GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

25 minuten leestijd Arcering uitzetten

Honiiletiek en psy chologie.

Hield prof. Hoekstra vro'eger een ïede over Ca, teches© en Psychologie, thans droeg hij' aan zijn amibtgenoot , Greydanus het rec|tor, aat a, an de Theologische School over m'et ©en oratie over „Homiletiek m Psychologie", Predikkunde ©n Zielkunde.

Zoo wordt bet ©ene prakJtische vat na het andere naaï eisch van den tijd m'et de psycholo'gie jn verband gebracht.

Het persverslag luidt:

Na in een Inleiding' gewezen te hebben op de emorme exp^ansie der Psychol'Oigie, Boowel in de tbeoiietische beoefening als in de praotasclie toepassing, vörmeldt SpT. in het eerste deel zijner rede w, at de geschiedenis van de homiletiek aangaande do relatie van homiletiek en pBychologie aan gegevens biedt. Die oude Öietorica van Aristoteles, Ciceïo len QuintUiantüS' heeft onderscheiJene ' psychologische data veïW'erkt en Augustinus is' hen , ihieïin gevolgd. De G-ereformeerten van de zeventiende eeuw hebben in .hun homiletieken Joot het nadruk leg'gen op de toepassing (aptplicatie-) en de leer van de usus eenigeirmate met de psychologie, riekening gehouden. Onder ds homileten v; an den nieuwënen .tijid, die homiletiefc en psychologie in veirband met elkander hebben beschouwd als b.v. Cotlaïrteiuo, Uckeley, Gardner, van Veldhuizen e.a, woïdt vooral geweizien opi Niebergall, die 'een „Priedigtlehne" op «m'pirissh-pisyohologlschen girondslag heeft opgebouwd. Van GereformeeM standpunt zal getracht mo'sten Worden, zelf een pad te banen.

In het tweede deel, waajiin wordt nagegaan welke 'beteekenis de plsychologie vaoir de homiletiek heeft en de verho'udin'g deiz.er wetenschappen nader wordt bepaald, to'ont Spr. aan, dat kennis van de psychische p'rooessen in het inteUectueiele, volitioneele en emotioneel© leven voioir den prediker van hoog belaag is.

Op twee tegen-instanties woïdt gewezen. Ten ©eïSte heeft elke be'mvloeding door woiord en gebaad haai' grens in de persoonlij'fch'eid, in het mysterie van bet Ik. Op geestelijk gebied zal de meest doeltreffende p'rediking geen effect sortoeren, wanneer niet de pisyche daarvoor ontvankelijk is, gemaakt door Gods Geest. Ten tweede w.oirdt de meening bestreden, dat de inhoud der prediking uit 'de psychologie zou kunnen afgeleid woirden. Het psychologisme in de Homiletiek is onaannemelijk, wijl waaï-deering'soordeelen niet zonder meer uit zijhs-oordeelen kunnen afgeleid worden, ' de deductieve methode naast de induictiov© in de theologie volle 'recht van bestaan heeft, en de prediking moet gehandhaafd worden als bediening , des 'Woords.

In het derde deel der rede wi|st Spir. door enkele voorbeelden aan, hoe de pisychologie in de homiletiek toepassing .vindt. Zijl is 'van waarde om het naastbijliggend doel van de pii'ediking te bepalen n.I. be'invloeding onder religieus gezichtspunt van het kennend, stnevend en gevoelend Ik. Zij heeft beteekenis voor het vinden yan de stof; door psychologische ojitleding wordt het speciale van den tekst gevonden; voor de verklaring van historische teksten is zij; van groot belang. AIg'emeene psychologie, areligieuze psychologie en • volkspsychologie dragen materiaal aan voor de toepassing, die een integreerend bestandeel is van de preek. De leer van de apperceptie en van het geheugen zijn van beteekenis voor de pars fotmalis der homiletiek. Gxj'ede apperceptie en gemakkelijke re'productie worden bevorderd door held& e voorstelling, aanwending van thema en verdeeling, 'eenvoudigen zinsbouw en doelmatige wooirdkeus. Kennis van de correlatie tusschen de pfaantasie en het emotioneele leven is van belang vooir de voordracht. De collectieve psycbologiie vermaant den homüeet, om bij bet in werking zetten van de affecten der hoorders, de grootste voorzichtigheid te betrachten. Het verwekken van sterke emoties in een groote vergadering is altoos eenigszins 'gevaa, rlijk. De prediker die bij zichzelf te krachtige emoties wakker roept, verzwakt eigen psychische energie en trekt de opmerkzaamheid der hoorders van het Wooird af voor zichzelf. Dit is funest. De pirediker mag niet in het Mikpunt, zelfs niet in het blikveld komen te staan.

Wordt het huwelijk tusschen homiletiek en psychologie .op wel omschreven voiorwaarden gesloten, dan zal deze verbintenis een gezegende blijfceu te zijn.

Uitteraard bevriedigt een vfefölag maar half. De bekhoptheid, waarmee alles moet wo-rden weergegeven is gewoonlijk aan de duidelijkheid niet bevorderlijk.

Een speech. Waar wat in zit, gelijk die van prof. Hoekstra, laat zich haasit niet , , v©rslaan"

En daarom zouden wij' .geneigd zijn, het gebrai.ke'lijfee: „met x^eilangen zien wij naar del viersohijning dezer iiede uit" hier toe te passen, ware het niet, dat Ifi Imjpeta in de „Kampier Kerthode" "er ons op voorbereidde, dat deze oratie niöt bestemd is om het licht te zien.

Hij geeft daarbij' de hte'uglijkb reden oip:

Zij verschijnt — iji afwijking van andere der-• gelijke rectoraJie oraties —'• niet in druk, aangezien de inhoud verwerkt wordt in de Homiletiek _ (Handboek dor Pi-edikkunde) die, naar Spr. ons toezeide, binnen het jaar, zoo de Heere wil, zal verschijnen. Daarmee zal Prof. Hoekstra ongetwijfeld onze voor predikant studeerende jongelingschap en de Dienaren des Woords niet minder, zeer verblijden ©n verrijken. Aan 'n principieel-Gereformeerde Homiletiek hebben we groote behoefte.

De opkomst was uitstekend, de belangstelling bleek groot. En: de ^Iwezigen hadden ongeilrfk..

JNTatuudijk — vanwege de geleerdheid van den opzet en mede vanwege 't aantal vreemde woorden (in zulk 'n Rede niet, gelijk in de preek, contrabande) konden ongeschoolde hoorders lang niet alles begrijpen. ïoch ging 't hun gelijk ili sommigen hunner voorspeld had. Zoo ze zich bij vogels vergeleken, konden ze meerdere kruimkens wegpikken; en waarlijk geen droge korstjes maar smakelijk wittebrood.

Kin der psychologie.

Kiét alleen voor de predikkunde heeft de p'syohologie of zielkunde belang, maar ook voor de opvoeding.

In dat oip'zicht maakt onze tijd 'groote vorderingen. Inderdaad uit heden ten dage het menschelijk veiinuft zich niet minder in de psydhologische waarnemingen dan in de techniek.

Dr A. de Vletter schreef in de „N. R. Ct." een paar interessante arli^kelen over „De Psychologie en de School".

Ik neem hier over het slot van zijn tweede stuk:

Jlc herinner me uit mijn schoolpractijk een paar aardige gevallen; in de eerste klas van ©en middelbare school bleef, naar de gewone maatstaven der beoordeeling, een leerling „zitten"; toen echter nadere beslissing der leeraarsvergadering het advies van den psycholoog werd ingeroepen, luidde dit: , , zoo mogelijk den leerling'meenomen, op die en die gronden"; aldus geschiedde en de jongen deed eindexamen gymnasium op den gewonen tijd. Van teen anderen leerling, die over 't algemeen een zéér goeden indruk maakte, werd een psychogram vervaardigd, waairuit bleek, dat da verstandelijke aanleg niet veel meer dan middelmatig was; de rector der school kon dus den ouders van den leerling slechts de grootste voorzichtig'heid raden bij de' keuze van een meer of minder zware studierichting-En zooals later bleek' (de , - 'raad werd bij oiceptie gevolgd) geer tenechtl Op een ailderö scnool werti een zeer eenzijdig aaii-^ , gelegde jongen; die toelatingsexamen vooir de eerste klasse deed, toegelaten, wijl een der leeraren-examinatoren, die het examenwerk, ook het miondalinge, met groote zorgvuldigheid bad vastgesteld, die een scherp waarnemer, ook in-psychologischevragen-belangstellende is, izich voor hem in de bres stelde en de andere examinatoren tot een schikking wist te bewiogen. Die minister overwege wol, dat een algemeen vooltlschrift omtrent noodzakelijk 'te behalen cijfers bij toelatings-en emdexamens do exceptioneel-aangelegde kinderen van onze scholen uitsJuit; hij late desnoods afwijking van de uniforme regels toe onder verplichting van overlegging van een goed gefundeerde psychologische verklaring.

Als de psychologie betoekenis heeft vow de school, heeft zij het daardoor ook voor de ouders. Maar ook rechtstreeks ka, n de pscholoog raadsman der ouders zij'n, zooals de kinderarts steun én hulp is, soms in haast dagelijksche consulta, tir', voor de moeders van jong© kinderen. Waar de roosterindeeling misschien op den duur verandering zal ondergaan door de adviezen der scboiolpjsychologen, zal de psychologische adviseur ook in het huiselijk leven zijn stem doen klinken. De Vraag, of 'het kind na schooltijd nog ©xtrarlessen zal krijgen (muziek-, teeken-, literatuurles); de vraag, of die lessen op de avonden of op de 'vrije middagen zrülen worden gesteld (het laatste 1 is zéér bedenkelijk l) zal in sommige gevallen met hnlp van den deskundigen raadgever kunnen worden opgelost. Deze kan een diagnose, maar soms oiok een prognose stellen: de psychologie kan den geestelijken toestand van het kind op één oogenblik bepalen, maar ook een onderzoek instellen naar den in bet kind sluimerenden aanleg, die voor zijn toekomst gewichtig kan zijn. Nemen wij als Voorbeeld: mnziekonderwijs.

Hoeveel tienduizenden uren van les en „studeeïen" worden er jaarlijks, neen, wekelijks, doorge'martéld met onmuzikale kinderen, terwijl aan den anderen kant veel werkelijk muzikale aanleg onopgemerkt of onontwikkeld blijft. Zal een. kind muziekonderwijs krijgen en welk instrument zal bet bespelen ? De al-of niet muzikale aanleg schijht met 'zekerheid te bepalen te zijn. Wat ©en geluk, wat een verlossing voor duizenden kinderen, pis de ouders in dit opzicht evenzeer deskundig advies wilden vragen als in gevallen van opkomende verkoudheid, pijn in de keel of geringe temperatuursverhooging! Aan het Conservatorium vojor Muziek te Boedapest bestond de instelling, dat vooir en aleer de jonge musici, overgaan tot de zg|n. virtuosen-klasee, 'zij nogmaals zorgvuldig, langdurig, onderzocht worden, en daarbij bleek bet ad'vies van den psycholoog dan nóg wel in strij'd met de meer • subjectieve meening der miuziekleeraren, wat als illustratie mag gelden van de reeds hiervoor besproken k^vestie van schijnba're of werkelijke begaafdheid.

Bij den voor'uitgang der nieuw© wetenschap schijnt in vele gevallen den ouders, en schoolledders, en fabrieksdirecteuren een vrij groot© stelligbedd gegeven te kunnen worden. Over de kolosseüe beteekonis der psychologische wetenschap voor fabrieks, en bedrijfswezen spreek ik in deze" opstellen . niet. Maar zelfs in-huis en school kan de pBychologie een 'i'ol ver\'T3llen: in vragen als: bet achterblijven der kinderen (welke de oorzaken daarvan zijn); als: gebrek 6, an belangstelling; als: voortdurende of in bepaalde perioden sterk toenemende vermoeidheid; in al dergelijke vragen kan de psycholoog van advies dienen.

Dat doet hij feeds in Duitsohland en Amerika, yfnaT tallooze professoraten voor pedagogische psychologie gevestigd zrfn, en gtfoote instituten met talrijke assistenten. In Borlijh is de psychologische praktijk roods evenzeer ontwikkeld als de gewone dokterspraktijk; in Amerika hebben sommige staten wettelijke voorschriften omtrent de werkzaamheid der schoolpsychologen-. Zoover zijln wij' niet, zullen we vooreerst niet zijn; ik boop' door deze beide opstellen althans eenige belangstelling gewekt te hebben voor de vraag van de beteekenis der pisychologie voor onderwijs en opvo'cding.

Misschien zal iemand dadelijk ©en warm voorstander worden van het psycjhologjenberotep', wanneer hij leest, dat zulk ee'n man hem' verlossen kan van het piano-getjengel van een overigens aardig, m'a, ar talentloos buurmeisjie. Toien er nog geen woningnood was kon meri er nog om verhuizen. maar dat gaat nn o!ok al niet meer. En dof-beimstend nïoet men de levenloozfe gamtaa's over zijn ho'ofd laten scheren fen door zijn aderen laten kWebelein, tot men eindielijk' gam'm!a-doof en - ge'vbelloios is geworden. Maar wat uitkomst zou heit zlijh als men de ouders van het lieve kind kon overreden om eens met haar naar eien Beroepspsych'oloog te gaan, ten einde het sluimieriende genie in hun dochtertje 'Ie' laten ontdekken. Tien tegen één, dat hij den raad geeft: zpg de huur van dö piano maar op.

Men lei de hieruit echter niiel af, dat ik' met den beroepBJ)'sycholoog zoo'n beetje den spot drijf. Ik ben zeer stellig van meening, dat voor zulke geleerden werk te o'ver is. Mits zij' niet overdrijven en ook ruime plaats laten voor heit intuitievei. Nooit mogen aij het le-v^n regleanenteieren. Dat zullen ze oo'k ariet, wanneer zij: de bescheidenheid in acht nemen, welkte' vooral een jongie wetenschap past.

Rij pere-jeugd psychologite

De ziel van, het kind is 'vefel gemakkelijker te naderen, dan die van - den jongen of het meisje in de jaren der puberteit pf rijipwording.

Strikwerda geeft diMromltrent in „Friesch Kerkblad" dezeoibinerkingeli:

De jong'elmgsleëftijd heet de lente des revéns, . ' maar 'ook in de lente, kan het geweldig, stor-' men. En j^uist ih dene levenslente doet hét dit zoo vaak en zoo erg. De hartstochtea in verband met het . izevende gebod, ' nu ontwakend, botsen tegen den eisch van een kuisch en rein leven. In gesprek en stille overlegging wordt geiZ'Ondigd. De strijd ontbrandt. Het gebed — we spreken over de ernstigen onder onze kinderen — verdiept en verheft aich. Er komt schuldbesef, drukkend .zwaar. Er komt, Gode zij dank, oo'k geloof aan vergeving en verzoening. Er is val en oprichting. Maar na de verheffing komt licht, zoO' geheel onverwacht, nieuwe val. En dat ontmoedigt. En menigeen geeft dan den strijd maar op, ontm'Oedigd. Hij voelt zich zinken. En benanwend wordt dan het leven. Neen waarlijk — deze „lente" de.s ' levens doet de rozen niet bloeien, zonder te wonder, door de doornen der zonde.

Wie die dien verborgen strijd vermoedt, voelt niet groeten weemoed het harte binnen vloeien'/ Zo'u niet ontroerend medelijden met deze lijdende strijdenden vervullen ?

Kameraden, verzwaart gij door gespreken en toespelingen deze worsteling, of ste'unt gij elkander? In het geloof is ook hier, vergeving, en kracht en over'winning', aan - den voet van het kruis-Dat ; beerlijk sterice kruis!

Deze strijd der puberteitsjai'en, zich wentelend om het sex'ueele centrum, g^at gepaard met merkbare lichamelijke veranderingen en nog gfooter ; innerlijke «iele-wijzigingen." En dat maakt den afstand tussohen ouders en kinderen soms-zóó groot, dat bij ©en klove wordt, die niet meer te overbruggen is. Zoo wijd, dat alle intimiteit verloren gaat, en er over persoonlijke , zaken van het tijdelijk leven, over h'uw'elij'k en verkeeringi niet eens meer overleg bestaat. En n'u spreken we gansch niet over het innerlijk geestelijk, het godsdienstig verkeer, 't Is of men, wederkeerig; , zich zondaar gevoelend, izicb schaamt over zulke heilige dingen te praten. De 'kinderen maken eigen afspraken, sluiten eigen ^ vriendschappen: Het tehuis brokkelt voor ze af. Oriders en kinderen leven nog wel onder één dak en toch niet meer samen. Zijn zij, die het dichtst bij elkaar leven, vaak niet bet verst van elkaar?

En dat wordt voor de teergevoelige ouders een schaduw, - waarvan dei donkerheid niet verlicht wordt, door het besef, dat men .zelf als rijpende jonge man en vrouw ook iZOO' geweest is.

De moeder met haar m'Oer btóg|z.amen aard, • weet .zich beter te voegen in dezen nieuwen toestand dan de vader. Zij, lijdt dieper misiciron maar • met lijdzaamheid. Hiji meer stug, voelt nei.; ing tot ongeduld. Hij verdraagt ae 'zoo moeilijk, die kwajongens, die geen jongens meer 'willen . .aijn en geen mannen nog-kunnen weizen.

Als kinderen plachten hUn zoons'^^Kir'allerlei lichamelijke en geestelijke eigenschappen zoo aantrekkelijk te zijn. En deze verliezen ze nu. Er komeii van die verdachte puistjes op wang en kin. Hun '• stem begint wat te kra, ken. Ze hangen .«oo ietwat lummelachtig öm. En het taaltje, dat ze zich veroorloven te uiten!! Hun kleeding is slordig en • opzichtig tegelijk. Ze werken graag met parfum en pomade, geuren met lila sokken en schreeuwleelijke lefdoekjes, en beginnen tegelijk misschien ' te nagelbijten of aan andere onhebbelijkheden te doen.

En als daar dan bijkomt gemisv-i^^^^p^. Jiet ' noig al uitzetten van de uitgaven, een hunkeren naar vermaak en ontspanning — zonder te weten, hoe er gezellig aan te voldoen; als eigenwaan te veel en .zondebesef te weinig openbaar wordt, dan komt er in menig vaderhart een eigenaardig gevoel op. dat met liefde n'u juist niet geheel synoniem is.

Grehdckig in dezien het waiu'lijk Christelijk gezin, dat buigt voor Gods Woord. De prediking van 'smenschen verdorven hart, van zijn zondige neigingen naast de bede om ontfei'ming voor de aon-. den der ouders en voor die der kinderen — breekt • de scberjie kanten van deze tegenstellingen af. Ze voorkomt, dat de opgroeiende' zoon in de oogen van den vader een last wordt en dat de veranderde veAoudingen het leven van vader en zoon ve'rwrokt. Waartoe 'het komen kim, teekent ons Stijn Streuvels in zijn roman de Vlaschaard, waar boer Vermeulen aijn zoon Louis met den zwaren mispelaar-in een uitbarsting van woede neervelt. En moge deze Uitbarsting bij bijna allen — Godes weerhoudende genade zij dank —• achterwege blij'ven, de-gespaimen verhouding is er niettemin maar al te vaak.

Gelukkig', vader en zoon beide, wanneer de vader naar .Christelijke barmhartigheid met 'belangstelling het verloop van deze zielsprocessen bij zijn zoon volgt, en eigen ervaring als maatstaf aanlegt, om ongemerkt en dus ongeweten, te verrnoeden - wal er onder de oppervlakte van de levensschors in de , zie! van zijn zöon omgaat.

Dan verkiaai't hij zich de verandering.

Eerst is de verhoudinig tusschen he'm en zijn zoon .er een geweest van ouder en kind, met zoo groot mogelijke verschillen tusschen hen, zoodanig, dat de laatste een geheel ander wezen 4s dan de eerste.

Maar lals de jongen zoo 14, 15, 16 j'i-ar en "o'uder wordt, dan komt hij als aang; roeiend man naast den man, die zijn vader heet, te staan. Daardoor moet de verhouding onwillekeurig wel veranderen. Wee, wanneer nu de vader .zich bij. dien totalen ommekeer niet aai-ipast. Garosohelijk gaat dit niet, want 't is den vader bij zoo' geheel veranderd voorwerp van izijn liefde, alsof de liefde zelf ver­ '-koelt, en .ze op een ander voorwerp wordt over-• gebracht. De zoons schijnen dan den vader - vaak . harteloos l; oe en de ^ vaders, .zijn in oogen van . kan zoons vaak er-g ouderwetsch. De eens begon-' nen verwijdering wordt hoé langer zooj grooter, tot bet eindelijk tot een bre'uke komt.

Met opzet wijzen we hierop eens. Juist omdat openhartigheid en wederz.ijdsch verstandig begrijpen de moeilijkheden in de onderlinge verhoudingen voor een goed deel oplost.

Er zit een. tikjie eenzijdigheid in deze teekening van de-„Sturm'-und Drangiperiode".

Bij velen verloopt ze zoo'.

Bij sommigen zelfs nog erger.

Maar bij zeer velen^ Oipk in onze. .kringenj , j; och vrij' wat kalmer.

De sfeer van ware göidsvïneR'wêr'Ët H^^r "zoo

verteederend en heiligend. Niettemin zijn de raadge-vingen van dezten paedagoog aan ouders, die bij' hun kinderen dien stieirkten psychisdhen spro'ng waarnemen, uitnemend.

De nieuwe spelling III.

Hier volgt tlians ihel slot van ons uitknipsel over de - nieuwe spelling.

AVat betreft het grammatisch geslacht.

A. De regels voor verbuigingsuitgangen met - n (ea met - s enz.), tot dusverre geldende, voor de lidwoor-'den, bijvoeglijke naamwoorden, welke de zoogenaamd manlijke zelfstandige naam-woorden begeleiden, blijven alleen van kracht met betrekking tot:

1. de namen van manlijke personen;

2. de namen van dieren, die óf slechts oen manlijk individu aanduiden' (stier, os, hengst, riün, reu, •doffer, woerd, hommer enz.), 6f een gebruikelijk . a.fleidsel op - in voor bet vrouwelijk individu naast zich hebben (leeuw, wolf, ezel, aa.p enz.);

3. de samenstellingen met een der bij, 1 en 2 geno'emde woorden' als tweede lid.

Uitzondering. Deze regels gelden niet, wanneer de genoemde woorden bij overdracht dieren ol zaken aanduiden, als b.v. BieJg, Belgisch piatajrd, Rus, Russisch effect, ezel, scbilderswerktuig.

B. Bovendien kunnen die regels worden toegiepast" bij de vanouds „manlijke" woorden, waarbij die uitgangen tot dusverre zonder veel waii^eling, vooral in den niet alledaagsch© stijl, gebruikt zijn,

C. Het bezigen der - n' enz. ook bij andere, in de aa.n bet ontwerp toegevoegde lijst niet genolemde woorden, die vroeger als manlijk beschouwd werden, zal niet als onjuist worden aangemerkt. Dit geldt in de eerste plaats voor woorden, die niet in deze lijst staan, maar die in den hoogeren stijl gaarne als manlijk worden gebruikt; zoo b: v. den balsem der vertroosting, in den schoot del' aarde, enz. Ook zal het niet als onjuist 'worden beschouwd leen samenstelling als manlijk te gebruiken, wanneer het tweede lid als manlijk in de lijst Vvordt venneM.

D. Met betrekking tot alle zelfstandige naamwoorden staat het, evenals reeds nu, - vrij bij de begeleidende woorden als ©en, mijin enz. de uit-

gangen eg Ie laten: eenen dag' of een dag, mijne-riien-deh of jjiijn vrien-den enz.

E. In de keuze van het geslacht voor do persoonlijks én bazittelijke voornaiamwoorden van den 3den pörsoon [hij of "MJ, zijn oif haar enz.) richt men zich bij; het schrijVen naar .liet spreken in dezcldo omstandigheden.

De hoogleeraren merken, ter toeilichting van deze regels, die meer bepalen dan het Verslag der Staia, tscommissie, doch mindeï dan hunne twee aan dat Verslag toegevoegde Nota's, ter verantwoiOitding (|^rhalve hunner ten, d^e^eranderde zienswijze, het volgende op: ":

Het is ondergetekenden bezwaarlijker gebleken < ^lan zij zich wel hadden voorgesteld, tot overeenstemming te ge'raken omjtrent de, door beiden gewenste „beknopte" lijst van woorden, die, met de samenstellingen, waarin zij als tweede lid voorkomen, ook voortaan overal en altijd mtet den veï'bogen zouden worden. Immters het Nederlands taalgievoel is, voor izooverre bet op bet ziooigenaamd manlijk geslacht betrekking heeït, juist doordat het niet meer in de gem'eenzamo Noordnederlandse levende omgangstaal go, g!ron.d is, van ? ; eer bijzonderen en samengesteldeh. aard: zeer onderscheiden factoren zijn hierbij in 't spel. Voor den een is 't alleen, een zaa.k van louter letterkundige overlevering en komt slechts 'het visüeele schiiftbeekl in aanmerking. Een ander, schoon evenzeer dit gevoel als literair-traditioneel • eïkennende, hecht toch ook aan het gehoplrbeeld waarde: Mji hoort die zgn. manlijke woorden in zichzelf vergezeld van buigingsuitgangen met - -n en wenst deze, hoewel jn 't dagelijks leven niet uitgesproken, toch bij 't lezen en voortraj^en ook inderdaad te hoiren. Weer anderen daarentegen gaan, mier onafhankelijk van de overlevering, alleen te rade met hmi eigen, zuiver persoonlijk kunstenaarsgevoel, waaTbij •dan in hoofd^iaak de betekenis (de zgn. persoonsvörbeelding), maar toch ook de vorm' van het woord, de beiginklank, hetzij een Idinker of een h, d, t enz.) van invloed is of althans kan zijn, ïen slotte spreekt bij personen met kennis' van onze oudere taal-en van andere talen ook bet besef '-f: in de herkomst der woorden mede: zij zullen aan het Latijn of andere vreemde talein ontleende, min of meer geleerde woorden (en ook bekende aardrijkskundige namen) ongaaime ainders dan met het hun in die vreemde taal toekomiende manlijk geslacht bezigen.

Hierbij komt voorts dat zeer velen, althans nu nog, wel een aantal woorden - in sommige betekenissen, toepassingen, uitdrukkingen of verbindingen, vooral in den niet gemeenzamen stijl, biji ho'ti schrijven, soms ook bij' het sptreken, met den wensen len plegen te vörbinden, doch diezelfdei woorden (of hunne samenstellingen) niet in alle gevallen, in ander verband en in. anderen stijl, aldus zouden willen bezigen. Vooreerst zijn er een zeker aantal min of .^eer vaste uitdrukkingen, waairin zelfs de gemeenzame oingangBta, al vrij' algemeen, nog steeds de - n indeirda, ad laat horen: voor den dag, in' den drup, onder den duim, op den iduuir, naar den eis, in den hoek, op den tast, ten top enz.; loch schijht de eis, dat daaïom alleen deze woorden in alle andere gevallen met den verbogen zouden moeten worden, nauwelij'ks meeir vol te houden.

Maar ook van vele andere wooirden, a'l zijn zij niet in deirgelijke uitdrukkingen als 't waire ver-• steend, geldt toch, dat men niet alle gebruik over één kam mag scheren, noch' ook het gebruik bij (sommige betekenissen van) het grondwoord vopr allo samenstellingen bindend verklaren. Men vergelijke b.v. de volgende woorden, in hunne verschillende betekenissen en toepassingen, en hunne samenstellingen:

den Heiligen Stoel, den rechterstoel X de praat-, schommel-, strandstoel;

den aardbol, den hemolbol X de glazen bol,

de appelbol; , **iSi^; .. den schandpaal, J^^^pidpaal graaf-, wrijfpaal; '' X de sein- appelbol;

den (nietigen) aardworm X de worm, de aardwarm :

den "twistappel, den oogapipbl X de appel,

aardappel. Bijna even onaangenaam als het weglaten der - n bij het schrijven of voorlezen der eerstgenoemde woorden thans nog veler gezicht of oiofc gehoor zal aandoen, zal ïiet. breeds thans dikwijls voor diezelfde personen zijn in^ de laatstgenoemde gevallen de - n te schrijven, nog meer ze te spireken of te horen. Kortom, het gaat bij hader toezien niet meeir aan (behalve dan voor de zoo gemakkelijk te onderkennen en nog algemeen aj, s „manlijk" gevoelde wporden met een natuurlijk maailijk geslacht, sub 1—3 genoemd), vaste - en algemene bindende tegels te stellen; _er dient hiör wel eenigo vrijheid gelaten voor de pèrsoionlijke voorkeuï, naar gelang van den stijl, maar ' ook van den leeftij'd.

Immers het valt niet te loochenen dat, bij het jongere geslacht (zeker niet zouder invloed van het op dit punt door de ijVerige piropb-ganda der , , Ve'reenvoudigers" verslapte onderwijs) het traditioneele bosef van het ma, rdijfc geslacht van deze en ide'rgelijfce woorden aanmerkelijk veirzwakt, ja soms nagenoeg geheel verdwenen is: veLen van hen achten het drijven der - n ook in den h'ogeren stijl onnodig, ja verkeerd.

Om al deze redenen zijn de ondergetekenden, na enige mislukte pogingen om ook met enkele andere taal-en-letterkundigen tot overeenstemming te geraken, te rade geworden noch enkele regels, op betekenis of v'orm giagrond (b.v. de namen van bekende grote en sterke dieren, de woorden op - dom enz.), noch ook een beknopte lijst van woorden, als voor alle onderwijs en ambtelijk gebraik geldig, samen te stellen en aan te bevelen, doch liever, behalve de enkele regels voor het zgn. natuurlijk geslacht, een gro'tere lijst op te maken, *»Si#"f€an zooveel mogelijk al die enkelvoudige of samengestelde wootTden zoiu }> evatten, welke tot dusverre door de meesteil die gewoop zijn de pen te voeren, in zekere ge'\'allcn zonder veel weifeling met den verbonden zijn. Het zijn veelal worden, die zeker denkbeeld van grootte, kracht, macht, waardigheid of weidshleid uitdrukken of medebrengen, of die, dikwijls in man of meer vaste verbindingen, in den hogeren, hetzij li'tefrairen of ambtelijken, .althans niet in den alledaiagsen of gemeenzamen stijl gebezigji'" worden.

Deze lijist, slechts ene voorlopige proeve, is' niet alleen nu zeker niet volledig; maar zij' zal, ook herzien en aangevuld, nooit geheel volledig', en altoos noodwendig mm of meer persoonlijk on willekeurig zijn. Zij kan natmirlijk niet alle samenstellingen met hier 'genoemde grondwoorden als tweede lid bevatten, waarvan er immers dagelijlcs nieuwe gevormd worden. Ziji omvat ooik niet: enerzijds de zéér alledaagse samenstellingen '(die uiteraard hier niet thuishoren), anderzijds de zéér ongemene, poëtische (die onmogelijk op te soimiraen zijn, doch, indien gebezigd, allicht ook met den verbonden zullen worden); zij tracht alleen een codex - der tot dusverre gevolgde traditie te geven, " althans te benaderen:

De ondergetekenden hebben ©r over moeten nadenken, op welke wijze de hier voorgestel'de rege-' ling .zoiu kunnen worden toegepast; immers van ' de toepassinjg ban, gt 'het grotendeels af of de regeling bruikbaar en aanbevelenswaardig zal ? ijn. Zij geloven, dat, wanneer ook diegenen, die slechts bet eenvoudigste onderwijis ontvangen gedwongen worden van die lijst gebruik to maken, men op grote bezwaren in de lagere school zal moeten rekenen; dat - daarentegen de leerlingen der Gymnasia en H. B. S., zoolang de Regeering aan hare organen de handhaving dezer regels voorschrijft, er belang bij (hebben met die 'regels en dat gebruik bekend te blijven.

Daarom menen de ^ondergetekenden, dat vooi'shands het volgende raadzaaan zou wezen:

1. In alle ambtelijke stukken wordt de - n geschreven bij de in do regels bedoelde en in de lijst genoemde woorden.

2. De leerlingen van het Middelbaar en Voorbereidend Hoger Onderwijis worden met die lijst in kennis gesteld, om er zich op nader te bepalen wijze van te bedienen (een slaafs van buiten leren is hierbij vanzelf uitgesloten).

3. De leeirJingen van het Lager en Meer Uitgebreid Lager Onderwijis behoeven van de lijst geen kennis te nemen en hebben zich slechts te houden aan de bovengenoemde 3 regels, welke voor ieder - gelden, die.id.ègts, sM^^pijidgi.r4: -Regeering jnoet volgen.

De 3iier in grote trekken voorgestelde regelingj ' staat vrij' dicht bij de door dr. Van Ginneken gewenste oplossing. Toch verschilt zij er in zoove'iTe van, "dat hier niet geheel 'v'rij sptel wordb gelaten aan de pteïsoonlijke, zij 't artistieke willekeur, maar all-een enige - vrijheid gelaten om ail dan niet het vanouds bestaande gebmik te volgen. Het zou vrijstaan bij de in de .lijst genoemde •vanouds manlijke woorden de - n in zekere gevallen, naar gelang van stijl e[n smaak, te bliJA^en gebruiken. Maar 'het gebruik der - n bij vanouds vrouwelijke woorden zou niet •y'rij'staan en als een fout gelden. Bij dit aUes behoeft er wel nauwelijks aan herinnerd te worden, - dat deze gehele regeliftg eigenlijk alleen zou gelden voor da organen der 'regeering en voor het onderwijs; niet alleen de kunstenaar, maar elk pa'rticulier zou natuurlijk geheel vrij blijVen zich al dan niet naar dat gebruik te schikken.

In verband met - dit laatste zou ter aanbe-veling enei' dergelijke regeling nog kunnen strekken, dat zij wellicht ook in dezen _„schoolstrijd", waaraan reeds een kwarteeuw lang zooveel .tijd en vlijt verspild zijn, de lang gewenste „pacificatie" zou kunnen brengen! Immers zij schijnt niet zoo heel ver af te staan van hefigeen Prof. De Vooys nog onlangs bepleit heeft. Doch ~ het vaTt niet te loochenen, dat de tot dusverre geëiste en tot vóór [ korten tijd in hoofdzaak ook - bestaande strilcte éénheid en - eenvormigheid ook doior deze regeling! te loor zou gan.

Aan het ontwerp ^ijn de twee in den aanhef genoemde lijsten toegevoeg; d, Ie. een' woolrdenlijst voor 'de spieUing van de meeste woorden die veranderen, met weglating van nagenoeg alles wat onveranderd blijft; 2e. leen woordenlijst vooir het manlijk geslacbt.

Mijn aanteélgeniii'gen hierop b'ewaar ik to: !, latei. Gaa-me zie ik bet persoordeel van der zak© kiindigen te'gieinOieit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's