaken en subdiaken geweest voor zijne bekeering) Du Bourg kwam van dit vonnis in hooger beroep bij het parlement, doch zijn appèl werd afgeslagen. Bovendien kregen zijne beide broeders (die in de stad waren om ten zijnen bate een verzoekschrift in te dienen bij den koning) last Parijs binnen drie dagen te verlaten op boete van 's konings toorn en ontzetting uit hunne waardigheden.

Toen het eerste vonnis bevestigd was, beriep de martelaar zich op den aartsbisschop van Sens, doch ook de^e sprak zijne ontwijding uit. Opnieuw beriep zich Du Bourg van dit vonnis op het parlement, dat zijn beroep weer niet ontvankelijk verklaarde. Een derde poging waagde nu Du Bourg bij den aartsbisschop van Lyon, den primaat van Frankrijk, die hem veroordeelde als de anderen. Van dit vonnis kwam hij nog eens in beroep bij dat hof. Maar ook nu was het te vergeefs. Intusschen deed Du Bourg aan de kerk verantwoording omtrent de vele appellen, die hij aanteekende. Hij wilde hiermee geenszins tijd winnen, schreef hij, of zijn leven verlengen. Neen, maar hij wenschte de gedachte weg te nemen, als zou hij zich gehaast hebben om te sterven, voordat hij alles wat mogelijk was gedaan had tot zijne rechtvaardiging. Wat hem zelven betrof, de genade des Heeren steunde en sterkte hem en zijne ster vensure was hem eene zalige stonde.

Toen nu Du Bourg zelfs door den hoogsten kerkdijken rechter was veroordeeld, onderwierp hij zich aan zijn vonnis en werd den 2osten November in de Bastille ontzet uit het diaken-en sub-diakenschap der Roomsche kerk, en wel door den bisschop van Lautriger.

Hierna werd hij aan den wereldlijken rechter overgeleverd, voor wien niets anders overschoot, dan hem ter dood te veroordeelen. De uitvoering van dit vonnis werd uitgesteld tot den 2ien December. In dien tijd moest hij veel lijden. Hij kreeg niet anders dan water en brood. Met zijne vrienden mocht hij geene gemeenschap hebben, zoodat hij niet kon gesteund en gesterkt worden. Soms zelfs werd hij in een kooi opgesloten, omdat men vermoedde, dat hij wilde ontvluchten. Desniettemin verheerlijkte hij God, Hem psalmen zingende. Velen kwamen bij hem om hem tot afval te bewegen, maar alles was te vergeels. Hij bleef te midden van de felste aanvallen standvastig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 oktober 1894

De Heraut | 2 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 oktober 1894

De Heraut | 2 Pagina's