GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De energetische Beschouwing der Levensverschijnselen - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De energetische Beschouwing der Levensverschijnselen - pagina 19

Openbare les aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19 waarden de levende substantie van alle dieren eene gelijke mate van energieomzetting zouden vertoonen. RUBNER ) meent deze uniteit te kunnen aannemen op grond der betrekkelijk geringe verschillen, welke de energiewisseling van verschillende dieren vertoonen bij gelijke temperatuur, mits deze dieren ook van gelijke grootte zijn. In hoeverre deze uniteits-hypothese op voldoende experimenteele feiten is gegrondvest, willen wij hier niet overwegen. Alleen verwijs ik nog naar de interessante en zéér exacte onderzoekingen van T A N G L , welke een uniteits-hypothese schijnen te ondersteunen. T A N G L ) onderzocht hoeveel arbeid er verbruikt werd bij de ontwikkeling van verschillende dieren uit het ei. Het bleek nu, dat de vorming van een gram levende substantie van een kip en van een zijdevlinder gelijke hoeveelheid energie vereischt. De vergelijking der energiewisseling van verschillende dieren leerde, dat bij warmbloedige dieren eener zelfde diergroep de kleinere exemplaren steeds een relatief sterker energie hoeveelheid verbruiken, dan de grootere, maar dat per oppervlakte eenheid berekent het energie-verbruik gelijk is. Men meende, dat deze oppervlaktewet ook geldig was voor de koudbloedige dieren, maar hoewel uit alle onderzoekingen blijkt, dat ook hier de kleinere exemplaren per gewichtseenheid een veel sterker stofwisseling hebben dan de groote, kon ik toch een evenredigheid van energiewisseling en oppervlakte der dieren niet vaststellen. ) Het verschil tusschen groote en kleine dieren heeft dus een anderen grond (blijkens mijn onderzoekingen ten deele nerveuse regulatie, ten deele in verschil in weefselademhaling gelegen) maar dit verschil wordt bij de warmbloedige dieren gebruikt om het verschil in warmteverlies langs de lichaamsoppervlakte te compenseeren, en hieraan is het toe te schrijven, dat de energiewisseling bij warmbloedige dieren evenredig aan hun oppervlakte is. Wij leeren dus uit deze feiten iets kennen van de z. g. regulatie der energiewisseling, welke regulatie bij de warmbloedige dieren tot doel heeft de temperatuur en daarmede de functie van het organisme onafhankelijk te maken van de temperatuur der omgeving. 46

47

Maar naar mij gebleken is, handhaven ook de koudbloedige dieren binnen zekere grenzen in een onvolmaakter vorm een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 december 1914

Inaugurele redes | 25 Pagina's

De energetische Beschouwing der Levensverschijnselen - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 december 1914

Inaugurele redes | 25 Pagina's