GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De Geest des raads en der sterkte”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Geest des raads en der sterkte”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

[PINKSTEREN 1915].

En op hém zaï de Geest des HEEREN rusten. De Geest der wijsheid en des • verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennisse en der vreeze des HEEREN. Jesaja 11 : 2.

In Gods heilig Woord verschijnt de Heilige Geest als gekenteekend door het zevental.

Het is'op het '»rijsken uit Jsrael's afgehouwen tronk", zoo profeteert Jesaja, dat de Geest des Heeren rusten zou, één in zijn wezen, en in driemaal twee krachten uitgaande.

Het eerste tweetal zou zijn tde Geest der wijsheid en des verstands." «Wijsheid" beduidt hier het vermogen om, door den schijn heen, het wezen te zien, en «verstand» de bekwaamheid om het ééne wezen in de veelheid der verschijningen te ontwaren. Zoo met het oog op den mensch beduidt «wijsheid» hier, den mensch in zijn wezen te doorzien als geschapen naar Gods beeld, en beteekent «verstand» het doorgronden van de enkele kinderen der menschen afzonderlijk, in wier bestaan de rijkdom van het menschelijk wezen uitkomt.

Daarna komt het tweede tweetal Geesten, aangegeven in deze woorden iJDe Geest des raads en der sterkte f.: , doelende, niet op ons denken en peinzen, maar op wat we beramen, doen en uitvoeren, kortom, op ons practisch bezig zijn. In nood is er behoefte aan raad. In ieders leven komt 't er op aan, 'dat men weet raad te schaffen, een besluit weet te nemen; en dat men, is dit besluit genomen, weet door te tasten, om wat ge bij u zelven besloten hebt, nu ook door te zetten. Vandaar hier tweeërlei Geest. De Geest die raad geeft, en sterkte leent om den raad uit te voeren. Raad en daad saélm.

En dan volgt ten slotte het derde tweetal: •iDe Geest der kennisse en der vreeze des Heeren.i. duidende op dé werking des Geestes, die ons in de gemeenschap met onzen God doet leven. Zoo ge wilt, onze religie, ons leven voor en met God. «Kennisse» doelt dan op de proefondervindelijke kennisse Gods, uit het liefdeleven met onzen God ons toevloeiende, en de «vreeze des Heeren» is dan het uitvloeien van onze liefde voor God in aanbidding en in toewijding.

In de Openbaringen van Johannes heet 't van deze zeven Geesten, dat er de Troone Gods was, en dat voor dien, Troon de zeven heilige lampen hingen en haar glansen uitstraalden, en dat deze zeven lampen waren «de zeven Geesten Gods.»

Aan de zeven (ïemeenten, . voor welke Johannes de zeven brieven ontving, wordt toegeroepen: Genade zij u en vrede van hem die is, die was en die komen zal, en van de zeven Geesten., die voor zijnen Troon zijn". En van het Lam, dat als geslacht stond voor het midden van den Troon, lezen we dat het ^zcoen oogen" had, en dat deze zeven oogen waren de ^ zeven Geesten Gods", die uitgezonden zijn in alle landen. En dit alles terugslaande op wat reeds Zacharias, de profeet, aan Israel, voorzegd had van Messias, die de steen zou'zijn waarop de Tempel rustte, »en op dien steen, zoo profeteerde hij, zulkn zeven pogen wezen''. En nogmaals heet 't in Zach. IV : 10, dat de zeven-Geesten zijn »de zeven oogen des Heeren, die het gansche land doortrekken". Die zeven Geesten waren reeds verzinnebeeld in de zeven lichten, die in de kandelaren van den Tabernakel opvlamden. Eu in dit alles spreekt deze ééne gedachte, dat er in de, werking des Heiligen Geestes rijke veelvoudigheid is, maar gebonden aan het heilige zevental; dat het de Heilige Geest is die in deze zevenderlei werking over de Schepping is uitgegaan; en "dat Christus als in haar middenpunt rust en steunplaats vond. En ten leste dat op den Pinksterdag deze zeven Geesten over de in zijn bloed gekochte Gemeente zijn uitgegaan.

Gaat ge nu die zeven Geesten in stillen ernst na, dan ziet ge dat 't al in ons één moet zijn, ons bewustzijnsleven, ons practisch leven, en ons religieuze leven, en dat ons leven in al deze drie vormen saam door den Heiligen Geest beheerscht moet zijn.

Niet dus velerlei geleerdheid opzamelen, en velerlei practisch werk doen, en als dit alles voleind is, ook nog een leverï in verborgen vroomheid zoeken, en daarover dan, en daarover alleen den Heiligen Geest inroepen; maar omgekeerd, en heel anders, geheel ons leven in zijn drie uitingen onder de inspiratie en de tucht van den Heiligen Geest stellen. Uit den Heiligen Geest onze kennis in de wereld van onze geleerdheid. Uit den HeiUgen Geest evenzop ons inzicht in wat ons practisch te doen staat, e.n daar naast de kracht en sterkte om het te volbrengen. En-dat ge dan ? erst, als in deze beide stukken van uw leven de Heilige Geest tintelt, als vrucht hiervan uw zoo zalige gemeenschap niet uw God uit de liefde van dien Heiligen zult Geest indrinkcn.

Dus niet denken en werken zooals de mannen der wereld, en dan dat op den Pinksterdag de uitstorting van den Heiligen Geest daarbij komt., en in u een vromer gevoel doet opwellen, maar de zeveti werkingen van den Heiligen Geest tot in het middenpunt van uw zielsleven laten indringen, en dan uit dat middenpunt van uw zielsbestaan, die seven werkingen des Geestes heel uw leven doen verrijken en bezielen.

Niet om nu voortaan over den Heiligen Geest te mijmeren en te peinzen, en uw beroep in 't leven als bijzaak te beschouwen, maar om juist in een daadkrachtig leven te toonen, tot wat kloekheid, krachtsbetoon en vruchtdragenden ijver u die werking van den Heiligen Geest in staat stelt.

Vooral op «dien Geest des Raads en der Sterkte» komt 't hier aan.

In methodistisch dwepen is maar al te vaak het gezinsleven, het wereldsch beroep, de gewone burgerplicht veracht en verwaarloosd, om zich eeniglijk en geheel aan een heiliger dienst te wijden; een euvel dat van ouds opzettelijk door de Calvinisten gemeden werd. Vandaar dat 't Methodisme in het practisch leven zoo luttel weinig uitricht, terwijl omgekeerd het Calvinisme in de dagen onzer vaderen zoo rijke en veelzijdige ontwikkeling betoond heeft op elk gebied van 't leven, in wetenschap en kunst, in handel en nijverheid, in ons huiselijk, maatschappelijk en in ons nationale leven, en zoo hier, als in Schotland, èn in Amerika zoo ongeëvenaarden impuls gaf. Geen scheiding. Een leven, niet naast het leven der bidcel. Gebed en leven éen.

Als niemand raad wist, wisten onze geestelijke vaderen raad, omdat de Geest des raads hun deel was. En als ieder ander de handen slap het hangen, gingen de Pelgrimsvaders allen vooruit, omdat hunner de Geest der Sterkte was.

Alle slapheid van geest vloekt tegen den Pinksterzegen.

Gedurig werd 't van Godswege aan Israël toegeroepen: Zijt sterk en Hij zal ulieder hart versterken». De profeet riep: Wees sterk en vrees niet». En zoo kUnkt 't ons gedurig in de heilige bladen toe. «Wees sterk en heb goeden moed!" Het komt er tot twaalf malen toe voor. Zie 't maar in uw Trommius. In Jozua 23 : 6 heet 't zelfs: Wees zeer sterk»! In Samuel: Laat uw hand sterk zijn en zijt dapper»! Dan weerklinkt het: Wees sterk en wees een man»! Zevenmaal: Zijt sterk en doe het»! Soms ook: Wees sterk en laat uw hand niet verslappen»! Zelfs aan Zerubbabel wordt het toegeroepen: Doch nu wees sterk, gij Zerubbabel»!

Alzoo één doorloopend protest tegen die slapheid van geest, die altoos onbezonnen is en geen raad weet, en eveneens een ernstig protest tegen die slapheid in het handelen, die niet doortast en bij de pakken blijft neerzitten.

Altegader oproepingen om moedig en sterk te zijn, niet door zich voor een oogenbKk aan te grijpen en te denken: «Nu zal 'k toch eens»! Zoo iets toch is niets dan opwinding voor het oogenblik en een o verprikkeling, waarop veeleer nog droever inzinking volgt.

Neen, alleen door de inwerking vanden Heiligen Geest kan Salomonische bezonnenheid en die wilskracht en dat moedsbetoon van een David u toekomen.

Ga daarom van uw Pinksterfeest ook ditmaal heilige zin met u 't leven in, maar zij 't bovenal raad en daad ook voor u van den Geest des Heeren afgebeden.

De Pinksterzegen is ons niet alleen voor de V bidcel geschonken, maar moet uit de bidcel heel 't leven in ons bezielen, richten en doen glanzen van heilige kracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's

„De Geest des raads en der sterkte”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's