1943 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 49

45

immigraties, die beantwoorden aan de acht stadia van het verrottingsproces, waardoor langzaam het inwendige van het lichaam naar buiten komt. Ik wil ze kenneil, reeds vooraf zien, wat ik niet zal kunnen zien en ondergaan, wat ik niet voelen zal. (1) Enkele oogenbhkken voor het intreden van den dood bestoken kleine vliegjes (Musea domestica en Curtonevra stabulans) het lichaam . . . Ik zal ze hooren' Zekere uitwasemingen toonen hun de nadering van een gebeurtenis, die hun m overstelpenden overvloed voeding zal geven voor hun larven, en daar ze zwaar bevracht van eieren zijn, haasten zij zich al deze te leggen in de neusgaten, den mond en in de hoeken der oogen (Deze larven hebben 21 tot 25 dagen noodig om zich te ontwikkelen). Zoodra de dood is ingetreden komen andere vliegen in groote getalen toegestroomd: de blauwe vleeschvlieg (Calliphora vomitaria). (2) Zoodra de adem van verderf merkbaar wordt, komen er steeds meer en meer: de groene vlieg, wier wetenschappelijke naam ,,Lucilia Caesar" is, en de groote vlieg met zwart en wit gestreept achterlijf, die ,,groote lijkenvreter" genoemd wordt (,,Sarcophaga carnaria") Het eerste geslacht van die vliegen, op het afgrijselijke sein toegevlogen, kan alfeen al in het lijk 7 of 8 geslachten verwekken, die zich uitbreiden en ophoopen gedurende drie a zes maanden. lederen dag vermeerderen de larven der blauwe vlieg 200 maal hun gewicht. De huid van het lijk is geelachtig bijna rose. De buik is licht- de rug donkergroen. Zóó zouden tenminste de tinten zijn, indien dit alles met in het donker geschiedde (Dit IS de phase der eerste vorming van vetzuren). (3) Vervolgens verandert de aard der ontbinding. Het IS de rotting van het vet, die vetzuren ontwikkelt, gewoonlijk hjkenvet, adipocire, genoemd Dat is het tijdperk der torren (Coleopteeren- Necrophorus vespillo, Dermestes lardarius, enz.), dit zijn vleeschetende insecten die larven voortbrengen, van lange haren voorzien, — en dat der vlinders (Lepidopteeren)- de Aglossa pinguinalis. De larven der torren en de rupsen der Aglossa hebben de eigenaardigheid, dat ZIJ kunnen leven in de vette bestanddeelen welke zich in de doodkisten vormen als smeer Enkele dezer bestanddeelen zullen uitkristalhseeren en later blinken als loovertjes in het eindstof.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen