GEMENGD NIEUWS.

Hindflcsch Diakonesseiihiiis. Het Hindoeismc zoekt, evenals het I5oedhisme, de kracht van de propa-^ ganda voor het Christendom te breken, door het tiabootscn \'an Christelijke' inrichtingen, Zoo is van

Hindoesche zijde te Puna een diakonessen-inrichting gesticht onder den naam van »Sara Sadana«, d.i. huis des dienstes. Een rijk Hindoe gaf daarvoor /• 240.000. De zusters die in deze instelling gevormd zijn, moeten zich in de eerste plaats het lot der armen en kranken van de lagere kasten aantrekken. De oprichter der inrichting heeft uitgesproken, dat althans in het begin, de leiding van eene Europeesche Christelijke vrouw noodig is. Niet alleen daarin, maar ook in het geheele ontwerp van de stichting, ligt eene erkenning van datgene, wat het Christendom op het gebied der weldadigheid en op het terrein van het sociale leven tot stand bracht. De Hindoes schijnen dus van de belijders van den Christus te willen leeren. Tot hiertoe hebben in Indië mannen en vrouwen, die tot de hoogste kasten behoorden, zich niets aangetrokken van hetgeen den lageren kasten wedervoer.

Het zal leerrijk zijn te zien, hoever het Hindoeisme het in dit streven, dat hem tot hiertoe zoo vreemd was, brengt.

Eé'n predikant die zijn ambt verlaat, Het gebeurt niet dikwijls, dat een predikant zijn ambt neerlegt omdat hij overtuigd is, dat hij daarin niet op zijn plaats is; en het is nog zeldzamer, dat zulk een predikant aan zijn gemeente verklaart, waardóór hij zich genoopt zag niet langer als herder en leeraar te kunnen werkzaam zijn. In Engeland heeft zulk een droevig geval plaats gehad; met een gemengd gevoel van medelijden en achting lazen wij de volgende belijdenis: «Ofschoon ik weet wat van een bedienaar van den Godsdienst geeischt wordt, moet ik nu met leedwezen erkennen, dat ik daaraan niet kan voldoen, omdat mijn persoonlijk geloof niet vast of sterk genoeg is. Ik moet belijden dat mijn kennis en ervaring van God en van de macht van Jezus Christus zoo klein en zoo zwak zijn, dat het mij onmogelijk is langer op te treden als iemand, die kan overtuigen. Ik behoor in staat te zijn hen te troosten die bedroefd zijn; ik moet in staat zijn de zieken en stervenden in den naam des Heeren bij te staan, en dit vermag ik niet. Ik ben machteloos, eenvoudig omdat ik voor mij zelven niet de godsdienstige ervaring heb die ik zou moeten bezitten om in staat te zijn die anderen in te boezemen».

Wij dachten bij het lezen : als deze leeraar ge dragen was door zijn gemeente op de vleugelen des gebeds, zou hij dan deze belijdenis hebben laten hooren? En indien deze leeraar zich bewust ware geweest dat Bileam een profeet en Judas een apostel was, al hadden zij persoonlijk geen deel aan de heilverborgenheden Gods, ja al waren zij in hun hart vijanden van God en Zijn dienst, zou hij dan zijn ambt hebben moeten neerleggen, omdat hij tot de ervaring kwam dat zijn geloof te zwak was ? Zou er dan geen reden geweest zijn om den Heere te vragen : «vermeerder mijn geloof?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen