GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 29

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 29

Rede ter gelegenheid van de 56e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

2-5

kennend subject zelf uiteindelijk de bron der kennis is. ^'^*) En daarmede is ook de „Erlebnis"-school in feite teruggekeerd tot het standpunt van het oude Rationalisme. De verhouding tusschen innerlijk beleven en kennen, zooals die in de door ons besproken school wordt geponeerd, is niet alleen, gelijk uit het experimenteel onderzoek bleek, met de feiten in strijd en is hierin niet slechts vrucht van een verouderd Rationalisme, maar berust ook op een onjuiste psychologie, en dat niet alleen ten opzichte van de verhouding subject-object, waarover het straks gereleveerde experimenteele onderzoek ging, maar ook ten opzichte van de verhouding der functies onderling. Daarover een enkele opmerking. In elke innerlijke beleving is het emotioneele element primair. Want dat element uit die beleving, dat correspondeert met het object buiten mij, moge al deel uitmaken van mijn ervaringen in algemeenen zin, het is toch van het eigenlijke „Erlebnis", dat ik bij mijzelf constateer, onderscheiden. De voorstelling is niet zelf „Erlebnis", gelijk reeds blijkt uit het feit, dat iemand zich onmiddellijk begrijpelijk uitdrukt als hij zegt: een voorstelling gaf mij een „Erlebnis". Bovendien kan ook niet gezegd worden, dat het object iemand een „Erlebnis" geeft. Wel kan ik zeggen, dat iemand een innerlijke beleving krijgt in contact met een object, maar deze innerlijke beleving is afhankelijk van talrijke disposities. In de innerlijke beleving beleeft iemand dan ook niet dat eigenlijke object, maar hij beleeft zichzelf. Dit is duidelijk, aangezien de innerlijke belevingen, die wij bij een object ontvangen, gelijk gezegd, afhankelijk zijn van de dispositie, die individueel is en in dat oogenblik tijdelijk. Daarbij komt nog iets. Al is het waar, dat er een verband bestaat tusschen vroegere belevingen en de beleving van dit moment en wij van een belevingsketen kunnen spreken, dan is dat toch geen andere band dan die tusschen innerlijke belevingen van onszelf van vroeger en die van thans. Iemand kan opmerken, dat het toch mogelijk is, dat een godsdienstige of zedelijke overtuiging, of een verstandelijk inzicht, invloed oefende op het type van een bepaalde innerlijke beleving. Dit ontkennen wij allerminst. Maar in dit geval is er geen sprake meer van een „Erlebnis"-keten, want deze overtuiging is boven het „Erlebnis" uitgegaan, is deel geworden van onzen persoon, en is voor ons geldend, omdat wij het normatief karakter van de regels, aan welke wij ons met overtuiging onderwerpen, erkennen. In zulke gevallen kunnen wij dus niet meer spreken van een reeks van innerlijke belevingen. Wel is het beleven van contact tusschen norm en beleving naar de emotioneele zijde ook weer zelf als innerlijke beleving te typeeren, maar de effectieve

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's