Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 49

45 34 35 36 37 38

39 40 41 42

43 44 4j 46 47

48 49 50

51

52

Cf. H. Lebede, „Locke und Rousseau als Erzieher", 1912. Cf. B. Basedow, „Elementarwerk" (1774). J.H. Campe, „Robinson der Jüngere" en (met Heusinger) „Braunschweiger pad. Journal". C. G. Salzmann, „Krebsbüchlein", 1780, „Konrad Kiefer", 1796, en „Ameisenbüchlein", 1806. Bijzonder duidelijk worden ons de idealen van de Philanthropijnen door het boek van en over K. F. Bahrdt „Geschichte seines Lebens und seiner Meinungen" (1791). Onomwonden laat vooral dit boek zien, dat men in de kringen der Philanthropijnen welbewust polemiseerde tegen het Christendom. W. Dilthey, „Das Erlebnis und die Dichtung" <», 1913, pag. 238. Cf. W. Neubert, a.w. pag. 8. Herders Werke, uitg. Nohl, IV 28. Cf. P. Natorp, „Pestalozzi. Sein Leben und seine Ideen" ^, 1927. H. Walsemann, „Pestalozzi. Sein Leben, sein System und seine Methoden", 1926. Cf. P. Natorp, „Der Idealismus Pestalozzis", W. Neubert, a.w. pag. 9. ƒ. Gebhard, „Der Sinn der Schule", pag. 12. Cf. F. Schleiermacher, „Erziehungslehre", 1849, pag. 422. Cf. W. Neubert, a.w. pag. 9. ƒ. Waterink, „Inleiding tot de theoretische paedagogiek" I, 1926/31, pag. 202 sqq. Cf. M. Schian, „Die Sokratistik im Zeitalter der Aufklarung" (1900), pag. 6 sqq. Cf. ook ƒ. P. Miller, „Anweisung zur Katechisierkunst"^, 1799, en ƒ. F. C. Graeffe, ,,Vollstandiges Lehrbuch der allgemeinen Katechetik", 1795. Cf. W. Neubert, a.w. pag. 9 Vooral in zijn „Vom deutschen Sprachunterricht", Uitg. 1867. ƒ. Langbehn, „Rembrandt als Erzieher", 1890, zestigste(!) druk 1923; en van denzelfde ,,Aest. Bildung" in „Lex. der Pad." Vergelijk voor Langbehn: F. de Hovre, „Paedagogische Wijsbegeerte" (Malmbergs Paed. Bibliotheek), 1924, pag. 298 sqq. Speciaal voor de paedagogische ontwikkeling van het „Erlebnis"begrip is belangrijk zijn: „Vom Nutzen und Nachteil der Historie", cf. noot 19. Van beteekenis is o.a. een uitspraak als deze: „Der junge Mensch hat mit seinem Wissen um die Bildung, nicht einmal mit einem Wissen um das Leben, noch weniger mit dem Leben und Erleben selbst zu beginnen. Und zwar wird dieses Wissen um die Bildung als historisches Wissen dem Jüngling eingeflöszt oder eingerührt d.h. sein Kopf wird mit einer ungeheuren Anzahl von Begriffen angefüllt die aus der höchst mittelbaren Kenntnis vergangener Zeiten und Völker, nicht aus der unmittelbaren Anschauung des Lebens, abgezogen sind." „Vom Nutzen und Nacht, d. Hist." Werke, (Taschenausg.), Dl. II, pag. 199.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen