GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLXXXI.

MARTIN TACHARO.

De vervolgingen, die de Roomsche kerk van Frankrijk in 1562 tegen degenen, die met de Reformatie waren medegegaan, had voortgezet, niettegenstaande een koninklijk Edict dit verboden had, hadden dezen zoo diep verontwaardigd gemaakt, dat ze naar de wapenen grepen en onder leiding van Condé hunne vervolgers, die door den hertog' de Guise werden aangevoerd, aanvielen. De burgeroorlog was bloedig. Gelukkig kwam er in 1563 een einde aan. Wederom werd den Hugenoten bij dezen vrede van Amboise vrijheid van godsdienst toegestaan. Doch die rust zou echter slechts kort duren. Groot toch was de haat die de Roomsche partij, met den koning aan het hoofd, den Gereformeerden toedroeg.

Ondanks het Edict van Amboise, waarvan wij hierboven spraken, begonnen in verschillende provinciën de vervolgingen weder. Verscheidene geloovigen, zoowel mannen als vrouwen en kinderen, vielen niet door de handen van den beul, maar door die van eenige Roomsche oproerkraaiers, die het volk niet fanatischen haat wisten te vervullen tegen de Hugenoten, zoodat velen hunner werden vermoord. Opnieuw namen de Hugenooten de wapenen op, om hunne verkregen rechten en vrijheden te handhaven. Van 1567 tot 1568 duurde de derde burgeroorlog, die echter weder met eenen vrede, die van Long-juraeau, eindigde. Die van de religie waren, ontvingen opnieuw de verzekering, dat zij hun geloof vrij zouden kunnen belijden. Dat dit weer een valsche belofte is geweest, bewijst het martelaarschap van Martin Tachard.

Reeds in 1566 was Tachard, die van Montauban geboortig was en zich sinds zijne bekeering aan den dienst des Woords had overgegeven, gezonden naar d'Acier in Queray, om er het Evangelie te verkondigen. Daar gekomen zijnde, hoorde hij van de verstrooiing der kerk van Pamiers, eene naburige stad, waar hij vroeger leeraar geweest was. Deze verstrooiing had plaats gehad in Juni van 1566 ten gevolge van een oproer. De geloovigen hadden zich toen naar eene andere plaats begeven, waar zij veiliger waren. Overeenkomstig zijn ambt verzamelde de herder zijne verstrooide schapen weer te Carlat in het graafschap Toix, een plaatsje niet ver van Pamiers verwijderd.

Terwijl Tachard daar v/as, hoorde hij, dat de soldaten, die er vanwege den koning, te Pamiers in garnizoen gelegd waren, voornemens waren naar Carlat te komen, om de uitoefening van den godsdienst, welke reeds vruchten begon te dragen, te beletten. De herder overlegde toen met de broeders ernstig, wat hun te doen stond. Men besloot, ten einde den gevreesden overgang der kerk te voorkomen, naar Mas d' Aziis te gaan. Doch ook daar liet de vijand haar niet lang met rust. De koning toch droeg de koningin van Navarre op eenen geschikten persoon naar het graafschap Toix te zenden ten einde te onderzoeken, - hoe men er leefde en hoe 's konings Edicten in alle steden en vlokken werden gehoorzaamd. De koningin van Navarre zond dadelijk den heer de Boryes naar het graafschaf met den last om de oproermakers, die er mochten zijn, te onderdrukken.

Tachard, dit vernemende, begaf zich, ten einde geen verdenking van rebellie op te wekken, naar Cabannes, dicht bij de Pyreneën gelegen, waarheen hem zijne gemeente volgde.

Kort daarna ontstond er tusschen de heeren de Solan en de Roquemaurel om eene nietige rede twist. Van weerszijden werden benden, uit Cominge, op de grenzen van het graafschap Toix gehuurd, dia zich aan moord en brandstichting schuldig maakten. De koning beval terstond den heer de Monluc, zijn stedehouder in Toix, om, daar de prins van Navarre afwezig was, zich naar de geteisterde streken te bïgeven en de schuldigen te straffen.

Doch in plaats van de bewerkers van het oproer te straffen, zocht men naar' de vluchtende kerk van Panders, daartoe aangezet door die van Thoulouse, bij wien het om Tachard te doen was, omdat hij van Montauban was, eene stad, die zij zeer grooten haat toedroegen.

Eene beschuldiging tegen de geloovigen was spoedig gevonden. Zij waren oproermakers. Getuigen waren de ware oproermakers en de grond, dat tot hen eenige van de benden der beide genoemde edellieden gevlucht waren. Nacht en dag doortrekkende togen de vervolgers met een bende van 500 man-onder aanvoering van-Tiiladet naar Cabannes, dat gemoord en geplunderd werd op de gruwelijkste wijze.

Toen Tachard de woestheid der aanvallers en de verstrooiing zijner kudde zag, besloot hij, daar hij toch niet helpen kon, zich ergens te verbergen. Hij wilde zich hiertoe reeds verwijderen, toen hij door tv.'ee boeren gevangen genomen en naar Tilladet gebracht werd. Na hem goed onderzocht en van alles wat hem behaagde beroofd te hebben, liet deze hem voor spot loopen met een witten hoed op het hoofd en paternosters aan zijn hals.

JNIet den leeraar werden nog anderen gevangen genomen, doch dezen werden tegen zeker losgeld vrijgelaten. Doch Tachard kon niet losgekocht worden. Tilladet bracht hem met nog 4 andere gevangenen naar Thoulouse, waar men den 6en Juli aankwam.

Terstond werd de martelaar naar de gevangenis gebracht en in een diepen kuil gezet met zware ijzers aan de voeten. Bovendien werd iedereen verboden met hem te spreken.

Den 8en Juni v/erd Tachard ondervraagd door twee raadsheeren. Eer hij antwoordde, verzocht hij den Heere te mogen aanroepen. Dit werd hem toegestaan. Daarop beleed hij de waarheid Gods naar de Schriften. ïi'Ien deelde hem in het geheim mee, dat de meesten zijner rechters zich tot zijn verderf samenspanden, alleen, omdat hij in het gehate Montauban, zijn geboortestad tevens, het Evangelie had gepredikt. Daarom wraakte hij ze bij request. Het baatte hem niet. Zijn verzoek werd afgesla­ gen. Een nieuw request werd ingediend. Wederom te vergeefs.

Een twist, die de rechters onderling hadden over de vraag wie de martelaar veroordeelen zou, werd spoedig bijgelegd. En nu kwam de leeraar den 5en Juli voor de rechters der beide kamers, die 21 in getal waren. Volgens zijne gewoonte verzocht hij de vrijheid om God te bidden, eer hij antwoordde. Een vurig gebed steeg ten hemel. Daarna begon de ondervraging. Eerst weigerde de martelaar te antwoorden. Maar op de bedreiging, dat hij anders opgehangen zou v/orden, sprak de martelaar vrijmoedig zijne belijdenis naar de Schriften uit.

Het vonnis werd spoedig geveld en hem den yen Juli 1567 in de gevangenis aangezegd.

Hij werd veroordeeld om opgehangen te worden, 'J'oen Tachard dit hoorde, begon hij den i22en Psalm in'liet Latijn te zingen, - omdat men hem verboden had dit in het Fransch te doen. Daarop betuigde hij onschuldig te zijn aan samenzweringen en oproeren, die hem ten laste gelegd waren. Met lieerlijke 'vermaningen vertroostte liij voorts allen, die om hem bedroefd waren.

Toen de tijd daar was, dat hij naar de strafplaats zou gebracht worden, besteeg hij de kar die gereed stond. Op weg naar het schavot werd hij door het fanatieke ^'olk met schimp en smaad overladen.

Aan de strafplaats gekomen zijnde beklom hij vrijmoedig den ladder, riep overluid God aan in den naam van Jezus Christus, sprak het Onze Vader duidelijk uit en zeide de 12 geloofsartikelen op. Gekomen aan de woorden: sVanwaar hij komen zal om te oordeelen de levenden en de dooden" werd hij door den beul naar beneden geworpen. Daar hing hij nu, de trouwe herder, de getuige van Christus, tusschen hemel en aarde. Zijn ziel nam de Heere spoedig tot Zich. Zijn" lichaam bleef echter tot den volgenden dag hangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's