GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 13

Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

17

zonder voorwaarde te onderwerpen heeft; deze is eenc deugd, die in den mensen zelf aan dien plicht beantwoordt en hem tot vervulling daarvan genegen en bekwaam maakt. Gelijk subject en object steeds aan elkander beantwoorden moeten, om op het uitgebreide veld van kennen en kunnen iets tot stand te brengen, zoo is zulk eene overeenstemming ook op het terrein der religie noodzakelijk. Wij zien een voorwerp alleen, als dezelfde zon dat voorwerp en ons oog verlicht. E r komt alleen kennis en wetenschap in ons bewustzijn tot stand, als de zon der waarheid tegelijk de wereld van het zijn en de wereld van het denken bestraalt. E n zoo ook is er eerst van echten godsdienst sprake, als Gods gebod en onze lust, als plicht en deugd, als wet en neiging samenvallen. Daarom geeft God ons dan ook te gelooven, dat de mensch oorspronkelijk naar Zijn beeld werd geschapen. De godsdienst is niet later als een donum superadditum aan den mensch toegevoegd, noch ook uit eene toevallige combinatie van verschillende niet-godsdienstige voorstellingen en aandoeningen ontstaan, maar hij is met den mensch zelf gegeven. De mensch is van zijn allereersten oorsprong af, omdat hij mensch is, omdat hij naar Gods beeld is geschapen, een godsdienstig wezen. God te kennen en te dienen, het is zijn schuldige plicht, maar het behoort ook tot zijn wezen, het is, in zoover hij mensch is, zijn lust en zijn leven. Zijn hart is tot God geschapen, en het rust niet, voordat het rust gevonden heeft bij Hem. Een ongodsdienstig mensch is krank van ziel. De kennisse Gods is de gezondheid van den mensch. Wel is deze religiositas, deze godsdienstige gezindheid, bij den mensch door de zonde bedorven, zoodat hij zelfs het kennelijke Gods uit de werken Zijner handen in de natuur 2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's