Buitenland.

Fpankpijk.

In de Fransche Protestantsche wereld is men druk in de weer om het voor en tegen van eene verzoening van evangelischen en liberalen te bespreken. De liberalen hebben den eersten stap gedaan en de orthodoxen uitgenoodigd om gezamenlijk te arbeiden tot het verkrijgen van een officieele synode, die louter administratieve bevoegdheid hebbe en de Fransche Gereformeerde staatskerk bij de regeering vertegenwoordigen zou, en helaas, deze uitnoodiging heeft in de zoogenaamde orthodoxe kringen weerklank gevonden. De Eglise libre^ zegt daaromtrent: Daar zijn wij nu, en voor eenigen tijd afgekeerd van den vruchtbaren arbeid die in geloof en vrede kon worden voortgezet en afgedaald in het strijdperk der onvruchtbare en hartstochtelijke debatten, die de synode van 1872 voorafgingen en volgden. Dit is eene ramp voor de kerk, en het zal weldra ook openbaar worden.

Wij zeggen eene ramp en niet een gevaar, want het is onze overtuiging dat in de voorgenomen conferentie de liberalen niet op de orthodoxen rekenen kunnen. Het blad betoogt voorts, dat de meerderheid van de voorgenomen conferentie niet op de besluiten der synode van 1872 zal terugkomen, terwijl de liberalen erkend willen zien, dat rechtzinnigen en liberalen dezelfde rechten in de kerk zullen hebben. Doch het blad kon zich wel eens vergissen. Vooreerst zijn de liberalen van heden heel wat minder radicaal dan voor een 24tal jaren, en ten andere zijn de z. g. evangelischen heel wat verwaterd. Men moge verwachten, dat, als het op een stemmen aankomt, de evangelischen hun verleden niet zullen verloochenen, maar wij zijn hieromtrent zoo zeker niet.

Wat hiervan zij, 104 kerkeraden zijn door de I delegation liberale" uitgenoodigd om een afgevaardigde naar het scongres" te zenden, hetzij een predikant of een gemeentelid.

Reeds dat men op die uitnoodiging ingaat en aan het twisten is gegaan over de vraag, of het wel goed is dat slechts één afgevaardigde mag gezonden worden, of de predikanten daardoor op het congres niet de ovePhand zullen hebben enz. enz., achten wij bedenkelijk. Met geesten die loochenen dat Jezus is de Christus, mag men geen congres houden als het daarbij de belangen der kerk geldt.

Amerika.

De algemeene Synode der Geref. Kerk in N.-Amerika. Bovengenoemde Synode kwam in het eind van Juni te Grand-Rapids saim. De plaats van vergadering was het kerkgebouw van de eerste Gereformeerde gemeente te Grand-Rapids.

In de Gids werden de: broeders, leden der Synode, begroet als »hoogwaardigheidsbekleeders en meest geziene geleerden der Amerik. Geref. kerk" hetgeen ons niet aangenaam aandeed. Wij hebben in de Geref. kerken geen shoogwaardigheidsbekleeders", slechts ambtsdragers, al dragen zij den titel van hoogleeraar in de godgeleerdheid. Meer 'genoegen deed het ons te vernemen, dat de aftredende voorzitter Dr. Collier geen reden hield over den tekst:

Zoo dan mijn geliefde broeders, zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig in het werk des Heeren, daar gij weet dat uw arbeid niet te vergeefs is in den Heere. De Gids schrijft hierover:

Met groote bekwaamheid analizeerde spreker de deelen dezer Apostolische vermaning, zoodat de volle inhoud, kracht en beteekenis dezer verhevene woorden met klem en overtuiging uitgebracht werden. Verder paste spreker hel onderwijs dezer tekst toe, door de hooge waarde en het nut van zulk een Christelij ken wandel te beschrijven, tevens te waarschuwen tegen de verzoekingen hiervan af te dwalen door de dwaalleer der Moderne Critiek en valschelijk genaamde Wetenschap, en sloot met de welsprekende gedachte: sDiensvolgens, wanneer wij ons nu schikken tot de arbeid van een nieuw jaar, ter eere van onzen God en Zaligmaker, tot de bloei van de kerk in geestelijke kracht en schoonheid, voor de zaligheid der personen onzer eigene gemeenten, van ons land en geheel de wereld, teneinde zelven een vruchtbaar en gelukkig leven te leiden, en tot verkrijging van de hoogste belooning — een leven van onverderfelijkheid en heerlijkheid, hetwelk ons Christus' opstanding af beeldt en verzekert — kan er voor dit alles wel een bron van edeler inspiratie (opwekking) bestaan dan deze woorden te kennen geven, zoo dan, beminde broeders, weesl standvastig, onbewogen, altoos overvloedig in het werk des Heeren? "

Het doet ons goed te vernemen dat Dr. Collier zich zoo kloek tegenover de moderne critiek heeft geplaatst.

Aan het door Dr. Collier geleverde verslag over den_ toestand der Gereformeerde kerk, ontkenen wij het volgende:

Het aantal gemeenten werd dit jaar met 6 vermeerdert, zoodat het nu 618 bedraagt. Br zijn nu 652 geregeld opgeleide leeraars, dat met 11 _ is_ toegenomen; 9 candidaten voor de^ Evangeliedienst, welk nommer 11 lager aanwijst dan verleden jaar. Het geheel getal leden des genoo'schaps omvat 55, 934 huisgezinnen, een toenatie van 1142 aanwijzende. Het cijfer van die op belijdenis aangenomen waren bedroeg 582] of 402 minder dan in '94; 3123 werden toegelaten op kerkelijke "attesten, dat een vermindering van 278 aantoont. Van 't totale lidmaatschap zijn 2603 verleden jaar ontslagen, 147 afgesneden, 1654 gestorven, dat het geheele nommer thans op 103, 316 brengt, een aanwinst alzoo van 2505 leden. Het cijfer van gedoopte volwassenen beloopt 1389 en dat van zuigelingen 5837. De kerk bezit 892 Zondagsscholeii meteen leerlingenlijst van 116, 389. De bijdragen voor kerkelijke Hefdadigheidsdoeleinden bereikten de som van: $ 187, 234, en voor andere behoeften % 124, 063. Het bedrag gecollecteerd voor gemeentelijke belangen $ 1, 028, 366.

Sedert de alhier gehouden Algemeene Synode in 1884 is zij toegenomen met 78 gemeenten en 103 leenaars, dat een aanwinst van 19 pCt. beteekent. De vermeacdering van families wordt gestelt op 10, 536 of 21 pCt.; 176 Zondagsscholen met een totaal van 26, 000 er aan verbondenen, ee« toename van 26 pCt. De collecten voor godsdienstige en gemeentelijke oogmerken zijn vermeerdert met 23 pCt., het bedrag in specie zijnde % 94.000 voor eerstgenoemd en $ 90, 000 voor laatstgenoemd doel.

Eene kerk die ruim 12 raillioen collecteert en nog geen 56, 000 huisgezinnen onder hare schaduw vergaderd heeft, dwingt onze eerbied af. Gemiddeld moet dan elk lid, groot en klein ƒ 43 hebben bijgedragen. I-a. ons vaderland is men daar nog lang niet, al erkennen wij gaarne dat velen haast boven hun vermogen voor kerk en armen offeren.

In plaats van Dr. Steffens, die zijn ambt als hoogleeraar in de Theologie .had neergelegd, werd nu Dr. Winter gekozen en wel met 119 van de 156 stemmen.

WiNCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen