GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hall Caiae over toestanden in Egypte en Soedan.

(Slot.)

Het Madhisme is niet dood in Soedan, a heeft het een knak gekregen. Er gaat geen maand voorbij of er staat iemand ergens op die beweert dat hij een Goddelijke ingeving kreeg. Gewoonlijk beweert zulk een persoon dat hij Jezus Christus is, die volgens de Mahomedaansche leer, niet aan het kruis gestorven is, maar die iemand anders, die wonderlijk op hem geleek, voor hem deed sterven. De Christus deed dit om de eeuwen door te blijven leven en zijn werk waardoor hij de menschen tot gerechtigheid riep, voort te zetten, totdat de mensch vatbaar wordt voor het hoogste geluk dat voor de menschen bereikbaar is — wanneer het koninkrijk der hemelen op de aarde komt.

Het is te begrijpen, welke houding het Engelsche Christelijke gouvernement tegenover zulke personen aanneemt. Het ziet allen met argwaan aan, die scharen aanhangers rondom zich weten te vergaderen en het is te denken dat de Ulema's, de erkende Muzelmansche leiders, er niet rouwig om zijn, wanneer de regeering hen die zich voor den Christus uitgeven, tegenstaat. Dergelijke menschen mogen in het begin vredelievend optreden, de ervaring heeft geleerd, dat wanneer zij duizenden aanhangers hebben gekregen, de regeering met hen heel wat te doen krijgt. Voordat de regeering de hand op een dergelijken volksleider leggen kan, moet men kunnen aantoonen dat hij de een of andere misdaad heeft begaan, door bijv. het volk op te zetten tot opstand, door te beweren dat hij daartoe een bovennatuurlijke openbaring heeft ontvangen, of doordat hij bevel gaf tot het uit den weg rui men van ambtsdragers van den staat. Wanneer hij zich aan dergelijke zaken heeft schuldig gemaakt, hangt men hem op, of laat hem doodschieten of men verbant hem naar Wadi Haifa.

Dan gaat Hall Caine verder en beweert, dat wanneer het werkelijk gebeurde, dat Jezus in Soedan verscheen, en daar leefde gelijk Hij in Palestina geleefd heeft, en er dezelfde leer verkondigde die hij in Jeruzalem deed hooren, en met dezelfde kreten werd begroet als toen Hij opging naar Jeruzalem, en dezelfde antwoorden gaf als toen Hij voor den Joodschen raad stond — de Christelijke regeering van Soedan genoodzaakt zijn zou, Hem ter dood te laten brengen. Als een mensch zegt, dat hij een Goddelijke zending heeft te volbrengen ja wanneer hij zelf dit niet zegt, maar zijn volgers meenen dat hij een opdracht van God ontving, moet de regeering korte metten met hem maken. Er kan zich slechts één zijn gezag in een land laten gelden, en als het volk meent, dat het den boodschapper Gods in zijn midden heeft, dan wil het de dienaren van den staat niet meer gehoorzamen.

Ten slotte betoogt de schrijver, dat de Christus ter dood gebracht is door het antagonisme der Joodsche ijveraars voor de Mozaïsche wet. Deze hebben Hem valschelijk beschuldigd, dat Hij een opstandeling was tegen de Romeihsche regeering. Pilatus kon het idealisme dat sprak uit het Woord des Heeren: „Mijn koninkrijk is niet van deze wereld", niet verstaan. Toen hij boven het kruis schreef: „Jezus de Nazarener, de koning der Joden, " rechtvaardigde hij zijn doen. Het Joodsche volk hoorde Jezus gaarne en begroette Hem met luide Hosanna's toen Hij Jeruzalem binnentrok. Het Romeinsche rijk kruisigde echter Jezus, daartoe aangezet door een bedorven groep Joodsche priesters en oudsten, die door het volk, waren er geen soldaten geweest, gemakkelijk waren te overweldigen geweest.

Nu is Hall Caine van oordeel, dat al wordt Pilatus al meer dan twintig eeuwen veroordeeld, de Christelijke regeeringslieden in de Mahomedaansche-streken juist handelen gelijk hij, en dat, in aanmerking nemende de houding die de Engelsche regeering aanneemt tegenover vreemde volken die onder haar gebied staan, zij ook niet anders kunnen doen. Wanneer het dan moet toegestemd worden, dat de welvaart van een natie van haar religie afhangt, en men behoort te erkennen, dat wij als Christenen niet anders onder vreemde volken kunnen doen, dan hunne hoogste aspiration onderdrukken, heeft Engeland dan eenig recht, in Egypte, in Soedan en in Indië te zijn? Alleen dan heeft het daartoe recht, wanneer het een geheel andere politiek tegenover de onderworpen volken gaat volgen, dan tot hiertoe gevolgd werd.

Het beloog van den gevierden Engelschen schrijver gaven wij weder gelijk wij het vonden — zonder critiek, wijl daardoor een blik gegeven wordt op de Oostersche toestanden. Jammer, dat een man met de gaven van Hall Caine toont de geheel eenige beteekenis van den Christus niet te beseffen, zoodat hij de Christelijke religie zoo goed als op één lijn stelt met de leer van den valschen profeet! Het moet erkend: De Mahomedaan heeft een diep besef van de almacht Gods. Maar eenige dorst naar gemeenschap met den God des hemels en der aarde, wordt bij hem niet gevonden. Hoe zou het Mahomedanisme dan in staat zijn, de volken die voor den Islam gewon nen zijn, tot hooger leven op te heffen? Als wij slechts één Naam kennen die tot zaligheid gegeven is, dan heeft de heerschappij van Christenvolken over niet-Christennatiën alleen dan recht van bestaan, indien de Christelijke regeeringen die volken zoeken te dienen door hun het Evangelie van Gods genade in Christus te brengen.

Doch onderstel eens dat de Christelijke regeeringen zich uit het Oosten terugtrokken, zou er dan geen vreeselijke strijd ontbranden tusschen de fanatieke Mahomedaansche secten en de voorstanders van het officieele Mahomedanisme? Of zouden de Christelijke regeeringen vrijheid aan die secten moeten verkenen, om hun fanatisme te propageeren? Zou niet veeleer de roeping der Christelijke regeeringen daarin gelegen zijn, om de Kerk van Christus ruimte te geven voor de verkondiging van het Evangelie?

N.-Amerika. Eene Presbyteriaansche gemeente.

Men zond ons eenige nummers van het orgaan der First Presbyterian Church te Seattle,

Washington. Deze gemeente wordt gediend door een predikant en twee hulppredikers; zij bezit bovendien zes predikanten voor de inwendige zending, terwijl twee dienaren in de Heidenwereld arbeiden ; een hunner is zendeling in China, de andere werkt onder de Japanneezen die zich in Seattle bevinden.

De Godsdienstoefeningen hebben te 11 ure V. m. en 8 ure n. m. plaats. Het programma van de morgen-Godsdienstoefening luidt aldus:

„Preludium van het orgel — „Allegro"... Lemarc Lofverheffing.

Votum.

Gezang 492.

Voorlezing uit de H. Schrift.

Gebed. Het onze Vader (niet geaccompagneerd) Gewijde zang. Koor en Soli, Love Divine". Gezang 541.

Offertory. Duet voor alt en sopraan, „My Saviour as Thou Wilt"... Schlesinger.

Prediking — „Het Koninkrijk alleen bestaande uit menschen die het woord doen.”

Zegen.

Gezang bij het verlaten van de kerk 631.

Naspel van het orgel — improvisatie.”

Voor de avond-Godsdienstoefening is het programma ongeveer hetzefde.

Behalve deze Godsdienstoefeningen, wordt er te 9.45 eene Zondagsschool gehouden, op hetzelfde uur een Bijbel-club voor jongelieden en een Bijbel-dub voor jonge meisjes. Te 10 ure is er een Bijbel classe voor aankomende mannen. 10.40 Samenkomst voor jonge kinderen. II.— Kindergarten voor kleine kinderen. 12 30 Middag-Bijbelklas. 5.30 Evangeliseerende classe. 6.15 Bidstond van de Christian Endeavour Society.

Door de Christian Endeavour Society worden bovendien nog meetings gehouden, en wel te 3.— n, m, voor de Junion-Dorcas tak; te 6 30 vergaderen nog in afzonderlijke lokalen de St. Andrew's, de St. Lukas', de St. Paulus' en Petrus' tak.

Ook vindt men een opgaaf wie de solozangers zijn en uit hoeveel leden het koor bestaat. De organist en dirigent van het koor is Dr. Frank Wilbur Chace, dien men eiken dag in de zaal waar het koor zich oefent, op bepaalde tijden kan spreken.

Kinderen kunnen eiken Zondag te 10.10 des voormiddag en te 12.30 des namiddags gedoopt worden. Zij ontvangen dus het heilig sacrament niet in het midden der gemeente.

Voorts wordt er een opgaaf gedaan van de adressen van den penningmeester der kerk, van den secretaris van den kerkeraad, van den voorzitter van het college van kerkvoogden (Trustees), van den voorzitter en den secretaris van het college van diakenen, van den voorzitter van de vereeniging „The Brotheihood", van de Sociologische vereeniging, van den superintendent van de Endeavor Society voor jongeren, van de superintendente van de „Zonneschijn Vereeniging" (Sunshine Society), van den Superintendent voor de „Primary Department", van den Superintendent van de Zondagsschool, van de Zondagsche Kindergarten, van den leider van de Zending onder de Cbineezen, van het adres voor ziekenverzorging en tenslotte van het adres van den koster doodgraver.

Deze gemeente heeft 5000 Avondmaalgangers en is dus wel in staat om het een en ander ten uitvoer te brengen.

Al is het dat wij het betreuren, dat de Godsdienstoefeningen het eenvoudig Apostolisch karakter verloren hebben, toch verheugt het ons dait deze kerk de hoofdwaarheden der belijdenis vasthoudt. De predikant der gemeente sprak dezer dagen in de „Brotherhood Convention". „De Godheid van Christus, Zijn opstanding, de wederkomst des Heeren, - de rechtvaardigmaking, de wedergeboorte door den Heiligen Geest en de heiligmaking en de heerlijkmaking van de kerk, zijn de groote leerstellingen die voortdurend behooren gepredikt te worden. Deze leerstukken moeten, het spreekt van zelf, voorafgegaan worden door de leer van berouw, van rechtvaardigheid, matigheid en een toekomend oordeel.

Hoe moet dit geschieden? De kerk moet stil staan en wachten op een tij \ van boete, op de werking van den Heiligen Geest. De kerk moet den tijd nemen om heilig te zijn. Zij kan God niet dwingen; zij moet op zijn tijd wachten, op zijn welbehagen, op zijn leiding, en haar wil moet gebogen worden onder den wil van onzen Heere en Heiland, Jezus Christus.

Spreek over de evangelisatie van de wereld! Deze kan niec geschieden, wanneer wij niet gelooven in Jezus Christus den Zone Gods, Zij kan niet geschieden wanneer wij met het Kruis van Christus prediken. Dit kan niet gebeuren wanneer onze liefde tot Hem niet een allesbeheerschende liefde voor de zielen in ons eigen hart werkt.”

In een andere toespraak spreekt de prediker den wensch uit, dat de arbeid der kerk dien van alle Christelijke vereenigingen overbodig maken zal.

Bij zooveel afval als er onder de Presbyteriaansche kerken op te merken is, doet het goed te zien, dat er toch ook nog kerken zijn, die door de „down grade"-beweging niet werden medegesleept.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 september 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 september 1909

De Heraut | 4 Pagina's