GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr Gerretsen.

De onlangs overleden, vroegere hofpredik'er. Dr Gerretsen, met wiens tragisch lot wij innig hebben meegeleefd, stond heel dicht bij ons.

Wat veel meer zegt: Deze man leefde heel dicht bij God.

Ontroerend en beschamend is wat één zijner leerlingen schrijft in „Bergopwaarts". Er zijn uitdrukkingen, waarop rechtmatig kritiek kan worden gemaakt, maar het geheel is als een rouwpsalm uit een Davidsziel.

Dr J. H. Gerretsen.

18 Jan. 1867—17 Nov. 1923. Coloss. 3:24.

Gerretsen is weg! Onze geestelijke vader, broeder fvan hoe velen wel? ) is weg, voargioecf weg uil ons miüden.

Mei welk een diepfen weemoed en verslagenheid constateert onze ziel dit feit telkens opnieuw. Voor lioevelen was zijn verbijsterende, jarenlange lijidensweg eene ptersoonlijke marleliug", een zich krammen als onder den zweepslag van eigen onmacht ora te helpen.

In den aanvang, als wij het hoorden daor welke verschrikkingen deze Elia was aangegrepten, werden onze zielen mal en begaf ons de kracht. God liet zoo veel loe, ook in den wereldgruwel rondom ons; God liet alles maar toe! Hoe konden wij dan nog met moed en hoop strijden?

Maar 'tgelo-of overwon, 'tlloesl alles dienstbaar worden aan do verheerlijking Gods. Oak die helsche duisternis, gedaald over een dapipere, kloeke maar ook ZOO' teedere ziel. En wijl aanvaardden den strijd, den strijd des Gebeds tegen de machten der D.uistemis. Had hij 't zelf niet zoo dikwijls igotuigd, dat wij den strijd niet hebben tegen vleesch en bloed, maar tegen de machten en overheden, legen de geestelijke boosheden in de lucht? God zou immers de zegepraal geven ? En wij streden en leden mede: één jaar, twee jaar, drie jaren, vier jaren, Ja tot zeven jaren toe. Wij geloofden en streden lot het einde: Een, die den strijd van Christus lot in de duisterste diepten zoju hebben nagestiieden, zou als geheilig'de Godsgetuige Gad's overwinnende Genade verheerlijken! En onze benauwtfe ^en bezwaarde zielen verfangcfen zjoo vurig dat , God alzoa de Hemelen zou scheuren om ons te troosten en te verblijden.

Toen kwamen de eerste waarschuwingen, dat het eens zoo ijfeersterke en stoiere lichaam de ontzettende worsteling niet voortdurend kon blij'ven doorstaan, dal het bezwijken moest.

En wij baden: „als dan 't edel nat maar geborgen werd".

„Men fclaeght, indien de balsem stort Om 't spillen van den dieren reuck. Maar niet. soo 't glas bekoomt een breuck, Als 't edel nat geborgen wordt." (Vondel)

Hel lichaam bezweek, maar God zij' dank, vooraf legde zich de vernielende storm en de Stilte kwam, de heilige Stilte, waarin weer over de bewogen zielezee de teedere Stem des Meesters kon Worden gehoord: „Vrees niet, Ik ben het!" De Heilige , Stilte, waarin de ziel weer als van over lang geleen den Zoeten Naam kon stamelen: „lieve Heer Jezus!"

O teeder kinderlijk kind van Jezus! O machtig© ceder van den Libanon! O wagen Israels en zijUe ruiteren! Gij: zijt gevallen en gij liet een herderlooze schare achter; maar gij zijt niet vruchteloos bezweken! Gij hebt met G-od geworsteld en hebt u vorstelijk gedragen, 'tfaarom is OOÊ uit u eenTIuis Israels geboren, uw geestelijk zaad, dat uïl uw levensoffer groeit en bloeit. Het woord, dat gij eenmaal aan schrijver dezes medegaaft als richtsnoer voor zijn priesterdienst, hebt gij'zelve vervuld:

„Die Mij nu verblijde in Mijln lijden voor u, en vervulle in Mijn vleesch de overblijfselen der verdrukkingen van Chrisluis, voo^r Zijn Lichaam, hetwelk is de Gemeente". (Col. 2:42.)

O gij! die steeds opnieuw begeerdel in te g'aan in de diepste diepten van menschenleed, wiens uitgesproken ideaal het was om in 't bijbonder met zielskranken in de diepte hunner mai-telingen in Ie dalen en hen er door de macht uwer genezende Liefde uit op te heften, gij Broeder, gij Vader, gij zijt onder den last van 't Leed der Zonde gebroken, de vloed der zonde is over u heengegaan en dreigde u te verzwelgen; gij hebt medegedragen het leed der verdoemden, gij zijl in de diepten der verdoemenis ingegaan, zooials eenmaal Hij, Wien de machten der Duisternis zoo benauwden, dat Zijn , zweet werd als dropipelen Bloeds. Ja waarlijk! gij bebt ons door woord, maar veelmeer nog door daad geleerd, wat het is de overblijfselen der verdrukkingen van Christus te vervullen voor ZiJU Lichaam, dat is de Gemeente!

Daarom hadden wij u zoo lief, daarom werd ook in do duisterste uren van uw lijden onze ziel zoo huiveringwekkend door u gezegend, wijl geslagen ! Hoe sloeg 't ons, hoe striemde 't ons, dat de Kracht van Christus niet in ons en door ons kon werken om u "te verlossen. Want wij 'begrepien het, dat de kracht der verlossing slechts kan worden geopenbaard, naarmate er de macht der Liefde is om te dragen mét en vóór anderen hun zonde en leed.

Herinneren we 'tons niet, hoe gij' eenmaal worsteldet voor de zaak der Boeren, ho© gij met God hebt geworsteld, toen Zijh Gerechtigheid zich anders openbaarde, dan gij meendet dal 't moest geschieden?

En heeft 't leed en de verbijstering over den wereldoorlog uw door zwaren dienst reeds uitgeputte geestkracht niet gebroken, toen gij weenend voor Gods Aangezicht neerstorttet, om van Hem antwoord te zoeken op uw 'bange vraag, waarom Hij zooveel toeliet?

Maar God antwoordt niet van Zijno Diaden. Hij heeft u en ons ook niet geantwoord op' onze vraag, waarom Hij u dat liet lijden, 't vreeselij'kste, wal ge u ooit hadt kunnen voorstellen, dal Hij, Dde u 't liefst en 't dierbaarst was, u verkeerde in een Vijand, dat HiJ-zelf tegen u heeft gestreden.

Of — is dat 't antwoord: dal gijl de overblijfselen dor helsche benauwdheden van Christus hebt vervuld ten bate van Zijii Lichaam, dat is voor de Gemeente?

Thans zult gij uw lijden, verheerlijlkl, in dal Licht kunnen zien en u erover kunnen verblijdeu, wat hier op' aarde boven de macht was! God zij geloofd en gepirezen voor Zij'ne Erbarming, dat onze zekerheid daarvan onzle verzloening is met uw i lijden ein heengaan. Biroieder, Vader, uit wiens verkild gelaal de Heilige Geest der Overgave en der Rust ons als eeuwigheidslicht tegtenlichlle, gij ! blijft tol uw leerlingen spireken, nadat gij zijit heengegaan. Giji blijft ook uw verweesde en vereenzaamde geliefden nabij om 'door uw Geest hunne tranen te drogen, himne krachten te schragen, opdat oak zij de overblijfselen der verdrukkingen van Christus leeren veivullen, opdat zij' oiofc eenmaal met u en met hun Heiland mogen worden verheerlijkt.

A. R. RUTGERS.

Christelijke apologetiek.

Met genoegen ontving ik, ter kennismaking, een JDaar nummers van „De Zaaier", het nog maar kort geleden geboren, gereformeerd evangelisatieblad voor Indië.

Redacteurs zijn o.a.: Ds Aalders, Dr Bavinck',

Tine Bonnema, Ds Merk'elijn en Dr P!os.

A'dres: R. Hagen, B'ajema.n, 28, Magelang.

Prijs: fl.— per 3 maanden.

Wat een mooie, rojaJe, uitgave!

En wat een klinkende inhoud!

Het kleine kringetje van broeders en zusters in Indië is het massieve moederland vooruit!

Als proeve geef ik - een passage uit de rubriek: „'Geestelijke stroomingen", over den up4o-date verdediger en propagandist van het christendom: G. K. Chesterton.

Onder de talrijke publicaties van zijne hand in tijdschriften en dagbladen of ook in werken van grooteren omvang komt voor een werk getiteld „Ortho'doixy".

Maar mu mo'Ct ge den schrij'ver kennen als geboren spiotvogel en lachend p'hilosooph om terstond te begrijpen dat hij dezen term neemt en niet neemt in den zin die men daaraan pleegt te hechten. Want, gelijk-gezegd, Chesterton is: letterkundige en veroorlooft zich daarom in tegenstelling tol den man van strenge wetenschap in opvattingen en gebruik va; n termen dichterlijke vrijheden. Hel is precies als met dien anderen titel van een voorafgaand werk: , , Heretics". Ook daar bedoelt hij geen ketterijen in den gewonen kerkelijken, god, gel'eerden zin.

En toch bedoelt hij wel degelijk' ketterijen.

En zoo bedoelt hij ook wel degelijk orthodoxie.

Maar in een overdrachtelijfcen zin.

Want in zijn boek Heretics, d.i. ketterijen, behandelt hij de theorieën van verscheidene zijner landen tijdgenooten als Kipling, Shaw, Wells enz. Bij elk hunner wijst hij met de grootste scherpzinnigheid 'de zwakke plaatsen aan, en laat zien waar hun systemen haperen on tot welke noodlottig© en gevaarlijke conclusie's zij' leiden, als zij worden doorgevoerd.

Chesterton beproeft de moderne woordvoerders en leidslieden dus opi hunne beginselen. Natuurlijk vinden deze dat nu niet bepaald aangenaam. Vooral niet wanneer zvjn vinnige en felle critiek, niet van toon en vo'rm, maar van wege hare doorborende juistheid en vernietigende waarheid, deze beginselen als onhoudbaar en verderfelijk aan de kaak stelt.

Als wapen, van tegenweer heeft men toen van de zijde zijner tegenstanders en door hem aangevallenen ingebracht, dat het wel heel lief en goed Was, zoo over hen te zedemeesteren met ztjta critiek, maar dal hij' niet vergeten moest, dat afbreken makkelijlcer is dan opbouwen, en dat hij in elk geval dan oak eens voor den dag moest komen met zijn ideeën in positieven vorm, opdat die odk eens mochten worden onderworpen aan 'een streng crilische analyse.

Deze uitnoiodiging nam de schrijVer aan.

Of juister, want de verhouding was heusch meer die ©ene van vijandschap» da a éene van goede verstandhouding; hij ging oip de uitdaging in.

En nadat hij dus in ©en ©erst© werk de mo'deme denkbeelden zijner tegenstanders had beschreven als ketterijen, afwijkende van de waarbeid, gaf hij nu zijn eigen denkbeelden als orthodoxie, denkbeelden lOvereenko'mende met de waar-. beid. • - •-•*: ; *: : **^*: :

Nu was die waarheid, waarto'e hij gekomen Was: het Christendom.

Door de ketterij'en van den modernen tijd heen v/aarin hij opgevoed was, is hSji terug en terechtgekomen bij de orthodoxie of zuivere leerwaarheid van hel Christendom.

Zelf belijdt hij daarvan: dat hij van kindsbeen af met alle moderne theorieën vertrouwd geraakt, langzamerhand tol de ontdekking kwam, dat he{ Christendom do eenige ware grondslag' vormt voot gezond geloof en gezond leven, zioowel ten opizïchte van hel indivi, du als van de geheele maatschappij.

Achtereenvorgens Bespreekt Chesterton Materialisme, Scepticisme, Ralionalis: me, Dieterminisihe, Positivisme, Hedonisme, Soicialisme — al de verschillende „ismen", die worden aangewend om de tallO'Oze kronkelingen en wendingen van den menschelijken geest te beschrij'ven, in zijn pogingen om te ontkomen aan de banden der Christelijke wel en aan de leiding van een Chrislelijken gids. En bij, elk hunner toont hij aan, waar ze tekort schieten; en hoe elk hunner, logisch doorgevoerd, leidt tot dwaasheid en chaotische verwarring.

Hij bewijst zijn meesterschapi over al die theorieën.

Hij heeft er zich geheel en al ingewerkt.

Maar hij! bepiaalt zich niet tot enkel critiek op wat zijns inziens verkeerd is. Zelfs niet tot het aantoonen waarom het verkeerd is. Hij gaal verder. En wanneer men terecht verondersteld heeft, dat aan zijn critiek een maatstaf ten grondslag ligt Waarnaar hij haar oefent, dan toont hij! zich bereid ook piosilief met zijin o-vertuiging voor den dag te komen en bouwt een eigen denkbeeldengeheel op.

pij bewandelt dus den aanbevelenswaardigen weg, van eerst met zijn critiek de bezwaren uit den weg te ruimen, die hem voor de voeten liggen; daarna gaal hij er toe over opl dien ruimgemaakten weg het Clrristendo'm binnen te leiden als zich volkomen aanpiassende aan alle maatschappelijke toestanden, als legemaetkomende aan de menschelijke waardigheid en voorziende in alle menscbelijike beho-eften.

Chestertons opvatting en conclusie is;

Het Cbristendo'm alleen rechtvaardigt een blijde levensbeschouiwing.

Hel Christendom alleen geeft een oiplossing Van het geheim van hel kwaad.

Een gevallen held.

Zoo mogen wij gerust noemen den heer J., Minderaa., om wiens heengaan wij nog treuren.

Jaren en jaren lang stond hij in de voorste rij van de gereformeerde drankbestrijders.

Vooral in den beginne hoorde er moed toe in onze kringen, en tot onze vrijheidminnende broeders en zusters, te zeggen: Mobiliseert u tegen den alkohol!!

Ds 'Gispen gedenkt zijn gestorven vriend in het „Maandblad van de Geref. Ver. voor dra, nkbestrijding".

J. Minderaa. †

Op den loen OctO'ber, ongeveer É^vart voor vier, is onze broeder en medestrijder, Johannes Minderaa in zijnen Heiland ontslapen.

Eiken dag waren w© hel bericht van zijln heengaan wachtende. Maar loen het telegrafisch bericht van zijn sterven vóór ons lag, ging er toch even een trilling door ons heen.

Zoo was dan toch het einde gekomen, dat wö reeds vermoed hadden in het begin van dit jaar. Gekom'cn, ondanks opieratie, ondanks verandering van geneeswijs; ©.

Het was des Heeren ml hem w*eg te nemen.

Ook was het Gods lijd, die steeds d© juiste is.

Ach, hoeveel heeft hij geleden!

Ten laatste bleef hem geen kracht meer om te spreken en moest hij zijn wenschen door teekens kenbaar maken.

Toen hij nog spreken kO'U, heeft hij meer dan eenmaal getuigd, dal hel anker zijner hope vast was en hij wist, dal zijne verlossing in den Heere Jezus volkomen was.

En nu is onze broeder niet meer bij ons'. Nog herinner ik me, en dezie herinnering werd zoo levendig, toen het bericht van zij'n overlijden mij bereikte, hoe in het voorjaar van 1900 in „Irene" te Utrecht in de voorbereidingsvergadering', waar in beginsel besloten werd tot oprichting van de Gereformeerde Vereeniging voor Drankbestrijding, br. Minderaa en ik elkander ontmoettein. Niemand wist natuurlijk wie aan de eerste O'proieping tot bespreking van de vraag: „wat kunnen wiji GerefO'imeerden, doen tegen hel alco'holisme", zouden gehoor geven.

Maar beiden waren we er. En beiden %erden , we gekozen in het vobrloopig bestuur.

Aan hem w^rd terstond het secretariaat opgedragen, aan miJ de taaè gegeven de Vereeniging te leiden en de beginselen te omschrijVen, die ons lot uitgangspunt zouden dienen bij' onzen slrgd.

Aan hem. als secretaris, was het om de inwendige organisatie lol stand te brengen. Onvermoeid is hij daarmede bezig geweest, telkens had hij nieuwe maatregelen vooo? te stellen, en boO'd hij nieuwe p'lannen aan. Nimmer was het hem te veel om te s^-hrijven aan p'ersouen, die sympathiek stonden tegenover onze beweging, of .om tragen aan te spioren. De bizondere nauwgezetheid, waarmede hij bel deed, was oiorzaak, dal zijne brieven tot alle bizonderheden afdaalden, hij geen bezwaar onbesproken liet en alle zorg; had om zijn meening zoo duideijk mogelij'k te zeggen.

Buitengewoon was zijn werkkracht.

Er is een tijd geweest, dat. hij niet alleen secretaris was, maar bovendien nog penningmeester, bibliothecaris en 'f laatst© niét het - minste, redac-

teur van ons Maandblad. En alsof' dit nog' niet genoeg was, heeft hij' een tijdlang de verzending van ons blad aak nog ppl zich genomen! Zelfs bezorgde hij dan noig de uitgave van ons jaarboekje.

Maar waartoe zal ik dit alles nog in het bizonder op'sommen?

We .hebben hem allen gekend en we weten wat hij vooir onze actie is geweest.

Eén ding wil ik echter to'ch nu bij' zijn verscheiden nog noemen.

Hij was een van die weinigen in het begin van onze Vereeniging, die bekend waren met het wetenschappelijk onderzoek van het Alcoholisme.

Die meesten waren op onze eerste samenkomst evenals ik zelf, overtuigd van de ellende, door het alcoholisme veroorzaakt. We waren aangegrepen door hetgeen we gezien en ondervonden hadden in onze naaste oimgevin^g, We hadden de deliriumlijders gezien, geroerd waren we door het lijden van vrouwen en kinderen, verslagen over de schande op don Christen-naam, en wat nog meer is op den naam des Heeren ge'komen door de in zwang zijnde drinkgewoonten.

Maar van wat er al van den alcohol en zijtie werking onderzocht was en door onderzoek gebleken was, wisten we zoo goed als niets.

Onze secretaris was er wel mede bekend en hij kon ons dienen met zijn kennis en de litteratuur, die hij bezat.

Zoo heeft hij voor de drankbestrijding, gelijk deze van de feijde der Gereformeerden gevoerd moest worden, geijverd.

Terecht kon de oudste zoon bij zijlis vaders graf zeggen, dat alle tijd, dien hij had kunnen ontwoekeren aan zijn zoO' drukken vi'^erkkring, door hem gegeven was aan de propaganda van onze Vereenignig.

Diaaróm is het verlies, dat we leden, zoO' zwaar.

God heeft er ons echter op' Willen voorbereiden.

Niet plotseling is ons deze begaafde, en vurige medestrijder ontvallen. -

Sinds de eerste maand van dit jaar Was deze dreigende schaduw al over ons.

En nu is het geschied.

De Heere nam hem van zijla vrouw weg, van zijne kinderen, ' van zij'n arbeid aan het Gerefor-• meerd Gymnasium, en van onze Vereeniging weg.

Zijn doen is enkel majesteit.

Gods weg is altijd voor Zijn volk goed, ook al is deze weg in het heiligdom.

Wij zijn bedroefd maar oo'k dankbaar.

Dankbaar vooir hetgeen de Heere onzen broeder nu geschonken heeft. Verlossing van het lichaam van zonde en des doods, van het groote lijden, dat zijn laatste en zware beproeving op' aarde geweest i, s. Als zondaar is hij uit genade verlost door .ie'zus 'Christus.

Dankbaar zijn we voior hetgeen God in hem ons zoovele jaren heeft geschonken. Het was toch alles van Hem, dat we bezaten en genoten in onzen broeder Minderaa. Wat men. ZO'U kunnen roemen van zij'n karakter, van zijne hooge', 'Christelijke levensopvatting, van zijn troaw en zijln ijver, het was van Hem, die aller hart fo'rmeert en kent. Bedroefd maar niet zonder vertrouwen voor de toekomst zijn we.

Wat Minderaa voor onze beweging gedaan heeft, was het werk, dat God hem' "te doen-geg; even. had. En daai-om gelooven we, dat de Heere ook nieuwe krachten en nieuwe gaven ons zal ge-ven, en het werk, door Minderaa gedaan, zal voortgezet worden.

Moge de Heilige Geest de weduwe van onzen broeder en zijne kinderen leiden in genade en vertroosten door Zijne kracht.

Zij verliezen zoo ontzlaglijfc veel in hem.

Maar dat verlies worde voor hen een rijke winst do; ar de genade Gods.

B. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's