GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ambt en persoonlijkheid - pagina 29

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambt en persoonlijkheid - pagina 29

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

digen Christus, waarin reeds A u g u s t i n u s het wezen van het christendom zag, — niets. Veeleer strekt het om den theoloog, die niet weet waar het hoofd neer te leggen, te troosten, wanneer de negatieve critiek onbarmhartig voor zijn oog alle autoriteit vermoordt en hem zoo van het ambt doet afschrikken. En de diepste troost, die zeker van het heil doet zijn, is niet anders dan een „gevoel van kracht" te hebben bij de gedachte aan Jezus: wat zou ik zonder U geweest zijn? „Zonder U " ; dat wil zeggen: niet een Jezus, die waarlijk leeft, maar die slechts in de herinnering voortbestaat. Zulk een weg tot vorming heeft met de kweeking van de ambtelijke persoonlijkheid echter slechts weinig te maken. Het ambt is feitelijk uitgeschakeld. Zien we 't wel, dan komen bij de vorming drie factoren in aanmerking, een p s y c h i s c h e , een p a e d a g o g i s c h e en een e t h i s c h e factor. Met het eerste bedoelen we de aanwezigheid van al de charismatische kiemen, die met elkander de basis cler ambtelijke individualiteit vormen. Het is het aangelegd zijn op het ambt. En dit geschonken talent is van zoo grondleggende beteekenis, dat alle opzettelijke vorming van dit scheppingswerk afhankelijk is en er zijn grenzen in vindt.') Dit psychischoorspronkelijke blijft bij alle vorming van invloed, en weet, als het er op aankomt, door alle staketselen eener kunsttheorie heen te breken, of ontleent er slechts zooveel aan als tot ontplooiing van het talent dienen kan. Gelijk de boom wel den bodem noodig heeft tot voeding, maar hetgeen hij werkelijk uit den bodem opneemt toch bepaald wordt door zijn eigen natuur. Het p a e d a g o g i s c h element bij de vorming raakt het milieu, waarin de persoonlijkheid tot het ambt rijpen moet. Zeker )

Dr. A. K u y p e r , Encyclopaedie der Godgeleerdheid 2, dl III, bl. 479.

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1917

Rectorale redes | 44 Pagina's

Ambt en persoonlijkheid - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1917

Rectorale redes | 44 Pagina's