Leestafel.

1. BREDÉE'S KINDERLECTUUR.

Wij ontvingen van J. M. BREDÉE'S BOEKHANDEL EN UITGEVERS MIJ. TE ROTTERDAM een aantal kinderwerkjes waarop ik hier gaarne de aandacht vestig.

Allereerst de serie BIJBELSCHE VERHALEN naverteld door ALETTA HOOG. 'n Twaalftal aanbevelenswaardige boekjes, die, mee door hun kleurige plaatjes op den omslag en hun teekeningen tusschen den tekst, kinderen er licht toe zullen brengen om ze te lezen en alzoo wat de schrijfster, op voor hen bevattelijke wijze, navertelt, in zich op te nemen. De serie bevat uit het O. T. de geschiedenis vanMozES, DAVID, SAUL, SAMUEL, JOSEF en van DANIËL EN ZIJN VRIENDEN; van de Evangeheverhalen: UIT JEZUS BARMHARTIGE LEVEN, DE GROOTE MEDICIJNMEESTER, DE SAMARITAAN (déze en andere gelijkenissen) ; GEHOLPEN DOOR JEZUS (wonderverhalen), EEN WONDERVOL LEVEN (enkele trekken uit het leven des Heeren). en de geschiedenis van PETRUS.

Maar ook zond ons Brédee van E. GERDES' bekende kinderverhaal: DE JANSENS EN DE MAARTENS een tweeden druk en verder verhalen van ALCOCK, HOOGENBIRK, BOKMA EN JOHANNA BREEVOORT.

Laat mij, al behoort het nu niet tot de rubriek KINDERLECTUUR, hier tevens de aandacht vestigen op den zeer bruikbaren en fraai-uitgevoerden VERJAARDAG-KALENDER, van BREDÉE. 'n Prachtmiddel tegen het vergeten van verjaardagen en de daaraan vaak verbonden minaangename gevolgen.

2. J. BRESSEN. TWEEËRLEI KERSTDAG. Nijkerk, G. F. Callenbach.

Voor zoover dit prettig geschreven, ' kerkhistorisch werkje onder de rubriek kinderlectuur valt, is het van de zooeven door mij vermelde boekjes ook hierin onderscheiden, dat het bestemd is voor oudere kinderen.

MEJ. BRESSEN geeft hier, met groote kennis van zaken, een familieverhaal uit het Amsterdamsche volksleven ten tijde der groote Reformatie in de 16e eeuw.

Op den Kerstdag van 1531 is het gezin nog, te AMSTERDAM, in den tijd van gisting en strijd, en op den Kerstdag van 1535 te EMDEN onder het gehoor van het «aloude en toch altijd nieuwe Kerst-Evangelie*.

Een mooi boekje, dat bij de jeugd de liefde voor het gereformeerde Geloof kan sterken. De uitbeelding van de besneeuwde «Oude Kerk« te Amsterdam op den omslag, is even fraai als de plaatjes in het boekje.

3. JOH. H. BEEN. HISTORISCHE FRAGMENTEN. Nieuwe Bundel. J. M. BREDÉE'S Boekhandel en Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam.

De verdienstelijke Archivaris van DEN BRIEL biedt zijn landgenooten in dezen nieuwen bundel een 16-tal betrekkelijk korte historische opstellen, die hij bescheidenlijk als fragmenten betitelt en welke saam een' kloek boekdeel van 294 bladzijden vormen.

Een kostelijk boek voor liefhebbers van de vaderlandsche geschiedenis. Op populaire wijze heeft de heer BEEN in deze opstellen verwerkt wat vrucht van bronnen-studie is, en vooral deze laatste omstandigheid geeft zoo groote waarde aan zijn boek. Zijn opstellen staan toch in enger of ruimer zin in verband met het verleden van DEN BRIEL, de stad, die hem zoo lief is en wier geschiedenis hij zoo door-en-door kent.

Bronnen-studie,

Ik dacht er aan toen ik op p. 56, in het opstel HOOGER-OP ! dat over WILLEM II handelt, las van het perkament bij de «Pillegave» der Staten-Generaal voor den vorstelijken doopeling, dat in de gouden doos zat, die de heeren afgevaardigden aan FREDERIK HENDRIK overhandigden. Wel niet over dat stuk, maar over zoo'n stuk schrijft hier de man van het vak: »Maar het zijn regels, die over de geheele lengte van zulk een rechthoekig en zeer langwerpig perkament loopen, terwijl zij bovendien dicht op elkaar geschreven staan. Als men het gauw wil lezen, moeten de oogen een heele wandeling maken, en dan merkt men aan het einde wel eens, dat men aan den volgenden regel bezig is, omdat de oogen 't niet uithouden kunnen zoo langs één lijntje te loopen. Gelukkig staat gewoonlijk de hoofdzaak er met wat grootere letters in«.

En bij die bronnenstudie is de heer BEEN zulk een opgewekt verteller.

Laat mij als proeve daarvan iets afschrijven uit: VAN EEN HELD, DIE TE LANG LEEFDE. Het is de geschiedenis van ROCHUS MEEUWISZOON, den Brielschen timmerman, die bij zijn heldendaad svoor geheel zijn volgend leven gebrekkig geworden», toen hij tot armoede was vervallen, door de Staten van Holland met een jaargeld van 75 gulden en door de Heeren van DEN BRIEL met hët baantje van portier van de Lange Poort, dat 35 stuivers in de week gaf, werd afgescheept.

Hij, de redder van de stad.

»’tWas«, — zoo vertelt BEEN de heldendaad, »de waterwind, die in stormvloed de lichtgroene golven der Noordzee het breede zeegat injoeg en de havens van Den Briel deed vullen, dat zij aan weerskanten overliepen. Eén sluisje keerde die geweldige massa water van den polder, waarin de strijd plaats greep.

De bijl, waarmede hij gestreden had, tusschen de tanden geklemd, springt die eene man van den wal in de Vest, zwemt haar in een paar krachtige slagen over, rent naar het sluisje, dat hij in 't gezicht van den vijand met zijn bijl versplintert. Reeds is hij opgemerkt. Nog niet ten volle begrijpt de vijand al het ontzaglijke van wat die eenzame man daar bezig is te volbrengen. Maar reeds jagen de kogels zijn richting uit«. Een gekraak, een gesplinter.... een paar seconden nog van bange onzekerheid.... maar dan. God zij dank, het sluisje bezwijkt.

En nu als juichend, bruist het smaragdgroene water der Noordzee, Het »levenswater* der vrije Nederlanden, door die nauwe opening*... En dan, aan het slot, het ethousiasme waarmee de heer BEEN zegt: »Het is een der heerlijkste getuigenissen uit mijn leven dat ik belijden mag daar niet in te hebben berust*. Dit daar geldt de omstandigheid, dat in .1872 RocHus MEEUWISZOON niet zou worden herdacht. Door een krachtig beroep van den heer BEEN op het jonge Nederland mocht het echter na jaren gelukken, in een der kerkramen een eenvoudig medaillon aan te brengen, waarop de heldendaad is afgebeeld, met het onderschrift:

Aan Rochus Meeuwiszoon

Het jonge Nederland 1911.

Een rejiroductie van dit »medaillon in een der ramen van de Sinte-Catharinekerk te Brielle* staat tegenover het titelblad afgedrukt.

Het is te verstaan, dat deze tweede bundel HISTORISCHE FRAGMENTEN door ons publiek met evenveel waardeering zal worden ontvangen, als de eerste, die hier vroeger ook door mij is aangekondigd.

4. J. H. LANDWEHR. HANDBOEK DER KERK­ GESCHIEDENIS. Nieuwe Kerkgeschiedenis. Rotterdam. D. Bolle.

Aan den verdienstelijken beoefenaar der Kerkgeschiedenis, den Rotterdamschen Predikant J. H. LANDWEHR, is het, te midden van zijn veel omvattend ambstwerk, gelukt hiermede zijn veelszins voortreffelijk compendium te voltooien.

Dit laatste deel behandelt de Kerkgeschiedenis der 19e eeuw tot heden en wel a. De Roomsch-Katholieke, d. De Grieksch-Katholieke, c. De Luthersche kerk, d. De Gereformeerde kerken, onder e. De afwijkende groepen en de Secten, en onder/. De Zending.

Een van de niet geringe voordeden welke dit Handboek boven de andere, met name Duitsche compendiën, biedt is, dat er aan de geschiedenis der Gereformeerde kerken in Nederland, Noord-Amerika en Zuid-Afrika een veel grootere plaats is ingeruimd en het daardoor voor Gereformeerde studenten in bruikbaarheid wint.

Ik kan het aan de heeren dan ook als hulpmiddel bij hun kerkhistorische studie ten zeerste aanbevelen.

Het boek is in alle opzichten up-to-date.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen