GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Occultisme.

De wetenschap|)elijke veroveringen op het gebied der zielkunde, gepaard met de opleving 'van het moderne bijgeloof, plaatsen ons voor zeer moeilijke ethische problemen.

Ds Knap geeft in „Oude Paden" eenige nuchtere en gemoedelijke gedachten over het „veldwinnend" maignetisme.

Magnetismie.

Onze lezers, voor zoovelen zij belangstellend de . verschijnselen in het moderne leven volgen, hebben natuurlijk wel uit do bladen gezien, dat men tegenwoordig dweept met allerlei verborgen of occulte krachten. De bekende geschriften-reeks '„Ons Arsenaal" heeft zelfs een serie brochures over deze geheimzinnige verschijnselen aangekondigd. Het eerste nummer, dat van algemeenen, overzichtelijken aard is en ons daarom nog niet veel wijzer maakt, is reeds verschenen. Er blijkt uit deze publicatie behoefte aan voorlichting op dit duistere terrein te bestaan. Inderdaad kwamen wij ook zelf in aanraking met personen, die in hun onmiddellijke omgeving onderscheiden kranken kenden, die zich om genezing van hun Irwalen te verkrijgen tot magnetiseurs en somnambiiJen begaven. Deels waren dit menschen, van wier godsdienstige overtuiging men weinig wist te vertellen. Maar er waren ook leden der Christelijke gemeente onder. En zoo kwam de vraag' vanzelf bij ons op, welke houding wij als Christenen tegenover deze beweging aan te nemen hebben ?

Het is natuurlijk al te gemakkelijk het magnetisme en de ware of vermeende genezingen, die er door bewerkt zijn, kort en goed voor duivelskunsten uit te maken, en alle Christelijke patiënten Ic vermanen geen gemeenschap met machten van den vorst der duisternis te onderhouden. Wij ontkennen volstrekt niet, dat de Booze zich deze en andere verborgen krachten dienstbaar kan maken en ook werkelijk meer dan eens maakt. Dit ligt geheel in de lijn van dezen gevallen en vérleugenden genialen geest. Hij' legt gaarne beslag op allerlei geheimzinnige invloeden om zijn rijk te bevestigen^"ï? êr"w'etend, dat het een zwakheid van ontêrbaar vele menschen is het mysterieuse na te loepen en aan te kleven, vooral in een tijd, die mot het geloof in positieven zin gebroken heeft. ï)eze erkenning is echter iels anders dan de bewering, dat de zoogenaanada magnetische krachten-rechtstreeks van hem zotideu uitgaan en op dien grond onbruikbaar voor de Christenen zijn. De duivel legt ook wel op andere dingen beslag, die op zich zelf nuttig, en soms zelfs onontbeerlijk zijn. Niemand doet hefeleötrische licht in de ban, omdat hei op plaatsen van wuft vermaak dikwijls een onheilige zaak dient: Wie denkt er'aan alle aanraking met boeken en bladen te vermijden, omdat de pers één .van Satans' krachtigste hulpmiddelen geworden is voor het doen van afbreuk aan het koninkrijk Gods? En al is het oen algemeen bekende zaak, dat de bioscoop een uitgelezen werktuig is in 's Boozen hand om zielen te verderven, het komt toch niet in oen 'gezond brein op de Uitvinding van de film aan daemonische ingeving toe te schrijven, .... wij weten immers to goed, dat de Satan, ondanks al zijn genialiteit nooit iets nieuws kan scheppen, hij is alleen in-staat te bedeiTen en te misbruiken wat'God ten : goede geschapen; heeftv.

Wij moeten de dingen nucliter beschouwen.

Een historische Uitweiding is hierbij niet te vermijden. Men kende sinds lang de magnetische krachl, ^ die een onuitsprekelijke weldaad is en zonder welke geen schip van een kompas voorzien zou kunnen Avorden. De beoefenaars, dor natuurwetenschap wisten eveneens, 'dat men aan een bepaald voorwerp soms magnetische kracht kan verleenen, en als jongens hebben wij ei' meermalen de proef jnede genomen, als wij een bamsteenen sigarenpijp 'eerst flink over don mouw van onzen jas streken, om er vervolgens do papiersnippers tegenaan-te-.-zien vhegen.

Men kwam oen schrede verder door de'''waarneming, dat er ook van sommige menschen een geheimzinnige kracht Uitgaat, die men zonder contact op een ander kon laten inwerken en die in vele opzichten aan de werking van den maigneet deed denkon. 't Was de bekende Mesmer, lie deze kracht het d i o r 1 ij k magnetisme noemde. Hij werd de, vader van hot Mesmcrisme, en paste do ontdekte verborgen kracht terstond toe ter genezing van Icranken. Vooral in Frankrijk maakte hij aanvankelijk veel opgang en stroomde het goud hem too. Verdacht is het feit, dat hij een inzameling van eenige 'honderdduizenden franken liet houden als belooning voor een beloofde mededeeling zijner geneesmethode, maar dat hij nooit een volledige uiteenzetting van zijn geheiiüleer gegeven heeft. Toen een paar aanzienlijke personen vermoedelijk tengevolge van zijn behandeling bezweken waren, greep . de Regeering in: een commissie van vooraanstaande artsen en natuuronderzoekcrs stel-de eon nauwkeurig onderzoek in, dat zeer ongunstig voor Mesmer uitviel, en toen is hij dan ook naar Duitschland teruggekeerd. •

Wat nu de zaak zelve betreft. Mesmer na, m waar, dat hij; door bestrijking met handen of vingers eigenaardige werkingen in het menschelijke organisme kon teweegbrengen, waaruit scheen te volgen, dat er een soort magnetische kracht van hem uitstroomde. Men nam aan, dat er van de vingertoppen, van de oogen en zelfs van den adem van den magnetiseur een aefcherisch fluïdum uitging, dat men louter door de kracht van den wil op de .kranken kon ..laten inw eiken en dat met name op het zenuwleven van den patiënt merkbaar invloed uitoefende. Onder het bestrijken van de kranke lichaamsdeelen kwaii) dikwijls een diepe slaap over den patiënt, een slaap, die door voortgezette studie van het Hypnotisme zijn geheimzinnig karakter echter' veelszins Arerloren heeft. Zoo werd het s o ninamb ulis me reeds spoedig met de magnetische behandeling verbonden. Het is voor ons doel overbodig dit verschijnsel nader te bespreken. De helderziendheid heette er dikwijls mede gepaard. te gaan en werd natuurlijk een bron van bedriegelijke handolingoi jegens allen, die hun toekomstig lot wilden laten voorspellen. Voor ons doel is het alleen van belang te weten, dat er tengevolge van-de magnetische behandeling een magnetisch rapport ontstaat of heet te ontstaan, waardoor de magnetiseur in staat gesteld w'ordt mot zijn wil de organische en geestelijke functies van den slapende krachtig te beïnvloeden. Die invloed kan 'uiteraard ten goede of t(yi Icwade zijn. Maar, hoeveel bedrog er ook onder schuilt, het schijnt wel vast te staan, dat langs dezen weg soms gunstige resultaten verkregen worden, 't Spreekt vanzelf, dat alle krankheden zich niet voor zulk een behandeling — gesteld zij is toelaatbaar — leenen. Alleen het zenuwlijden en de kwalen, die hiermede in reohtstreeksch verband staan, komen in aanmerking. Maar men raag zicli wel tienmaal bedenken alvorens zich bij den magnetiseur te vervoegen.

Groote behoedzaamheid schijnt ons geboden.

In de eerste ; plaats wegens het enorme bedrog, dat op' dit gebied schaamteloqs gepleegd wordt. liet magnetisme is een industrie geworden. Vele magnetiseurs der beide seksen zijn eenvoudig speculanten op de^ beurs der lichtgelooivigen. Zelfs kennen wij er, die aan alle ontwikkeling gespeend zijn, geen' kennis hoegenaamd hebben van het m'enscheV lijk organisme, miaar toch optreden met een aplomb alsof zij de wijsheid in pacht genomen hadden, 't Krioelt van beunhazen die do goedgelaovigen met een ernstig gezicht verschalken. En men m'oet diep medelijden hebben met de stakkers, die in hun val loop'en en er niet steeds even goed uitkomen-

Want vergeet in de tweede p'laats niet, dat •wij hier in, elk geval, ook biji de meest eerlijke behani deling, met een wetenschap te doen hebben, die nog in de windselen ligt. Wij mogen gerust aannemen, dat er in de menschelijke ziel allerlei kracbtea

schuilen, die tot dusver niet helder uitgekomen! A^. De kennis der ziel is nog zéér, zéér gebrekkig. Het Jjestaan eener soort mag-netische kracht behoeven we niet te betwijfelen. Ieder weet, dat de ilierentemmcr het roofdier voiornamelijk met den blik yan zijn oog bedwingt. En dat de wil van den (••én-óüï 'den ander kan inwerken en wezenlijk inwerkt, alle opivoeders zijb. er van ap} do hoogte, eeu zwakke wil wordt door de aanraking met een sterkeii Avil gestijfd. Het is zeer wel mogelijk, dat i!e ipagnetische krachten, indien wij ze zoo magen lilijv'en rioemen, mettertijd een waardevol hulpmiddel A^oor onze medici worden. Maar hot eerst noodigc is dan toch dat men de krachten, die men ter genezing aanwendt, door en door kent.

Misschien zegt iemand bij' zich zelf, dat dit niet Hoodig is. Indien de resultaten gunstig zijn, is liet genoeg! Dit o.ordeel kunnen wij' niol; onderschrijven. Er zijn allerlei nevenwerkingen mogelijk, ilie een onherstclljare schade kunnen aanrichten. Zelfs bij 't gebruik van gewone geneesmiddelen w'ordt , 111 ij d' op de nevcnwerkin, gcn gelet, de : doktoren weten, dat sommige artsenijen niet mogen gegeven worden aan patiënten wier hart bijvoorbeeld te zwak is. En waar het magnetisnte zich nu richt op het allerfijnste dat in ons lichaam huist, namelijk op ons uiterst Eevaelise zenuwstelsel, daar IS het govaar waarlijk niet denkbeeldig, dat men genezing zoekende zich een onherstelbaar leed, öcrokkeut.

Bij den tcgonwoordigen stand van de kennis der menschelijke ziel en haar verborgen krachten achten w^j het onverantiVo ordelijk zich willoos over te geven aan magnetiseurs, dio zichzelf opgeworpten hebben. Wij zijn overigens geen vurige voorstanders van het artsen-monopolie. Wij meenen, dat er ook buiten den academisch gevormden kring bij 'uitzondering wel talenten uit bet leven kunnen opkomen, dio door hun blik, ervaring en bijzondere gaven een zegen voor de lijdende menschhoid konden zijn, en die men in de gelegenheid moest stollen genezing to brengen waar de officieele kunst soms faalt. Maar steeds onder 't beding van scherpe en bevoegde controle, teneinde alle avontuurlijke goesten te weren en te. brandmerken. En zoo zouden wij' er hoogstens to[3 kunnen adviseeron, om, ingeval men aan een behandeling door eOn magnetiseur denkt, vooraf met een bekwaam en bréed-aangelegd arts te raadplegen. Niet met een dokter, gelijk er helaas ook wei-tusschenloopen, die door den klassegeest bezield is en enkel het standsbelang op het oog heeft. Maar met oen man, wien de lijdende menschheid ter harte gaat en die zijn studiën bijgehouden heeft. Bleek hij do behandeling te ontraden, hetzij op grond van onze gesteldheid of omdat het magnetisme no, g in het stadium der proefnetniiigen verkeert, dan zouden wij ons nooit of te nimmer aan zulk oen behandeling wagen, — wij zouden het een z o n d o togen God achten om met ons fijn-geïnstrunïenteerde organisme te spelen, wij hebben niet de vrije beschikking over ons lichaam, iniaar - wij zijn er verantwoording voor schuldig wat wij er mede gedaan hebben.

Het Geding.

Wij vragen. aand, aoht Voor liet ruimlhartig woord in „De Heraut" over de teere en 'zeere zaak' van het igeding.

Maar ook afgezieüi daarvan, mag niet vergeten wordein, dat het hebbien van twee opleidingsschoden in i» practijk voor onze Kerken in menig opzicht een voordeel is geweest. Op' den strijd, die een oogenblik weer in onze kerkelijke piers dreigde te ontvlammen, of de Nederduitsche Gereformeerde Kerken in 1892 bij de saamsmelting met de Christelijk Gereformeorde Kerk het „beginsel van de €igen opleiding" als een beding of als een soort aeloofsartikel hebben aangenamen, gaan we niet jn. Óp de Synode te Zwolle is hierover breedvoerig gehandeld geworden en is daarover uitspraak gedaan.

‘t Is oen lis judicata en daarop. komt mlen niet terug. Wanneer er nog altoos velen zijn, die in deze eigen opleiding een „beginsel" zien, dan xullen we hun in dit geloof niet bemoeilijken. Maar men maakt zich allerminst aan ontrouw schuldig aan het in 1892 getroffen akkoord, wanneer men aan zulk een „beginsel" niet gelooft. En men kan «)ok zonder aan zulk een beginsel te gelooven, «p [pïactische gronden het bestaan en instandhouden eener eigen inrichting aan de Kerk verdedigen. Cfevaar voor de taekoimst onzer Kerken lag in het voortbestaan dezer beide scholen naast elkander alleen, wanneer in beide zich een richting incorporeerde, die aan de eenheid onzer Kerken schade toebracht. Dat dit gevaar geheel denkbeeldig was, zar wef niemand beweren. Reeds de Iiistorische band, die de Nederduitsche Gereformeerde Kerken aan dë Theologische faculteit te Amsterdam: en de Christelijk Gereformeerde Kerk aan de Theologische School te Kampen verbond, dreigde tot éen wigge te Worden, die de werkelijke saamwerking en saamleving der Gereformeerde Kerken belemmeren zou. Maar al zouden we niet durven be-, weren, dat dit gevaar geheel overwonnen is, toch is de historische tegenstelling allengs verzwakt. Aan de Vrije Universiteit zijn meermalen, hoogleeraren benoemd, diij, om het nu zoo uit te drukken, , uit de kringen der vroegere Christelijk Gereformeerde Kerk waren voortgekomen, evenals omgekeerd aan de Theologische Schaol mannen zijn benoemid, die aan de 'Vrije Universiteit waren opgeleid. De be-i staande tegenstelling kwam daardoor allengs te vervallen, en ook de dogmatische tegenstelling, die men wel eens gemaakt heeft, bleek in de praktijk üiet te bestaan. Professor Bavinck werd de opvolger van DT A. Kuyper te Amsterdam, en te Kampen Werd de plaats van Prof. Bavinck vervuld door •Br Honig, een leerling yan Dr A. Kuyper. En wat een voor het kerkelijk leven niet minder ge'wichtig vak betreft, in het Kerkrecht, bleek meermalen op onze Synodes, hoe de beide hoogleeraren, die hiervoor waren aangesteld, het geheel met elkander eens waren. Van een principieel verschil tusschen 'Ka.mpen en Amsterdam kan daarom, en we zijn er van harte dankbaar-voor, geen sprake' wezen.

Wat alleen overbleef was, maar nu in goeden zin genomen, de concurrentie oif wedijver, die van zelf tusschen. twee opleidingsscholen bestaat. Dat aan zulk een concurrentie gansch geen schaduwzijden verbonden zijn, beweren we niet. - Er is hier op aarde niets vohnaakt. ..Maar zo heeft toch twee belangrijke voordeelen aan onze Kerken gebracht, waarvoor w'e dankbaar hebben te zajn. Vooreerst dat men aan beide inrichtingen gezorgd heeft mannen te benoemen, van wier beginseltiwuw men verzekerd kan, zijn en die door wetenschaplpelijke gaven uitmunten. Wedijver op wetenschapipelijk .gebied brengt dit vanzelf mede. Want van de betrouw'baarhéid wat hot beginsel betreft en van de wetenschappelijke qualiteiten hangt de bloei en lieteekenis eener Schoal af. En in de tweede plaats heeft men getracht het aantal studenten te doen toenemen, mede door financieelen steun aan minvermogenden te doen toekomen. Het bestaan van beide inrichtingen heeft de offervaardigheid onzer Kerken om voor deze studenten te zorgen, geprikkeld. En niet het minst daaraan is het te danken, dat dit aantal studenten in de laatste jai'on aan beide inrichtingen zoo belaivj^J'^ i® toegenomen.

Het is mede daarom! dat we voor hot bestaan van beide inrichtingen hebben dankbaar te zijn, en dat we zeker niet zouden aanraden, het vraagstuk van de „eenheid van opleiding" dat in d^e praktijk tot tweespalt in de Kerken zou leideS, weder aan de orde te stellen.

De kunst van het vergeten.

„De Standaard" citeert uit „De Haagscli'e Ker^k'bbde" twee tegenstrijdige m'eeningen yan Dr Dijk' en Ds van der Linden.

Mij dunk't, dat Dr Dijk de naastelkanderstelling der beide opinies niet 'hoeft te vreez-en.

Hij Iheeft aan zijn fcant de „meening" van onzen Calvinistischen heros^ Dr .Kuyper.

Men schijnt onder ons Dr Kuyper's „Onze Eeredienst" te vergeten.

Twee meeningen.

Dr K. Dijk, in de „Geref. Kerkbode van 's-Gravenhago" de bekroning van het ontwerp voor den bouw-van eene 5e Geref. Kerk aldaar jjesprekend, merkt o.m. op:

„En .... zou het niet mogelijk zijn, dat niet de tradition*; ele haan den toren kroonde, doch de toren van onze nieuwe kerk een kruis ten hemel droeg. In het kruis ligt toch ook voor ons het teeken der overwinning, en al lijkt dit roomsch, er is in het roomsche wel iets goeds, wat eigenlijk specifiek christelijk is! Zou het b.v. niet kostelijk zijn, wanneer onze kerken zóó waren ingericht, dat wij knielende konden bidden? "

In hetzelfde No. van deze kerkbode komt een artikel voor van den hoofdredacteur. Ds J. v. d. Linden, getiteld: „Waar is de grens? "

De schrijver' zegt:

„Wij kiijgen zoo nu on dan te hooreri van liturgische bepalingen, die in enkele kerken gemaakt worden. Ze raken wel „het hart der dingen" niet, maar ze wekken toch de gedachte, dat de eerste rei/ormatorische stappen gedaan worden."

Na opgemerkt te hebben, dat het verstandiger is om in afwachting van de herziening der Liturgie op de a.s. Gen. Synode, geen afzonderlijke bepalingen te •m.aken, merkt de schrijver verder op:

„Die A zegt, is met de eerste letters van het alphabet .niet klaar. En als men nu bepaalt, gelijk wij lazen, dat men bij 't zingen van het ééne vers staande moet zingen, daai-zal men weldra de vraag doen: waarom bij het andere niet; dat bij een zeker gebed allen staande zullen bidden, alweer om do plechtigheid te verhoogen, daar zal men al spoedig vragen: Waarom toch niet knielende geboden ? en 't moet niet verwonderen, als daar bidbankjes aangebracht worden, opdat ook deze vorm des biddens niet behoeft te ontbreken.

Waar is de grens? Bij 't gebed? Bij den zang? Onder de prediking? . Bij den Doop? Onder het Avondmaal ?

Als het er op aankomt de plechtigheid te verhoogen, dan is er des reformoerens geen ©inde. Ook solo's en koren, als onder oud-Israël, blijven niet uit. Andere landen kunnen op 't gebied van de liturgie ons veel loeren. Wacht u voor een reformatie, die in gevoelsargumenten haar grond heeft."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's