GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Lentedagen in Italië”, door H. S. S. Kuyper.  J. H. Kok, Kampen, 1921.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Lentedagen in Italië”, door H. S. S. Kuyper. J. H. Kok, Kampen, 1921.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BOEKBESPREKING.

Hoe gaarne voldoe ilc laan het verzoek van den uitgever, om dit boek in ons Mad te bespreken. En al behoort het schrij-ven van een literaire kritiek niet tot mijn vak en treed ik dus als onbevoegde op, ik kan het niet nalaten om mijn oordeel over een boek met reisindrukken uit Italië hier uit te spreken.

Italië heeft voor mij nog .zulk een mystieken klank. Hoe vaak nog te midden van arbeid of rust, onverwacht soms, trUt een weemoedig heimwee met de verrukking van een voorjaarskoelte door mijn , ziel, als de ondeelbare essentie van een rijk en veelkleurig herinneringsbeeld. T'wee maal drie m'aanden, eens in de herfst, eens in de lente, reisde ik door Italië; een tiental jaren gingen sindsdien voorbij en te midden van de onrustig elkander verdringende voorstellingen en gedachten, indrukken en gevoelens, staat het beeld van Italië daar nog steeds als een blinkende bergtop ^an den horizon.

Wanneer het ontelbaar aantal herinneringen, die wij, in het leven mededraigen niet als een beangstigende izwerm insecten onzen geest omgonzen, maar zidi samenvoegen tot de harmonische eenheid van een wijd landschap, dan openbaart de ontdekking hiervan ons een heerlijkheid van geestelijke' wetten, door God in de ziel gelegd.

Wolken, nevels, maar ook een stralende hemel kun-"" nen deelen van dit landschap aan het oog onttrekken, stüte en storm kunnen verre geluiden ons toevoeren of doen afdrijven, al 'w; at was blijft, .zij het ook 'soms lang verborgen. Zoo zijn de beelden van verre reizen niet een nuchtere 'verzameling „ansichten", maar een organisch deel van onzen geest, door de wisseling van [het heden bewust of onbewust, werkzaam of in rust. Daarom is er misschien weinige dat zoo sterk subjectief is als een reisbesohrij-vinig. En dan een reisbeschrijvtnig Aran Italië!

„Er is - vrij wat Imeer in Italië te .zien dian wij op onze reis .zagen en ik Mer beschreven heb. En wat wij Klagen , zo'u bovendien nog vrij wat grondiger te beschouwen izijn", zegt de schrijfster in haar voorwoord. En laat ik het U maar direct .zeggen: gelukkig „Lentedagen in Italië" is geen grondig boek geworden, g'een objectief boek, geen „ansichten"-veT; ziameling, geen reisgids. Voor het grootste deel .zijn er persoonlijke visies gegeven op Italië, zijn steden en zijn kunst. De landschapssten-miingen en de eigenaardige samenleving der menschen heeft de schrijfster niet mee doorleefd en daarom niet kunnen beschrijven, al is het hier en daar beproefd.

Voor het meerendeel bevat het boek schoone bladzijden, waardoor de lezer meevoelen kan, de ontroerinjg van een eerste bezoek aan het schoionste land van Europa, de ontroering van eerste lentedagen, zonnig, weelderig, - vreugdevol, te midden van de huiveringwekkende ernst van de historie.

Vooral voor ons Christenvolk een schoon boek. Niet alleen om de kennismaking met een land, waar de geschiedenis der eerste Christeneeuwen .zich afspeelde, waar de „via Appia nog geplaveid is , met de oude steenen, waarover Baulus Rome is binnengekomen", waar het Colloseum getuigt van de geloofskracht en stervensmoed der Chriistenmai'telaais, wa, ar het gebeente van Paul'us en Petrus rust, waar, maar lees zelf

en vol vre'agde alilt ge de persoonlijke indrukken van de schrijfster kunnen medeleven in de harmonisclie eenheid van uw Christelijk' geioiofebewnstzijn.

Nog loon een andere reden acht ik het boek van Mej. Ktiyper een lütnemend boek voor ons volk, omdat het opvoedt, tot nadenken stemt. Ik kan niet laten eenige passages af 'te schrijven:

„Den avond voor Groeden Vrijdaig woonden wij in de St. Keter de , z.g. donkere Metten bij.

Zeer indrukwekkend vond ik deizen dienst.

De ischemeiinig valt en hult de ontzaglijke gewelven van de ontzaglijke kerk al meer in het duister. ïlet orgel Kwijgt. Alleen het koor zingt. Geen jubelizan, gen schallen. Maar lijdenspsalmen, klaagliederen der profeten. Misereres in mineur klinken, luidkeels klaigend of zacht zuchtend, door de al donker wordende ruimte....

In een Italiaansch tekstboekje — vriendelijke gift van een Roomsohen kennis — kan ik na, zien wat in het Latijn gezongen wordt.

Diep en ver in de toenemende schemering branden dertien hooge, witte kaarsen, lang als palen op het kolossale altaar. Een symbolische voorstellinig van Christus en de apoiStelen. Eén voor één gaian die kaarsen uit — moals Christus in den nacht izijns lijdens door al Zijne apostelen verlaten is. Toen ééne baars overbleef — eeniziaam licht in de nu gehéél donkere kathedraal — fluisterde een onzer Roomsche kennissen: Ik ben het licht der wereld....

Toen voelde ik de hand van Rome, die ik drukken kon op dit oogenblik eelfs met ontroering en stichting....

Ook deze kaars verdwijnt. Dat is het symbool van de graflegging.

De duisternis is nu bijna volkomen.

En dan plotseling op het liefelijk gelui van een ; Z, ilveren bel, wordt de gansche groote kerk electrisch verlicht.

Geweldig is de overgang uit de geheimzinnige duisternis en . het langzaam, verdwijnende kaarslicht en de sombere klaagziangen tot deze plotselinge weelde van licht en heerlijkheid.

In dit licht worden van een van de vier loggias de lijdensreliquieën aan de duizenden, die bijeen izijn, getoond. De kanunnik, die ze ons toont en er de schare mee izegent, - staat dertig meter boven ons. De reliquieën izijn zeer zeldzaam en zeer kostbaar en lalleen op dezen afstand mogen ze door wie niet aelf kanunnik is, gezien worden. Het izijn: een stuk van de speer waarmee Christus doiorstoken is, de doek van Veronica met de afbeeldin^g van het hoofd des Zaligaualcers, en een stuk van het kruis.

En dan knielt alles wat Roomsch is neer.. .

En nu voel ik die andere hand van Rome, die weerziawekkende hand. En terwijl wij niet knielen maar staan, denk ik aan onze vaderen en moederen die om dat staan ter dood veroordeeld zijn en liever den dood zijn inigegaan, dan te knielen....”

Zeer schoon, want zeer écht, werkelijk' doorvoeld zijn de passiages over de Blue nuns van Fiësole en over de Scala Santa. Toch bevat het boek nog meer behalve het doiorleefde gedurende eenige lentedagen in Italië. Dit meerdere is er voior den gemiddelden lezer. Helaas, ik vind het jammer, want de zuivere literaire waarde van het boek wordt er door geschaad. Daar zijn gemoedelijke inleidingen, gespreklren, geioigra.p'hische bijzonderheden („Evenals Rome ligt ook Florence aan een rivier"), historische mededeelingen, soms wel aardig (over de Waldensen), soimis wat leerboekachtig („In de dertiende eeuw doet Florence van z: ich spreken" etc), taalkundigie Uitweidingen, die ook zonder een reis naar Italië hadden geschreven kunnen worden. Dat miaig niet!

Het boek is ook wel eens uit den toon, wel gezellig, genoeglijk, maar buiten de verrukking van de „lentedagen”.

Zoo ook de stijl. De schrijfster kan het wel, maar hier en daar voonal tegen het einde wordt de taial ondoordacht, vooral de beeldspraialc. Daar is vaak te weinig visie in, te veel cliché. „Florence is een bloem. Rome een • trotsche eeuwenoude cederboom", en wat volgt is nog erger (p. 132).

„Michel Anigelo's koepel doet mij ook denken aan een getemde leeuw, aan iets zeer geweldigs en m^aohtigs, 'dat gewiUig zich geeft, gehoorzamend aan een nog hoogere macht. Iets kolossaals in het materiëele, dat stil zich neigt voor het sterkere spirituëele. Zoo worden rotsblokken en steenklompen gestemd door mensohenvimgeren” (p. 104).

Onder het moioie portret van Michel Angelo staat .... „met de diepe voren van zijn langen lijdensweg diep gegrift in izijn van smartelijnen doorkertt gezicht”.

We staan voor het vraagstuk hoe een bekwaam schrijfster zulke zinnen kan schrijven en eene voor kunst izoo gevoelige vrouw, zulke beelden kan gebruiken. Er is nog te weinig durf, te veel aanpassing aan het onontwikkelde schoonheidsgevoel in ons volk, dat de schrijfster zoo uitstekend kent, en toch .... Dit boek is een der beste boeken in onze Christelijke kringen verschenen, een lentedag, een eerste, och, dat het toch eens zomer mocht worden...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

„Lentedagen in Italië”, door H. S. S. Kuyper.  J. H. Kok, Kampen, 1921.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's