GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Klaarhamer schrijft over de Synode van Middelburg in de Utr. Kerkbode nog dit:

Wat men ook van de Synodale samenkomst der Gereformeerde kerken te Middelburg denke, < ? 2V zal toch ieder moeten erkennen, dat zij met grooten ernst de zaken behandeld heeft, die haar ter behandeling zijn voorgelegd.

Zij heeft den tijd genomen voor het »hoor" en swederhoor". Om tot in het uiterste het »voor" en stegen" te vernemen, heeft zij er niet tegen op gezien, om in de behandeling van sommige zaken de bespreking langer te doen duren, dan strikt genomen in zulk een vergadering noodig en betamelijk is.

Ons dunkt zoo, dat èn bij de behandeling van de voorgestelde hervormingen en verbeteringen der Theologische School èn bij die van de zaken der Zending had de praeses met volle recht dezen en genen het woord kunnen ontnemen, omdat wat hij beredeneerde, 'niets ter zake afdeed en eigenlijk het punt in behandeling niet raakte.

Tbch geschiedde dit niet. En 't komt ons voor, dat dit mede getuigt van het wijs en kloek beleid, waarmede de praeses zijn vooral ditmaal zoo ernstige en verantwoordelijke taak heeft vervuld.

Immers nu is er overvloedige gelegenheid geweest voor hen, die begeerden, dat de Synode anders mocht hebben besloten, dat zij nu besloten heeft, om aan te toonen, dat de Synode naar htm begeeren behoorde te besluiten, 07ndat wat zij voorstelden en wenschten, was naar Gods Woord en in overeenstemming met de belijdenis.

En evenzeer was er nu voor deze Broeders gelegenheid, om aan te toonen, dat, wat de Synode tegeit hm adviezen en wenschen besloot, was tegen het Woord en i/i strijd met de belijdenis.

En nu is dit het op77terkelijke feit, dat noch het een noch het andere bewezen is.

Men heeft het der Synode niet kunnen aantoonen, dat Dr. Kuyper en de vier Kamper Hoogleeraren en de Dienaren des Woords, die het in de begmselen met hem eens zijn en hetzelfde leeren, iets leert of leeren, dat in strijd is met het Woord en met de Belijdenis onzer kerken. Integendeel. Na eentweedaagsch debat hebben de vergaderde kerken in haar motie van vertrouwen het klaar en onomwonden uitgesproken, dat zij — wetende wat door deze hoogleeraren en leeraren geleerd wordt — overtuigd zijn, dat zij niets leeren, wat hen bestrafïelijk maakt, omdat zij niets leeren, wat tegen Woord en Belijdenis ingaat en wat-dus der kerke schadelijk zou zijn. Dit en niets minder, eer meer nog, is de beteekenis dezer motie. Hetgeen duidelijk is voor ieder, die het gesprokene in die vier zittingen der Synode nagaat en vooral ook acht geeft, op wat zoo kras en beslist staat uitgesproken in Bedums , aanklacht èn op wat drie jaren lang schier week aan week door de Roeper en andere bladen tegen dien Hoogleeraar en tegen die Leeraren is ingebracht.

En als men nu zegt: ja, maar de Synode heeft toch niet beslist, dat alleen voor het gevoelen van Dr. Kuyper plaats is in de Gereformeerde kerken,

wijl dai gevoelen wel en het andere niet conform Schrift en, Belij denis I zouji zij n!

Dan antwoorden wij: neen, fnatuurlijk1'niet. Dat had de Synode ook niet te beslissen. Dat was niet de zaak, die\voor haar gebracht werd.'E.n een kerkelijke vergadering heeft alleen te handelen over de zaak, diefjiaarivoorgelegd wordt.

't Is ook zeer de vraag, 'óf een ^Synode, (wie Vé'2« quaestie, ^f^i; tfi5beslissing werd, lvóorgelegd, daarop thans zou-kunnen en mogen ingaan.

Ons dunkt van »neen''.

Maar als men nu zegt, dat de Synode niet beslist gekozen heeft tusschen^de beidej^beginselen, dieièn bij Bedums aanklacht, èn bij de behandeling der wijzigingen in de »eigen inrichting", èn bjj de[behandelingllder Zending {in^ geding waren, dan ontkennen wij dit ten zeerste.

gJDe^Synode heeft wel ^terdege f gekozen.'^'Niet metfzooveel woorden (niet ipsis verbis) dit uitsprekende, | maar telken ; male in: schier elke beslissing dit metterdaad (de facto) klaar en duidelijk toonende.

En ook hierin alweer zeer correct handelend, want voor haar was'fniet gebracht de zaak, om tusschen twee wel geformuleerdejbeginselen te beslissen, maar •wel stond; zij jS bij»de behandeling der drie groote bovengenoemde zaken voor de vraag, ^of zjj bij haar besluiten zich door het eene of door het andere beginsel zou laten leiden. En terwijl nu de vorige Synode van '93 ten deze nietheth beslist en daarom ook geen enkele principieele besUssing nam, en schier elke zaak van eenig aanbelang voor haar opvolgster liet, daar heeft deze Synode niet alzoo gehandeld, maar|in alle zaken van gewicht/> rincipieel besUst en wel beslist naar die Schriftuurlijke Calvinistische beginselen, welke in de Drie Formulieren van Eenigheid en in onzejjKerkenorde hun uitdrukking vinden.

Dit is^het]opmerkelijke feit. Dit te ontkennen, is de beteekenis der openbare feiten te misduiden, ja die feiten zelf geweld|aandoen.

Terecht is op de Synode de opmerking gemaakt, dat er met deze Synode en hare besluiten een nieuw tijdperk^voorJ[onzeJGereformeerde [kerken isjaangevangen.

Het was de vraag: in welke koers, in welke richting zal het kerkehjk leven gaan?

Die vraag is in principe beantwoord. De koers is bepaald. En dit zonder dat een der Broederen heeft aangetoond, dat die koers niet naar't Woord en de Belijdenis is, terwijl de besUssende en koersbepalende besluiten alle behoorlijk uit Gods Woord en de belijdenis gemotiveerd zijn.

Dit is het opmerkelijke feit.

Dit is juist het uitnemende.

Als men tot de beginselen teruggaat, worden de geesten overtuigd.

Ook buiten ons land begint de Synode van Middelburg reeds de aandacht te trekken.

Dr. Jaeger schrijft er van:

Zunachst muss ich hervorheben, dass von Anfang an zwar, aber im Verlauf doch je langer je mehr es hervortrat, dass aUe Anwesende Einen Zweck und Ein Ziel v'erfolgten, namlich die Ehre des Herrn und das Wohl der reformirten Kirchen indenNiederlanden. Unter solchem einmütigen Streben konnte3[esTdenn auch nicht fehlen, dass sogar die schwierigsten Fragen einer ziemlichen Lösung naher gebracht wurden und die Gemüter selbst, die sonst noch wohl ziemlich getrennt waren, mehr Vertrauen zu einander gewannen und sich achten und lieben lernten.

Ferner zeichnete sich die Synode darin aus, dass man die Prinzipien reformirter Lehre und Kirchenordnung betonte und nach diesen Prinzipien überall da, wo bisher dieselben eingehalten, weiter bauen woUte, als auch da, wo man ein wenig von ihnen abgekommen, zu ihnen zurückzukehren suchte. Daher denn auch das Bestreben auf der Synode so deutlich zu merken war, in den reformirten Bahnen gehen zu wollen und sich auch in formeller Hinsicht streng zu halten an reformirte Kirchenordnung. Es wurde wohl öfter ausgesprochen, dass auch ein formeller Fehler sehr grossen Schaden bringen könne und man lieber woUe eine Sache noch unbehandelt lassen und die Prinzipien für eine gute formelle Behandlung untersuchen, als einen formellen Fehler zu machen. Es hat mir dieses sehr gut gefallen. Ich will nicht sagen, dass man in der Aengstlichkeit auch formell alles nach der Kirchenordnung zu machen nicht zu weit gehen kann, aber ich glaube, dass da mehr und grössere Fehler gemacht werden, wo man nur nach augenblicklichem Gutfinden, d. h. nach angeblicJten sachlichen Gründen, aber in Wirklichkeit 'doch auch viel nach subjectiven (eigenen) Gründen handelt, als wenn man auch alle Sachen nach einer vorgeschriebenen Ordnung und nach den in derselbenniedergelegten Prinzipien behandelt. Gewiss muss jede Sache , nach ihrem sachlichen Gewicht behandelt werden, aber dass kann doch nur, wenn man auch in dieser Hinsicht nach einem formellen einheitlichen Masstabe verfahrt, sonst ist alles so leicht der Willkür preisgegeben.

We danken Dr. Jaeger voor dit goede oordeel, dat hem zeker niet minder dan de Synode eert.

Ook hij is blijkbaar een Calvinist, die allereerst naar de beginselen vraagt.

Over het Besluit in zake de Opleiding schrijft het Geref. Volksblad van Ds. De Haas:

De Synode zag zich geroepen uitspraak te doen in zake de zuiverheid der leer;

geroepen, om de zaak van de opleiding van a.s Dienaren des Woords nu eens deugdelijk te regelen;

geroepen, om de lijnen te trekken waarlangs de arbeid in de Zending, inzonderheid onder Heidenen en Mohammedanen zal behooren te geschieden;

geroepen eindelijk, om, benevens in de zaak van artikel 13 der Dordtsche kerkenorde, in een aantal gevallen hei opzicht en de tucht in de kerken betreffende, een conform Gods Woord loopende uitspraak te doen en beslissing te nemen.

') Allereerst wil ik er op wijzen, dat nog niet zoozeer in den aanvang, als wel in het verdere verloop der Synode, het hoe langer hoe meer merkbaar werd, dat alle leden slechts één doel voor oogen hadden, namelijk de eere Gods en het welzijn der Gereformeerde kerken in Nederland. Zulk een eenheid van bedoelen moest wel ten gevolge hebben, dat zelfs de moeilijkste vragen tot eene redelijke oplossing gebracht werden, en dat de broederen, die tot dusverre in menig opzicht gescheiden hadden geleefd, elkander leerden waardeeren en liefhebben.

In de tweede plaats kenmerkte de Synode zich daardoor, dat zij de beginselen van de Gereformeerde Belijdenis en van het Gereformeerd kerkrecht voorop stelde, en voorts overal, waar deze beginselen nog niet tot genoegzame ontwikkeling waren gebracht, hunnen groei hielp bevorderen, alsook waar men hun spoor bijster was, tot de oude paden terug leidde. Daaruit verklaart zich dan ook het duidelijk merkbare streven der Synode, om de Gereformeerde lijnen zuiver te trekken, en ook in formeelen zin zich stipt aan de Gereformeerde kerkenordening te houden. Het werd dan ook meermalen uitgesproken, dat ook eene fout in het formeele zeer iiadeelige gevolgen hebben kan, en dat men daarom, liever dan zulk eene fout te maken, eene zaak voorloopig onbesproken liet, 051 eerst een onderzoek in te stellen naar den eisch der beginselen voor eene goede formeele behandeling.

Wel is waar, men kan in het streven, om in alles conform de kerkenordening te handelen, te ver gaan. Maar toch geloof ik, er meer deze en grootere fouten gemaakt worden als men, handelende naar den indruk van het oogenblik, aan eene zoogenaamde zakelijke behandeling, waarbij subjectieve beweegredenen dikwijls eene rol spelen, den voorkeur geeft boven eeneJ zoodanige, die bij alle zaken rekeking houdt met eene vastgestelde ordening en met de beginselen daarin uitgedrukt. Zeer zeker moet bij iedere zaak met hare zakelijke «beteekenis'rekening worden gehouden. Maar 'ditif^is alleen dan mogelijk, "^als; 'raenfook in dit opzicht, " formeel naar den zelfden maatstaf te werk gaat. Anders is het ten [slotte de vvillekeur, '^die zegeviert. En in al deze aangelegenheden heeft de Synode kloeke besluiten genomen. De zaak der opleiding is nu en zoo wij hopen voor een aantal jaren behoorlijk geregeld. Nog liever zouden wij gezien hebben, dat nu reeds de tijd rijp gebleken ware, om te komen tot één opleidingsschool voor al onze predikanten.

Inderdaad, hiermee zouden de Gereformeerde kerken stellig een som van meer dan dertig duizend gulden 's jaars zich gespaard hebben. Dertig mille. Geen kleinigheid. Hoe noodig konden zij gebruikt voor den zendingsarbeid onder Jood en Heiden.

Evenwel de kerken zijn voor dit kostelijke ideaal nog gewisselijk niet rijp.

Vandaar dat wel moet volhard in de bestaande tweeheid der opleiding, totdat de leden der kerken over 't algemeen de overtuiging ontvangen: die tweeheid moet een eenheid worden.

Laat ons hopen. Wij deden in deze drie jaren reeds reuzenschreden vooruit — dat de kerken zelve hier komen. Voor den Heere is geen ding onmogelijk. Drijven met geweld betaamt allerminst Dienaren van het Evangelie van Christus. Wij worden tot leiden en voorlichten geroepen.

Geven onze stemmen maar geen onzekeren klank!

De tweeheid in de opleiding bleef dus voorshands bestendig. Maar desniettemin kwam er nu een goede regeling tot stand.

goede regeling tot stand. De broeders deputaten ad hoc voor de opleiding kwamen met een plan, dat eigenlijk niets meer of minder inhield, dan de gelijkmaking van de Theologische faculteit der Vrij e Universiteit aan den gang van studie en examina, die gevolgd wordt te Kampen.

studie en examina, die gevolgd wordt te Kampen. Dat was niet recht.

Hun opdracht was een andere. Dordrecht had bedoeld meerdere gelijkmaking tusschen studie en examina aan beide inrichtingen van hooger Gereformeerd onderwijs.

En in deze lijn liep Middelburg. Het plan van deputaten werd ter zijde gelegd. En een ander plan, dat volkomen klopte met de Dordsche besluiten van 1893 •— en thans door de curatoren der Theologische school te Kampen aan de Synode voorgelegd was, met bijna algemeene stemmen aangenomen.

Een gezond plan.

Een kloek besluit.

Een besluit dat bepaalt, om aan de letteren te geven wat den letteren toekomt en cijnsbaar te maken aan de Theologische opleiding, wat der Theologische opleiding is.

M. a. w. aan de eigen inrichting der kerken te Kampen wordt van nu aan, een gezond opgezette, letterkundige voorbereidingsstudiegang gewaarborgd voor de toekomende Dienaren des Woords, onder een eigen hoofd, met eigen leeraren, alles ten bate van de Theologische opleiding der jongelieden, die met dat doel reeds op jeugdigen leeftijd als leerlingen aan ons kerkelijk gymnasium ingeschreven zijn. Wij noemen dit, nog eenmaal, een kloek besluit. Tot hiertoe was het altoos sukkelen met die literarische opleiding. Altoos een tweeslachtig ding. Geen visch en geen vleesch. De literarische opleiding wilde van de Theologische af, en zij kon er niet af. De leeraren, aangesteld voor die letterkundige opleiding, waren geen docenten aan de Theologische school en toch leden van het docentencoUege, zij het dan ook met adviseerende stem. De heusche docenten behoorden niet in het kader van eerstgenoemde leeraren en toch, hun Theologische studie werd voortdurend onderbroken met allen dag retourneerende literarische bemoeienissen. Men was docent en niet docent, leeraar en niet leeraar, behulpsel soms en toch in 't geheel geen behulpsel. In dit moeras heeft jaren lang de Theologische school vastgezeten. Jaren lang. En wie in dezen staat van zaken zijn opleiding heeft ontvangen weet zeer wel, dat wij thans er niet te veel op afdingen.

De methode deugde niet.

En die methode van studeeren, van meet af en tot op het candidaats eindexamen in de Theologie, is nu Gode zij dank eens goed, voor en naar den eisch|der, Gereformeerde beginselen te Middelburg, in elkander gezet. Wat reeds voorjaren twee moest geweest zijn, is dan nu eindelijk twee. Een jongen die te Kampen aankomt, is nu niet meer direct Theologisch student. Hij was het trouwens nooit, al droeg hij dien verheven naam ook. Maar hij heet het dan nu ook niet meer; daarbij, hij woont nu ook niet meer alleen op kamers, hij doet nu ook niet meer, dan aan zijn leven past, hij gaat geregeld naar school van 9 tot 4, loopti alle klassen van de gymnasiale afdeeling behoorlijk af, springt nu niet meer van de 2de in de 4de over om aan 't eind dier vierde klasse »literarisch" te doen. Hij leert nu studeeren, zoo voorbereidend Universitair maar mogelijk is. Dat is orde. Dat wil God de Heere. Wie anderen zal leeren moet zelf wat weten. En niet alleen wat weten, maar moet goed weten. De Bediening des Goddelijken Woords is de meest gewichtige van alls bedieningen onder de menschen.

De uitdeeling van het Woord Gods wordt denzulken toevertrouwd. Hoe?

Behooren zij, die hier voor meenen geroepen te zijn, dan niet een deugdelijken, trouwen, wel onderlegden voorbereidingscursus daarvoor te doorloopen?

Wie helaas hiertoe niet, in 't geheel in de gelegenheid er toe geweest zijn — ontdekken bij ervaring op lateren leeftijd eerst recht, wat zij missen, missen in en voor hun ambtelijken arbeid, praktische toerusting en dagelijksch nieuwe bemoeienis, : die zij zich zien voorgelegd.

De generale Synode nam een kloek besluit, om nu eens voor al, aan al dat halve, dat onprofijtelijke een eind te maken en te zeggen: voortaan zal de studie loopen geheel in de richting als de curatoren voorstellen, op initiatief van Dr. Bavinck.

. En zegge nu niemand, dat door dit besluit toch ouderen van jaren van de studie worden afgehouden, want deze opmerking is ook niet juist. Alleen worden nu veel meer jonge menschen, die reeds bij of boven de twintig zijn en een zeer klein ziertje aanleg voor de studie bezitten, terug gehouden.

Maar als gij even nadenkt, oordeelt ge zelf dan niet dat menschen met weinig aanleg, in 't geheel niet moeten studeeren voor het predikambt. Iemand zonder goeden aanleg om een bekwaam bouwkundige te worden doet immers veel beter, als hij nooit het bouwvak kiest?

En geldt dit nu reeds in ieder beroep van het maatschappelijke leven, eilieve, kan de dienst des Goddelijken Woords dan ooit gebaat door menschen zonder aanleg tot die studie?

Heeft iemand op rijperen leeftijd metterdaad dezen aanleg, dan komt hij wel het literarischen bergvlak over.

Mist iemand op dezen rijperen leeftijd den behoorlijken aanleg, dan heeft God de Heere hem ook niet bestemd voor het predikambt. Wien de Heere roept — ontvangt ook de gaven.

Edoch wat alles afdoet, de Synode heeft met haar besluiten in zake de opleiding, immers voor ouderen van jaren, heusch Singuliere gaven — menschen, den weg over artikel »ACHT" aan geen enkel kantje versperd?

We zijn het er geheel meê eens, dat de geheele vraag van meet af er op neerkomt, of men de beschikbare krachten verspelen mag.

En deze vraag raakt niet alleen de gelden., maar veel meer nog de mannen die God ons geeft.

De kerken toch, en zij alleen, dragen er de verantwoordelijkheid voor God voor, dat nu telkens twee mannen, de ééne te Kampen, de ander te Amsterdam hetzelfde doen., en dat ze hierdoor verhinderd worden de kerken, en in de kerken hun God, naar eisch des tij ds in de bijzondere studiën te dienen.

Doch gelijk men weet, wij houden ons voorshands buiten deze quaestie.

De kerken mogen toezien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1896

De Heraut | 4 Pagina's