GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anthroposofische opvoeding.

Dr. Steiner is dan zijn rondreis door ons land begonn'On. Te Am'sterdam en te Hilversum „las" hij voor een vrij talrijk publiek. Hij heeft een reeks: wijsigeerige en een reeks opvo'edkundige lez: i.ngen. Biji sommige geeft hij' ook vertooningen van eurythmische bewegingisk'unst, , waartoe ook de dans behoort. Die vertooningen schij'nen echter bij het Hollandsche publiek niet in den smaak te vallen. Natuurlijk be-ijveren de bladen zich hun lezers in te wijlden in fle denkbeelden van dezen „merkwaardigen m'an". Een echt kort orierut'eerend artikel lazen we nog niet. Gaven we de vorige week uit de „Hervorming: " 'een overzicht over zij'n leven

en werfon, ziehier walt' ite „N. R. Ct." over de ©•pVoeicUiUiildiige streMcing van zijn stelsel schrijft:

Ter oriënteering, van hen, die in deze merkwaardige beweging belaag stellen, zullen enkele gegevens omtrent de gedachtenwereld van dezen invloedrijken leider misschien niet onwelkom izijn. Wij zalleti ons kortheidshalve bepalen tot het nieuwst© stadium iin de ontwiltkelingsgeschiedejiis vaia dr. Steiner's denkbeedden. Omtrent izijn verleden zullen onze lezers , zich voldoende herinneren uit hetgeen vroeger bij een andere gelegenheid ook in dit blad heeft gestaan.

De invloled van Steiner's „anthroposophie" op de leidende geesten en daardoor ook zijdelings op de publieke opinie is sindsdien wederom in belangrijke mate toegenomen. Tot d© volgelingen van den Dornachschen profeet behoort o.a. de minister van bui-• tenlaadsche zaken in Duftsdhlaind, dr. Simons, die izich kortgeleden jegens een verslaggever een vooristander van de „drielediige indeehng vam het sociale • onganismie" heeift verklaard. Ten onzent beschikt de beweging sinds eenigen tijd over een' orgaan, dat onder den wijdloopigen ütel „Drieledige Indeeling Vian het Sociale Orgianisme" maandelijks verschijnt. De redactie bestoat uit Marie Tak van^ Poortvliet en N. D. Fraiokena. Aon het ganO'emde orgaan hebben wij enkele nadere bizionderheden ontleend omtrent • hetgeen in de geschriften van dr. Steiner woirdt Uiteengeiziet.

Van deze geBchriften zijn in verband met het laatste stadium van Steiner's ontwikkeling de voornaamste: Die Philosophie der Freibeit; Das Menschliohe Leben vom GesichtspUnkte der Geisteswissenschaft; Die Aufgabe der Geisteswissenschaft und deren Baiu in Dornach; Die geistige Führung des Menschen und der Menschheit; Die Kernpunkte der BOizialen Frago; In Ausführung der Dreigliederung des soziolen OrganismUs; Volkspadagogik; die Erziehumg des Kindes vom Gesichtspunkte der Geisteswissenschalt.

Steiner, die, gelijk men reeds uit den titel der bovengenoemde geschriften kan opmaJcen, zich een taak stelt als socioloog en' als paedagoog, wil bij de volksopvoeiding bouwen op een wijsgeerigen grondslag. Dat deize aan' het tegenwoordige maatschappelijke stelsel ontbreekt, of althans van verkeerd mate-• riaal is opgetrokken, is a.i. het noodlot van de^e te'niet gaande Bamenleving geweest. Men heeft zich door de economie laten overheersichen en gedaan alsof de. mensich louter een economische kracht is en geen weizen met een persoonlijke ziel. En er werkt in de tegenwoordige arbeidersbeweging miet haar schijnbaar economische bewustizijnsverenging een wijsgeerig besitanddeel, een complex van izieledriften ook. dat, do'ordat m'en het zich bij zijn eenzijdige aandacht voor het economisch probleem niet bewust is, averechtse diensten bewijst.

Tot op zekerei hoogte is er evenwijdigheid te ont-: dekken tusschen Steiner's inizichten en de idealen van de Amemsfoortschie School. B-eide zijn openbaringen' van het moderne verzet tegen het negentiende-©euwische rationalisme en bet twintigste-eeuwsche industrialisme. Beide achten de materieele aange-; legenheden bijkomstig en izien de oplossing ook van de materieele problemen in de erkenning van 'de prioriteit van den geest.

De merkwaardige term, die het shibboleth van de Steinerianen is gewordeo, is de „Dreigliederuing". On, ze HoUandsche Steinierianen spreken van de „drieledige 'indeeling". Ze bedoelen hiermee, dat in het maatschappelijk organisme drie levensgebieden ^ijn te ondersdieiden, die in vo'lgiorde van hun' belang geno'cmd worden: het geestesleven, het rechtsleven en het economisdh© leven. Steiner heeft — en in izo'Over is .zijn stelsel ais revolutionair te be-' . Behouwen — de oude volgorde net omgekeerd.

In het eerste en voornaamste levens'gebied, dat van den geest, izal volstrekte vrijheid moeten heerschen; de staat mO'et alle inmenging in wetenschap, onderwijs, kunst en religie opgeven. De staat heeft zich ' te beperken tot wat van ouds dan ook zijji eigenlijk terrein beeft uitgemaakt: het recht. In het door den staat nieuw te vo-rmen recht zlal democratische gelijkheid verwezenlijkt moeten zijn. Ook het derde levensgebied, dat der economie, worde van eiken Btaatsinvloed bevrijd; de productieve associatie geeft de richting aan^ waarin men de belichaming van het economisch ideaal moet zoeken, dat zich kenmerkt door neigingen tot broederschap, broederlijke samenwerking in het produoeeren, in cirouliatie brengen en oonsumeeren van waren. Er heeft izich reeds ook hier te lande een Bond gevormd van degenen, • die aan de nieuwe eo'Ciale structuur der maatsdiappij in den boven aamgegeven izin willen medewerken.

De geestelijke vrijheid, waarnaar Steiner streeft, wil hij allereerst zien toegepast in het O'pvoedings-BteJsel. Men vereenzelvige zijn paedagogische opvattinigen intusschen niet met die van bijv. Montessori. Op Montessori heeft Steiner tegen de ont Btentenis van het geiziagsbegrip. De aangeboren drang van het kind om op te izien tot ouderen moet de natuurlijke aanleiding zijn tot het aankweeken van het gevoel voor autoriteit, voor geboorizaamheid aaru den meerdeire, voor bewondering van groot-Bcho en edele daden. Echter mag men nimmer vergeten, dat opvoeden niets anders is dan het tot ontwilrkeling brengen van hetgeen in kiem aaniweaig is. Het dooden van de oorspro'nkelijkheid; de. uniformiteit, de classiaale nivelleering acht ook Steiner njit den boaze.

Reeds bestaan ia het buitenland enkele scholen, waarin men Steiner's beginselen toepast; , zoo heeft de fabrikiant Emjl Molt te Stuttgart de , , Waldorf-Astoriaschool" opgericht, die zoo 'goed is, dat, naar ©en volgeling van Steiner vertelt, er zelfs ministerskinderen ter school gaian! Evenals ten onzent Ligthart, legt 'Ook Steiner den nadruk op de perso'onlijkheid van'den onderwijzer en den persotKnlijken omtpang met izijn leerlingen. Het bijbrengen van kennis is niet van zoO' groot belang als bet doorgronden! van de iziel van den leerling.

Het Bahaiïsme.

Intusschen is' Dr. Steiner niet go'öd' tè spt^eken ove^r wat uit het Oosten kbmt. Echter is het wel optoferkelijk, dat hij: •goeldideels voor bet^ielfde publiek! optreeid't als waarvoor Xagore sprak. Het Oosten blijft het .Weisten boeien. Geen wonder. In het Westen woiiidem slechts stelsels geboren, in het Oosten religies, al zijto. het ook valsohe. Een der nieuwste religies is het Bahaaïsmte', dat ^de pretentie voert wereldreligie te zullen woiÜen. Dr. Severijn, Herv. Predikant te Leerdam, weeS op dezen godsdienst in een iDoefeke, 'és^t ook in ons blad beoiordeeld zal wordden. In aansluiting aan deze brochure geeft „De W.aarheidSTriend" er deaé uiteenzetting van:

Evenals het Buddhisme kampt ook bet Bahaiïsme met het evangieiLé des Kruises om den voorrang; en niet weinigen verwachten veel van de Oostersche wijsheid. Uit het Oosten aal, zoo m-èénen zijl, nieiuw licht en nieUw leven voor de Westersche cultuur komen); en waar de kracht van bet ki-uis verm.indert, zal, zoo gelooven ze, uit het Oosten nieuwe ste^rkte komen.

De Bahai-bewegjng vindt haar middelpunt in Abdul Baha, een; besch'eiden m& n, die .zijn Icracht zoekt in we'rken der barmhartigheid; en die zoekt te genez.e.n de ziekten van onwetendheid, bijgeloof en disharmonie.

Het is niet glemakloelijk, om de grondbeginselen vajii deze nieuw© leer eenigazios omlijnd vast te stellen. Daartegen strijdt de mystieke vaagheid, waarin ze ons wordt aaageboden en de afkeer van alle dogmatiek, die haar eigen is.

Haar hoofdbeginsel is de intuïtie van een alles in alle dingen werkenden geest. Er is slechts één 'God en slechts één openbaring. Diaze openbarin'g is een. daad Gods, zonder welke geen kennis wordt verkregen en gaat uit tot sommige uitverkorenen. ' Deze openbaring» of ook wel geno'emd het volmaakte, eeuwige wo'ord, ging in den loop der jaren Uit tot een reefcs van profeten; en een gee.stelijke harmo.nie leeft in al die openbiaringen die de profetie van olledei gO'dsdienst verbindt tot één keten van goddelijke wijsheid.

Nu zijn er nog wel ondersclieidene stelsels van' godsdienst. Maar de onverlichte menschheid moet worden voorbereid voo-r den dag van het universalisme. Die zending van Christus en Baha worden, van de grootste beiteekenis voor de wereld geacht. I.n Baha is da geest van Christus weer gekomen; en een nieuwe periode der geschiedenis is daarniee ingeiuid. De nieuwe o.ntwifckeling z'al een nieuw type van den mensch te voorschijlni roepen: den geestelijken mensch. Het Oosten' en het Weisten heeft bij de ontwückeling der men-Bclien ieder ©en eigen weg gevolgd. Maar het stoffelijke van den mensch staat doortrokken te worden van het geestelijke. En bij vereeniging van het Oosten en het Westen zal, onder mededeelinig van het nieUwe licht, een. wereldtype va, n den mensch voortkomen „dat in .zich alle menscbedijke deugden en.' de hooigste geestelijke mO'gelij'kheden .zal combineeren”.

De Bahai-leer droomt dus van ©en wereldfamilie en een wereldgo-dsdienst, .Waarbij de hoogste, geestelijke, zedelijke en lichamelijke schoonheid zal worden geaien. Die nieuwe menschheid zal het eeuwige leven genieten.

Zoowel voor het leven' na den do'od als vo'or het rijk op de aarde openen .zich op bet standpuift van het Biahaüisme perspeotieven van volmaakt geluk eni aan het ideaal van een gees.telijk rij'k Gods ve'rbüi'dt zich dat van ©en broederschap o.p aarde.

Het maatschappelijk progpam van he.t Bahaiïsme predikt: de eenheid aller gMsdiensten; de politieke eenheid der na.ties; de maatsobappelijke eenheid vani alle klassen^ volkeren en rassen; de eenheid van talen in één wereldtaal, algemeen kiesrecht; de bevordering: van Olie materieele instellingen, . leidende tot het algemeen welzijn van den mensch, zijn verlichting en vooruitgang; wereldvrede.

Het Bahaiïsme hoopt alle godsdienstig voo.roor-•deel te 'overwinnen. Christen of Mohaimm.edaa|ffl, Jood • of Buddhist, z.e zijn hem allen gelijk. Zelf heeft hij geen ritueel of pri-esterschap, geen omlijnde of afgepaalde leer, dus komt niet in botsing m.et anderein'. Het eischt geen opzeggen van lidmiaatschap van ©enige gO'dsdi.enstige gemeenschap zijner aanhangers e.n prO'Selieten. Die bedoeling is om over de geheele wereld cenlra te stichten, waaH 'n negenzijdig^ tempel te midden van hospitalen en philanthropisclie ondernemingen als brian'dp'uiaten der beweging de eeaheid der natiën zullen bevo.rderen; Sedert 1894 vormden izich reeds B.ahaiigroepen' in ChioagO', New-York, Wa'shi.n)g.ton .en Sa.n-Francisoo. Ook in Frankrijk en Engeland werden oentra ia het leven geroepen, , van waaruit de beweging zich heeft verspreid in Canada, MeodcO', Japan, Australië, Duitschland, Zwitse.rland en Italië.

Men bemerkt, dat men liier te doen heeft met eeuizelfde verschijnsel als bij Tagiore, den Biahmaan. Een zelfde mystiek bezielt den Indischen wijsgeer (Tfeiigore) en den Perziischen profeet (Baha), geboi-en fait 'den panthei'Sitischen"" geest van het Oosten. Ook Tagorci voor wien maar één God is en vo'Or wien giansch de natuur openbaring Grods is, wil een gee'stelijke atmosfeer scheppen, waarin allen, Jodeni Christenen, Mohammedanen en Buddhisten ademen den reinen adem des levens. Een Evangelie der eenheid boven de verscheidenheid van rasisen en volken. V-erbrO'edering vaia het Oosten en het Westen, waarbij ook Tlagore bezingt de on-•eindige liefde^ die alleen dit bewerken kan. Zijn godsdienst is' de wijsheid van alle godsdiensten. Wij hebben ; slechts de verschillende stelsels van godsdiensten saam te vO'qgen als trappen van een Igeestedijfce ontwikkeling.

Eigenaardig wordt het iimiversolism.a in verschillende godsdiensten verbonden aain de verwachtiuig van eien grooten profeet.

Ook al ktonnen we niet aainjnielmieni dat het Baihiaiïsme aJs Eoodaaig de geesten zal veroveren, 'of dat Tlagore uoianiem kis. heit lioht d«r wereld izlal wordeio BJanvaaxd, de geëist, die deze beweging bezielt, vindt in onze Westersche cultuur een toebereiden, ' bodem.

Het oudste letterschrift

Nu wij zoo ongemerkt naar |die OoBtieïsche wereld zijki afgedwaald, wil ik nog even wij'zeSa op het prachtig orienteenenJde! artikel van prof. van Gelderen in het 'Januari-to.um'mer van „Steiijmen des Tijds" over bet ouidste lebteisohrift. Men vindt dat op dé Achitub'-inscriptie., welke te .Kiahun in Egypte is opigegraven. Ptof. van Geldtenen .schrijft daarvan o.m.:

„Daze me.rkwaardige vondst leert oins, dat reeds een viertal .eeuwen' vóór den tijd van Israels uittocht onder Mozes door Semitiesche handwerkslieden in Egypte een .zuiver consoinBiniten(medoklinkers)schrift werd gebruikt”.

Voorts viiwit mien in dit tmimlner nog een korte interessante gehoiortöbeschrij'ving van dten 8-urigen arbeidsdag.

Hoe raakte echter öen stuk als „De Biecht" in dit tijdschrift verzeild?

Het Karakter van prof. Hofstede de Groot.

In het 'Geref. Tbeol. TijdfechrifL van Januari, flat O'Ok nu weer telaat (half Februari) verscheen, wijdt prof. Aaldersi" enktele bladzijfl-en aan: „Eene nieuwe bijdrage tot de ontraadseling van bet, Sinaïschrift" en wijst evenals zijn ambtgenoot van Gelde.ren op de groiote beteekenis van Eisler's arbeid.

Het leeuwendeel in dit nummer heeft echter Dr. G. Keizer. Hij! beeft bet O'Ver „Dooumentein be'zwarenld vo'Or bet karakter van Professor Hofstede de Groot." Deze do.c.um'e.niljen hebben b'etrekking op de houding: , wefe bedoelde professor destijds tegen 'den vaider 'der afscheiding: , zijn vro'egeren academievriend: , aannam. En het liinderde Dr. Kieiz: er, 'dat nog altijd Hofstede de Groot tegen de CiOck' wordt uitgespeeld. En ik moet zeggen: wat hij' hier olithult, werpit op Hofstede's karakter geen al te gunstig licht.' De scbrijVier besluit:

Daar Hofstede’s voorstelling in het bekende Handboiek (n.l. „De Geschiedenis der Hervorming", door dr. J. Reitsma, laatst verzorgd do.or dr. J. Lindeboom) nog steeds wordt gegeven laonder fcio.mmentaiar, daar achtte ik het aan de nagedachtenis yan He.ndrik de Cock verplicht te izijn om nog eens .en nu breedvoeriger op de gewraakte voorstellingvan .den Hoogleeraar terug te komen. Wat het karakter beider mannen betreft en der mo.tievein die beo dreven tot den strijd, die een ieder dezer twee streed, nog immer durven wij "gerust dat van den getrapten D'e Cock s.tellen naast dat van den gevierden Prof. P. Hofstede de Groot!

Uit de be hand geslagen.

Zoo moet er gedurig w.aer worden recbtgeizet.. Op; 'tO'Ogenblik is de discussie met de 'Christelijjie 'Gereformieenden ovier de vero'nde'rsteldie wederge^ boorbe in vollen gang. Van Gereformeeriden kant bad, men zich op o-uide Gereform'eerde schrijVerlsj beroepen, idie leerden, dat men de gedoopte kinderen voor geloovigen haid te bouiden totdat onveyho.opt het tegendeel bledk. Van Cbriistelijke Gereformeerde zijde bad men daartegen aangevoerd, dat de auto'riteit van private personen niet mag gelden. Indien de kerk het O'fficiëel in haar belij'-'deniisscbrift'en leerde zou het wat anders zijn. Maar Idaar wo-rdt die voorstelling, niet gevonden. 'Zooi bew'eerde men. Dooh ope'ens schiet nu onze slagvaardige historie-en .symbotenk.enner prof. H. H. 'Knyper uit zijto. tent en slaat hun dit wapen ïait de hand, . Hijl to.ch constateert in „De Heraut”:

In den Londenschen Catedhismliis wordt de vraag • gesteld: Zidlen wij dan. met vrije oonsciëntie onze kinderen a 1 s g e 1 o o v i g e n mogen laten do'Open? En daarop wordt geantwoord: Zondeir twijfel. Want naardien ze voor geloovigen in h^t gericht Gods geacht worden, door Christus, IZOQ. zal men ze ook als gelóoiv ig.on doopen.

En evenzo'O wordt g'O'leerd in den Emdenischeiï Catechismus wiaar op de vraag: hoe bewijst g'e; 'dat men de kinderen der gemeente ook doopein zal? geantwo'ord wordt: Aangazien ze uit genade tot het verbond en tot de gem-eente Gods bebooren en uit genade hun de gemeenschap des Vaders en dos Zo.ons e.n des Heiligen Geestes toekomt. Eveneens dewijl de do.op is ingesteld tot verzegeling van zulke genade als door welke zij voor kinderen worden aangienoman en door G oi d gerekend W'0{rden voor boetvaardig (ge-1 'O 'O V i g) hei1ig.

En nog sterker drukt de klo.ine Catechismus van Maarten Micron het uit. Op de vraag, waarom men van de kleine kinderen niet evenals vam de volwassenen de belijdenis des geloofs eischt, luidt het antwoord: Overmits de gemeente van hare zaligheid wol zefceirder getuigenis heeft uit het Woord Gods, dan men Ujit de belijdenis der volwassenen hebbien k'an. En hun a, an, ge.bo.renl gebrek (door hetwelk zij niet gelooven rioich belijdenkunnen) wordt hun niet toegerekend om Christus wil, in wien zij gezegend, dat is heilig, g e r e c h-tig, r.eini en gelo'ovig g.eacht worden niet lanjderB dan de volwassene ge-Do o vig en.

Alle drie dazei GatechismUssen .zijn door onze

vrome voorvaiderein! lalis de üitdrakkinig van hun geloof aangenomen. Hier ispreekt dus de Kerk officieel 'uit, hoe iziji over deze Idnderen. denkt. En is het niöt, alsof elk woord hier getuigt tegen; hetigeen do „Wdcfcer" izegt. De „Wekker" houdt er twee doopeni op na. Een doop voor de kinderen en eeE voor de volwiaissenen. Onze Gereformeerde Kerkeni verklaren j'uistj diajt eff slechts één doop is.

Het Joidenvraagstuir.

Een kwestie vaja hieiel anidjeren aard is idezei, of idfi Joiden naar het heUige Lanid zullen terugikeeren fen idaar bekeend woadieji tot den Messias. Ook in-onze kerken hoort mien deze vraag wel stellen. Vanzelf luistert mien gaarne naar dte opinie van onzen specialen prelddkant voor de Joden, ids. van Nes. Uit een vervolgartiktel in de „G-erief. K^erkb. voor 's-iGravenhagie" kttiippen wij':

Zagen we, dat nóch Eizechiël, noch Hoséa goeden gïond geven voor 't koesteren van vei-wachtingen voor Jeruzalem op aairde, wij moeten nu nog den profeet Zachariai beluisteren.

Zegt deizie proleet niet duidelijk, dat er in het plaatselijk Jeruzalem, in Palestina, een tei'ugkeer lot den Heere, een uitroepen door de Joden van Jezus als den Messias zal zijn, als het daa.r heet, in Zacharia 12:10 en 11:

„Doch over het huis Davids, en over de itiwioneirs van Jeruzalem, zal Ik uitstorten don Geest der genade en der gebeden; en zij zullen M^j aanschouwein, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een eenigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over eenen eerstgeborene.

Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklage gpoot izijn, gelijk dia rouwklagie van Hadadrimmom, in het' dal va, n iMegiddon" (dit w'as toen Farao Wecho van' Egfypte koning Joisia sloegi, zie 2 Kotningen 23:29).

’t Wil ons voorkomen, dat hier zeker wel sprake is van 't plaatselijk Jeruzalem en van 't volk der Joden in eigenlijken zin.

Maar deze woorden behoeven volstrekt niet zóó opgevat to worden, al zouden zij zien op een ons nog geheel toekomstige bekeering der Joden.

Wij geiooveni dat op den Pinksterdaig te Jeru-.z: aleimi zulk eenei roiuwklajg^ reeds is geschied door de Joden.

Lezen wij niet in Handelingiein:2:37 van de vele, uit allerlei landen, toegestroomde Joodsche toehoorders viaii' Petrus' toeispraJak: En als , zij dit hoorden werden izij! vorslaigen ijn het hart en zeiden tot Peitrus en de andere Apostelen: at izülleii wij doen, mannen broeders? ”

Wat dunlcx U, izioUden, wij niet miogen cnderstelleini, dH, t bij de drieduiizenid, die uit deze Joden op dien éénen dajg tot bekeierinig kwamen, het geloof in • Jeizus Christus zich baan bilak in bitteren roUw over de weigwerping van dazen Messias door het Joodsche volk ?

En zouden wij op die roüwklage ook niet mogen betrekken wat wij leiaen in Handelinigen 2:43: En eene vreeizle kwam over alle ziel”?

Of dan 't boiek der profetieën van Zacharia niet nog te vervuUen. voonziaggingen bevat?

Wij zouden 't niet durven ontkeninetn.

Maar toch, wij gtelooven, dat Zacharia's rijke beloften voor 't grootste deel al vervuld izijn met Christus' komist en de Uitstorting des G«estes.

’t Geloof aan een plaatselijk herstel van JerUizalem en van een toekomst hier op aarde voor 't vleeschlijk Israël, als in nationalan izin hersteld volk, kunnen wiji niet grondeira op het boek van de'zên profeet.

Wij gelooven, dat, al hult Zacharia izijn woorden in 't kleed van zijnen tijd, hij toch dikwijls, als hij over Juda en JeruiZialem handelt, 't geestelijk Zioni da Kerk van Christus, op 't oog heeft.

Wij kunnen niet aannemen, al's hij, zooals b.v» in de laa, tste twee veraen zijner profetie, spreekt van het huis des Heeren, van de potten en de sprengibekkens aldaiar en van het offeren, dat hij dan (ZOU bedoelen een herstel nog na Ohiis-tus' volbracht werk, van den tempel-en offerdienst, van den dienst der schaduwen.

Wij zien 't niet anders, of hier is sprake van den geestelijken tempel Gods^ en wordt in beeldspraai, ontleend aan den aardschen, in' Zacharia's' tijd herbouwden temp-el, voorigesteld, hoe eens, in den dag der voltooiing van het rijk Gods, allen, izönder uitzondering. Uit welk volk ook geboren, volkomen heilig izüllen zijn.

De Kerkhode-redacteur.

De Kerkbode-reöladtieur is in onzlen lijd een veel béspro& n mian. Bij' velen kan hij geen goed' flioen. Zijn jas riekU naar het aoaseirratisme. Hij' Sichrijift nog altijd mleit een ganzenveldier. Nu zou ik' niet gaarne alle löerüoidèreflacitieurs in bescherming nemten. Maar men mag de Bmet van & e species öiet het genus aanwrijven. Blijkt ee'n enkele niet |de rechte m'ajn op! dé rechte plaats te zijb, d'aaxmtede is nog de jKlerkbodte^-reidacteur als. soort niet veroorideelld. Dr. de Moor zegt dan ook bij; de böspreking yam Dr. Wie'lengp.'s boek ovier het Doopisformulier ia , , De Heraut" telr snede:

Het mag intusischeii nog; wel eens gezegd worden aan degenen, die meedoöni aan de mode Van Imlf-GeiTeformieieirdien om op de Kerkboden te smalen, dat dit Bidhoone boek aan eien Kerkbode zijn ontstaan diankt en wdhcht nooit gesidhreven aou izijn als Dr. Wielenigla indertijd geen Kerkbode-redacteur wais geweest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's