GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk.

De Dreyfuszaak en de h z rotestanten.

Het schijnt dat de Dreyfuszaak al dreigt zij it te gaan als een nachtkaars, toch voor de ransche Protestanten eene gezegende vrucht al hebben. Althans in de Eglise Libre wordt ezegd, dat hetgeen met Dreyfus voorviel de eer van het algemeen verderf van den mensch, die ene leer ie zoo dikwerf verwaterd of geloo hend wordt, opnieuw bevestigt. Het blad her ' M tu o v d te e innert dat de Heere Jezus tot zijne apostelen heeft gezegd: „Zie, ik zend u als schapen midden onder de wolven, " en dat Paulus in den brief aan de Romeinen schrijft: „Hun keel is een geopend graf, met hunne tongen plegen zij bedrog, slangenvenijn is onder hunne lippen, Imnne voeten zijn snel om bloed te vergieten. Vernieling en ellende is in hunne wegen.' Er is geen vreeze Gods voor hunne oogen." Wanneer hetgeen men te Rennes gezien heeft, er toe leidt om het natuurlijk verderf dat in eiken mensch gevonden wordt te leeren kennen, dan is dit een gezegende vrucht voor het Fransche protestantisme, dat volgens ons lijdt aan groote oppervlakkigheid. De réveil in Frankrijk en Zwitserhnd begon met een ontwaking van het schuldbewustzijn, zoodat men in Napoleon een geesel Gods zag, die de volken had gestraft voor hun afval van den levenden God. Mocht nu aan het einde van deze eeuw het schuldbesef op nieuw wakker worden! Een wereld van ongerechtigheid werd in het proces-Dreyfus openbaar.

De heer Malzac, een hulpprediker schreef in het blad dat wij hierboven noemden, dat de a Fransche Protestanten zich met het oog op den v afloop van de zaak-Dreyfus hebben te veroot­ g moedigen. Hij vraagt zijn geloofsgenooten of er J wel waarlijk gebeden werd dat de gerechtigheid H zou triumfeeren. Ook moeten volgens den schrij­ n ver de Fransche Protestanten zich schamen omdat geen profeet onder hen is opgestaan. Onder de vrijdenkers zijn er mannen te vinden geweest, die opkwamen voor het recht en daarvoor wilden lijden; het is bekend met welk een passie de nationalisten den strijd hebben aangebonden en volgehouden. Doch uit de Protestanten is niemand opgestaan die belijdenis doende van den Christus, Frankrijk doorkruist heeft, zooals de heer F. de Pressensé het deed, om het te verkondigen dat er een rechtvaardige God leeft, en om er op te wijzen dat de hand des Heeren openbaar werd in hetgeen er geschied is. De redactie schrijft: Vele menschen roepen: Laat er rust komen. Inderdaad is Frankrijk kalm gebleven, en inderdaad zou de vrede zeer gewenscht zijn. Maar er is slechts ware vrede wanneer hij gegrondvest is op de gerechtigheid; en de toestand is ontzettend valsch. De generaals, die openlijk alle ge-r rechtigheid trotseeren, de hoogste magistratuur als eene oude idiote behandeld hebben, de afgrond die er gegraven is tusschen de natie en het leger, dit alles is zwanger van gevaren. Wij hopen van harte dat de harde lessen die het proces-Dreyfus aan het Fransche volk bracht, in de eerste plaats mogen ten goede komen aan de Gereformeerden!

Engeland.

aclaren's. „Van lang vers l vlogen dagen."

De Engelsche schrijver die onder den pseudoniem van Jan Maclaren schrijft, heeft na zijn ook door ons besproken werk: „Harten van Goud, " een nieuw werk in de wereld gezonden onder den titel van: „Vanlang vervlogen dagen, " in het Hollandsch vertaald door den heer W. van Nes.

De lectuur die Maclaren biedt is aangenaam en onderhoudend en wij kunnen ons voorstellen dat daarom datgene wat hij voorstelt er gemakkelijk ingaat, vooral in deze dagen nu zoo menigeen van de Christelijke leer slechts eene oppervlakkige kennis bezit. Daarom is het des te meer te betreuren dat Maclaren in zijn boek eene levensbeschouwing voorstaat, die in lijnrechten strijd is met de Christelijke. Het is niets anders dan eene variatie op het thema: „doe dat en gij zult leven, " en al zijn die variatiën dan ook zeer mooi, ze zijn voor hen die gemakkelijk medegesleept worden, omdat ze niet gefundeerd zijn in de gezonde leer, des te gevaarlijker. Met het oog op zooveel onzedelijks en walgelijks als ook de Nederlandsche pers bijna dagelijks onder de oogen van het publiek brengt, is de lectuur die Jan Maclaren biedt nog betrekkelijk gezond. Maar vraagt men ons of wij iet iets anders voor onze jongelingen en jongeochters begeeren, dan kan ons antwoord niet an toestemmend zijn.

Zoo vinden wij in „Van lang vervlogen daen" eene voortzetting van „Harten van Goud, " en verhaal van een postbode, die er geen geeim van maakte dat hij geregeld vier borrels aags en soms meer dronk, maar die ten koste an zijn eigen leven een klein meisje het leven redde. De predikant van de Vrije kerk werd evraagd, wat hij dacht dat er van den bode aan de andere zijde" geworden was. Het antoord luidde:

„Hebt ge wel eens gelezen, wat er gedaan zal orden met den man, die een van Gods kleinen rgert? "

„Zeer juist, " is het antwoord „een molensteen an zijn hals en in de diepte der zee." „Dan schijnt het mij toe, dat het met den ostbode goed moet zijn, " luidde het weerwoord an den predikant, „die in de diepte ging en en kind boven bracht ten koste van zijn leven n wiens engel steeds het aangezicht des Vaers ziet."

Hier wordt dus een predikant van de Vrije chotsche kerk in den mond gelegd, dat hij emand zalig spreekt, omdat hij een kind het even heeft gered, terwijl i Cor. 13 leert, dat et geen nuttigheid geven zal, al gaf men al ijn goederen aan de armen, ja al liet men zijn ichaam verbranden, indien de liefde van Chrisus wordt gemist.

In het aangehaalde boek van Maclaren komt ok de figuur van Milton voor, die de preeken an den dominee der staatskerk niet kan verragen omdat hij koude zedeleer verkondigde, erwijl hij die van den predikant der Vrije kerk venzeer verfoeide, daar hij valsche leer bracht. aar Milton wordt voorgesteld als een man die M h k d b l wel veel den godsdienst in den mond heeft, maar die in zijn dagelijksch leven een leugenaar en bedrieger is. Milton zal van zijn verkeerden weg worden teruggebracht — evenwel niet omdat God hem doet zien, dat hij een dubbelhartig mensch is, die den naam des Heeren door zijn huichelarij heeft, doen lasteren, die daarover zijn schuld voor God en menschen belijdt en daarvoor verzoening zoekt in het bloed des kruises — maar wijl hij ziek wordt en in die ziekte de hulpvaardigheid van de bewoners van het dal ondervindt. Nu is het zeer wel mogelijk dat iemand tot verootmoediging gebracht wordt, door het zien of het ervaren van de liefde, die onze medemenschen ons betoonen. Maar bij Milton is de uitwerking van de ondervonden liefde eene andere. Als hij hersteld is, kan hij de preeken van den predikant der Vrije kerk verdragen, komt hij op goeden voet met de leden der gemeente en zegt dat hij er om bidt om voor zijn sterven een oprecht man te mogen zijn. En de bewoners van het dal komen tot het inzicht, dat er zelfs in Milton een goed mensch stak.

Als dit niet is den weg der eigengerechtigheid aanprijzen, dan verstaan wij niets van de dingen van Gods koninkrijk. En toch wordt het in Engeland voor een evenement gehouden wanneer an Maclaren ergens eene preek komt houden. Het is alsof het Christelijk publiek de geesten

niet kan beproeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1899

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1899

De Heraut | 2 Pagina's