GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkrecht in zoover het de kerk met het recht in verband brengt - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkrecht in zoover het de kerk met het recht in verband brengt - pagina 12

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8 zou geneigd zijn, tegenover Luther aan zijne collega's gelijk te geven. Ook bij die Doctoren van het Kanonieke Recht had toch het geloofsbeginsel boven alles moeten gaan, beide hoofd en hart geheel beheerschende, en op ieder gebied, ook op dat van hunne wetenschap, tot den wortel toe doorwerkende. Maar dat was in hun geval inderdaad eene taak, waarvoor wel een tweede Luther vereischt werd. En voorts moet ook worden in het oog gehouden, dat de Duitsche Reformatie door haar eigenaardig karakter, o. a. omdat niet de theologie maar de soteriologie daarin op den voorgrond stond, minder dan de Calvinistische ertoe leidde om haar ook op ander dan op geestelijk gebied te doen doorwerken; en dat Luther zelf, die met volle recht haar leider was, bij al zijne uitnemendheid toch maar weinig oog had voor eene principiƫele regeling van de rechtsorde. Zelfs op kerkelijk gebied is hij er niet diep in doorgedrongen; hetgeen wel het best hieruit blijkt, dat men er nog altijd over strijdt, wat hij op het stuk van kerkelijke organisatie eigenlijk gewild heeft, en dat, bg de zeer uiteenloopende opvattingen te dien aanzien, zoowel voor het eene als ook voor het andere gevoelen reeksen van bewijsplaatsen kunnen worden aangevoerd. |Hij had duidelijk uitgesproken, dat het Kanonieke Recht moest ^verdwijnen. Maar wat dan? Op die vraag had men eigenlijk nog geen antwoord. En nu kon Luther zelf daar wel over heenstappen; maar dit was ondoenlijk voor zijne rechtsgeleerde geestverwanten, bij wie juist de aard hunner studie als vanzelf medebracht (iets dat op zichzelf ook zeker geen gebrek is, maar veeleer eene deugd), dat men zeer gesteld is op orde, en aan vastgestelde vormen veel hecht, en niet gaarne het bestaande laat varen voor eene toekomst, die nog veelszins onbekend is. Maar al kan dus hunne houding wel verklaard worden, zij blijft toch te betreuren; vooral om de gevolgen, die daaruit zijn voortgevloeid. Immers is de uitslag geweest, dat de rechtsge-' leerden het ten slotte gewonnen hebben; wel niet spoedig, maar dan toch na Luthers dood. En dan zeker wel het meest, doordat in hun stelsel ook paste, dat de vorst des lands aan het hoofd der kerk werd gesteld, hetzij dan als ,/Summus epis-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1894

Rectorale redes | 52 Pagina's

Het kerkrecht in zoover het de kerk met het recht in verband brengt - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1894

Rectorale redes | 52 Pagina's